beautypg.com

Nederlands – Milwaukee M12 TI User Manual

Page 18

background image

34

35

Neem de SD-kaart uit de warmtebeeldcamera en laad de

afbeeldingen direct van de SD-kaart naar uw computer door de

usb-SD-kaartlezer of de SD-slot aan uw computer te gebruiken.

De volgende afbeelding toont de beeldschermweergave na de

bediening van de knop LADEN VAN THERMAL IMAGER. De knop

LADEN VAN ANDERE BRON hebt u alleen nodig als u de

afbeeldingen van de harde schijf van uw computer, een cd-rom of

een usb-massaopslag wilt laden.

De volgende afbeelding toont het Windows-beeldscherm bij het

doorzoeken van de computer na de bediening van de knop LADEN

VAN ANDERE BRON.

OPMERKING: Waarborg bij het manuele laden van afbeeldingen

met behulp van de functie LADEN VAN ANDERE BRON dat zowel

warmtebeeld als foto worden geladen, zodat de complete

afbeeldingsset voorhanden is. In het andere geval functioneert de

software niet correct.
Als de software de afbeeldingen heeft gevonden, kunt u met

behulp van het controlevakje alle of slechts afzonderlijke

afbeeldingen selecteren. Ga als volgt te werk om slechts

afzonderlijke afbeeldingen te selecteren:
1. klik al naargelang de instelling een of twee keer op "Alles

opnemen" om alle vinkjes te verwijderen. Met de knop 'Alles

opnemen' schakelt u heen en weer tussen de activering van alle

of geen vinkjes. Waarborg dat alle vinkjes zijn uitgeschakeld.

2. Klik vervolgens op de afbeeldingen die u wilt selecteren.
3. Klik in de onderste menubalk op OPSLAAN.
OPMERKING: Wij adviseren eerst alle afbeeldingen van de

warmtebeeldcamera of de SD-kaart te laden die nog niet in de

software zijn opgeslagen. Daarna kunt u in rust bepalen welke

afbeeldingen u wilt bewerken of in een rapport wilt overnemen.
OPMERKING: De software slaat het werk om de twee minuten

automatisch op. Het interval voor de automatische opslag kunt u in

het menu 'Bestand' in de kopregel onder de optie 'Instellingen'

wijzigen.

VOORBEREIDEN VAN DE FUNCTIE AFBEELDINGEN

AFSTEMMEN EN COMMENTAAR TOEVOEGEN

Voordat u de warmtebeelden die in de software werden geladen,

kunt afstemmen en een commentaar kunt toevoegen, moet u eerst

een nieuwe taak aanleggen of een bestaande taak openen. Reeds

opgeslagen taken worden in het grijze veld op de linkerzijde van

het beeldscherm weergegeven. De eenvoudigste manier om een

nieuwe taak aan te leggen is het laden van afbeeldingen van de

warmtebeeldcamera en het opvolgen van de instructies voor het

aanleggen van een nieuwe klant en een nieuwe taak. Indien al

klanten of taken voorhanden zijn, wordt u gevraagd om een van

deze klanten of taken te selecteren of een nieuwe klant / taak aan

te leggen.
OPMERKING: Het begrip 'taak' staat voor een afbeeldingsset die

u gekozen, van commentaar voorzien en aangepast hebt. De

software formatteert de taak automatisch in een rapport. Voor

latere wijzigingen met behulp van de software kunt u reeds

aangelegde taken openen en verder bewerken of een nieuwe taak

aanleggen.
OPMERKING: Het begrip 'klant' staat voor de vermelding van een

klantnaam in de software-interne databank.
Zo legt u een nieuwe taak aan:
1. U kunt een nieuwe taak aanleggen voor een reeds bestaande

klantnaam of eerst een nieuwe klant aanleggen. Om een nieuwe

klant aan te leggen, positioneert u de muis op

en

klikt u vervolgens op het veld om de naam van de nieuwe klant

in te voeren. Klik daarna op 'Nieuwe klant maken'.

2. Klik op 'Nieuwe taak'. Voer een naam in voor de nieuwe taak en

klik daarna op 'Nieuwe taak maken'.

3. Klik op 'Alle afbeeldingssets' om afbeeldingen uit alle tot nu toe

opgeslagen afbeeldingen te selecteren. Het keuzevenster

bevindt zich links in de onderste helft van het beeldscherm,

direct onder het takenoverzicht.

4. De afbeeldingen die u in uw rapport wilt invoegen, kunt u in

groepen (indien ze in groepen werden opgeslagen) of met de

functie 'Alle' selecteren of afzonderlijk toevoegen door de

activering van de vinkjes onder de betreffende afbeelding.

Afbeeldingen op de warmtebeeldcamera worden automatisch in

groepen opgeslagen als sinds de laatste opslag van een nieuwe

afbeelding meer dan 12 uur verstreken zijn. Dit vereenvoudigt

het downloaden van de afbeelding naar een computer.

AFBEELDINGEN AFSTEMMEN EN COMMENTAAR

TOEVOEGEN

In deze stap bereidt u de afbeeldingen voor het rapport voor.

