Panasonic NVVX30EG - Manual (Page 89)

FRANÇAIS NEOERLANOS
Utilisation de la fonction de
mixage
Lorsque cette fonction est activée et que l’on commence
à enregistrer une nouvelle séquence, une image fixe de
la dernière séquence enregistrée apparaît d’abord.
L’image mobile de la nouvelle séquence apparaît ensuite
progressivement en superposition par-dessus l’image
fixe qui disparaît progressivement.
1
Appuyer sur la touche [D.EFFECT]
jusqu’à ce que l’indication [MIX] Q
apparaisse sur le moniteur LCD.
• Le témoin d’effet numérique [ CÊDI s’allume.
2
Appuyer sur la touche marche/arrêt
pour enclencher l’enregistrement.
3 Appuyer sur la touche marche/arrêt
pour arrêter d’enregistrer la séquence.
•Le caméscope est en mode pause d’enregistrement.
• L’indication [MIX] change de Oà© pour
indiquer que la dernière image de la séquence qui
vient d’être enregistrée se trouve mémorisée dans
la mémoire d’image numérique.
4
Appuyer sur la touche marche/arrêt
pour enclencher l’enregistrement de la
séquence suivante.
•D’abord, l’image fixe (de la mémoire) apparaît
puis disparaît progressivement pendant que
l’image mobile de la nouvelle séquence apparaît
progressivement.
•Toutes les transitions de séquence à séquence
suivantes seront enregistrées avec cet effet de
mixage jusqu’à ce qu’on annule la fonction de mixage.
■ Annulation de la fonction de mixage
Exercer des pressions successives sur la touche
[D.EFFECT] jusqu’à ce qu’aucune des 8 indications
d’effet numérique n'apparaisse plus sur le moniteur LCD.
•Si l’on effectue la vérification d’enregistrement ou si
l’on appuie sur la touche [VCFt/CAMERA], l’image fixe
de la dernière séquence enregistrée mémorisée dans
la mémoire d’image numérique ne sera pas effacée.
•Toutefois, si l’on met le caméscope hors circuit ou si
l'on sélectionne à nouveau un mode d’effet
numérique sauf le mode volet, l’image fixe
mémorisée sera effacée.
2
3
Gebruik van de mengfunctie
ln het geval deze functie is ingeschakeld en u met het
opnemen van een nieuwe scène begint, wordt eerst een
stilstaand beeid van de laatste opgenomen scène
afgebeeld. Het bewegende beeid van de nieuwe scène
verschijnt vervolgens geleidelijk, geprojecteerd overhet
stilstaande beeid dat geleidelijk verdwijnt.
1
Druk op de [D.EFFECT] toets totdat de
[MIX] indicatie O op de LCD-monitor
wordt afgebeeld.
•Het digitale effectlampje [(T)] gaat aan.
Druk op de start-Zstoptoets om mét het
opnemen te beginnen.
Druk op de start-Zstoptoets om met het
opnemen van de scène te stoppen.
•De Camerarecorder Staat in de opnamepauzefuncöe.
•De [MIX] indicatie verändert van Q naar © om
aan te geven dat het laatste beeid van de zojuist
opgenomen scène in het digitale beeldgeheugen
wordt bewaard.
4
Druk op de start-Zstoptoets om met het
opnemen van de volgende scène te
beginnen.
• Eerst wordt het stilstaande beeid vanuit het digitale
beeldgeheugen afgebeeld, en vervolgens zai het
geleidelijk verdwijnen terwijl het bewegende beeid
van de nieuwe scène geleidelijk verschijnt.
•Alle volgende sceneovergangen zullen met dit
mengeffect worden opgenomen totdat u de
mengfunctie uitschakelt.
■ Uitschakelen van de mengfunctie
Druk bij herhaling op de [D.EFFECT] toets totdat geen
van de 8 digitale effectindicaties op de LCD-monitor
wordt afgebeeld. * •
-
89
-
• Door het gebruik van de opnamecontrolefunctie of het
drukken op de [VCR/CAMEFÌA] toets wordt het
stilstaande beeid van de laatste scène dat in het
digitale beeldgeheugen wordt bewaard niet uitgewist.
• Door de Camerarecorder uit te schakelen of
opnieuw een digitale effectfunctie (behalve de
wipefunctie) te kiezen, wordt het stilstaande beeid
van de laatste scène echter wel uit het digitale
beeldgeheugen gewist.