beautypg.com

ABUS AZ4110 LCD Keypad for Terxon SX_MX Installation User Manual

Page 350

background image

46

NL

ingangsvertragingstijdgroep.
Druk vervolgens op de toets:
1 voor de vertragingsgroep 1
2 voor de vertragingsgroep 2
3 voor de vertragingsgroep 3
4 voor de vertragingsgroep 4

X7

Bij zones met de zone-eigenschap
trillingsmelder programmeert u hiermee
de gevoeligheid. Druk vervolgens op de
toets 1-6:
1 ongevoelig
6 gevoelig

5. Bevestig uw invoer. Voer daarvoor op het

bedieningselement in:

.


OPMERKING: De vertragingstijd voor de in-

/uitgangszone moet langer zijn dan die
van de ing. volgend zone.

De tijd voor de

ingangsvertragingstijdgroep
programmeert u in het punt 201 t/m 204.

020 Wijzigen van de programmeercode

Voor het wijzigen van de programmeercode, die voor de
toegang tot het programmeermenu nodig is. Vanuit het
programmeerniveau gaat u als volgt te werk:

1. Voer op het bedieningselement in: 020

2. In het LCD- display staat: 020: CODE

3. De cursor knippert aan het einde van de instelling.

4. Gebruik het toetsenbord om de nieuwe uit vier

cijfers bestaande programmeercode in te voeren.

5. Bevestig uw invoer. Voer daarvoor op het

bedieningselement in:

.

6. Het bedieningselement bevestigt uw invoer met

een dubbel signaal “beep” “beep” en toont
PROGRAMMEER MODE.

021 Wijzigen van de zoneafsluiting

Voor het wijzigen van de zoneafsluiting voor de ingangen
van de inbraakalarminstallatie. Vanuit het
programmeerniveau gaat u als volgt te werk:

1. Voer op het bedieningselement in: 021

2. In het LCD- display staat: 021: CC + A/T

3. Gebruik het toetsenbord om uit de volgende

punten te kiezen en druk op:

00

CC + A/T
Bij deze zoneafsluiting mag er geen
weerstand in de alarmzone gebruikt
worden. Tijdens het openen van de
zone wordt er een alarm geactiveerd.
Het sabotagecontact van de melder
moet apart op de
inbraakalarminstallatie aangesloten
worden.
Neem de aansluitdiagrammen voor de
bedrading met NC + Sabo in acht.

01

FSL 2K2/4K7
Bij deze zoneafsluiting moeten twee
weerstanden met verschillende
waarden worden gebruikt. Afhankelijke
van welke weerstandswaarde gewijzigd
wordt, activeert de
inbraakalarminstallatie een alarm of
sabotage. De sabotage-ingang op de
centrale heeft geen functie.
Neem de aansluitdiagrammen voor de
bedrading met DEOL in acht.

4. Bevestig uw invoer. Voer daarvoor op het

bedieningselement in:

.

5. Het bedieningselement bevestigt uw invoer met

een dubbel signaal “beep” “beep” en toont
PROGRAMMEER MODE.


022 Wijzigen van het volume bij een intern
alarm

Voor het wijzigen van de zoneafsluiting voor de ingangen
van de inbraakalarminstallatie. Vanuit het
programmeerniveau gaat u als volgt te werk:

1. Voer op het bedieningselement in: 022