NEDERLANDS

Met de functie AFBEELDINGEN AFSTEMMEN EN

COMMENTAAR TOEVOEGEN kunt u naar bepaalde plaatsen in

de afbeelding verwijzen en in uw eigen woorden toelichten, welke

betekenis de in de afbeeldingen berekende en weergegeven

temperaturen hebben. U kunt spot-temperaturen markeren, het

kleurenpalet wijzigen en verschillende markeringen of

commentaren toevoegen. Klik in de menubalk op AFBEELDINGEN

AFSTEMMEN EN COMMENTAAR TOEVOEGEN of – als u zich in

de werkstap AFBEELDINGEN BEHEREN bevindt – op de knop >

VOLGENDE om de analysefunctie op te roepen.
Kies een afbeelding voor de analyse door op het voorbeeld aan de

linkerzijde van het beeldscherm of op de knoppen < TERUG of >

VOLGENDE te klikken. In de afbeelding ziet u een warmtebeeld

met ingevoegde SPOTMETER en AFB. NOTITIES.

HULPMIDDELEN VOOR HET AFSTEMMEN VAN AFBEELDINGEN

EN HET TOEVOEGEN VAN COMMENTAREN

Onderstaand vindt u een korte beschrijving van alle hulpmiddelen.

U kunt te allen tijde terugkeren naar de werkstap AFBEELDINGEN

AFSTEMMEN EN COMMENTAAR TOEVOEGEN om wijzigingen

uit voeren, zelfs als u al een rapport hebt aangemaakt.
OPMERKING: Teksten in afbeeldingen kunt u heel eenvoudig

wissen door de tekst met de muis te markeren en vervolgens op

de x-toets te klikken.
Symboolbalk voor de keuze van de afbeeldingen:
de voorbeelden worden op de linkerzijde van het beeldscherm

weergegeven. Kies een afbeelding door direct op het voorbeeld of

op de knoppen < TERUG of > VOLGENDE te klikken.
Hulpmiddelen voor de analyse:

COMMENTAREN WEERGEVEN: schakelt de commentaren in

een afbeelding in of uit. Ook als de commentaren uitgeschakeld

zijn, blijven ze voor het rapport behouden. Ze worden alleen

tijdelijk onzichtbaar. Het uitschakelen kan bijv. nuttig zijn om te zien

wat zich onder het commentaar bevindt.
SPOTMETER: Als deze functie geactiveerd is, kunt u met de muis

over het complete warmtebeeld bewegen en op iedere plek van de

opname wordt de temperatuur weergegeven. Door op de linker

muistoets te klikken zet u een SPOTMETER-markering met de

bijbehorende temperatuur.
GEBIEDSMETING: Met deze functie kunt u de gemiddelde

temperatuur in een bepaald gebied meten en weergeven.

Positioneer de muis in de hoek van een gebied dat u wilt

markeren, houd de linker muistoets ingedrukt en trek de omranding

over het gewenste gebied. In het notitiegedeelte rechtsonder in de

hoek van beeldscherm worden de gemiddelde temperatuur

evenals de minimale en maximale temperatuurwaarden binnen het

gekenmerkte gebied weergegeven. ^ toont de hoogste

temperatuurwaarde in dit gebied. v toont de laagste

temperatuurwaarde in dit gebied.
Zie afbeelding

PUNAISE: Met de PUNAISE kunt u een plek markeren en een

commentaar toevoegen. Het commentaar wordt in het

notitiegedeelte onder de afbeelding weergegeven en staat ook in

het rapport vermeld. De onderstaande afbeelding toont een

voorbeeld:

Het commentaar luidt 'De hand van Daniel op het warmtebeeld.'

Op de normale fotografie zijn arm en hand goed te zien, op het

warmtebeeld daarentegen zijn ze moeilijker aan te wijzen. Dit

commentaar werd dus toegevoegd om de ontvanger van het

rapport te helpen om de arm en de hand die naar een bepaalde

buisleiding wijzen, sneller te herkennen.
AFB. NOTITIE: Met deze functie kunt u zeer korte opmerkingen in

de afbeelding aanbrengen. Deze notities verschijnen ook in het

rapport.
ACHTERGRONDATTRIBUTEN: Met deze functie kunt u een

correctiefactor op temperatuurmetingen toepassen om

reflecterende infraroodenergie te compenseren die van

aangrenzende objecten buiten het beeldbereik worden afgestraald.

Onderstaand ziet u een instelvoorbeeld.

OPMERKING: Deze functie hebt u alleen nodig in extreme

gevallen waarbij absolute nauwkeurigheid bij de

temperatuurmeting vereist is. Ze draagt niet bij tot verduidelijking

van temperatuurverschillen, hetgeen in de meeste gevallen bij het

opsporen van fouten vereist is.
ERNST: Met deze functie kunt u een symbool in het warmtebeeld

invoegen dat de betekenis van het warmtebeeld in drie

verschillende niveaus aangeeft: LAAG

VOORZICHTIG

en

OPGELET .

Notitiebalk:
In dit bereik van het beeldscherm worden alle AFB. NOTITIES en

SPOTMETERS weergegeven die u hebt ingevoegd. Ook

aanvullende beschrijvingen worden hier weergegeven. Via de

symbolen minimaliseren/maximaliseren rechts boven de notitiebalk

kunt u de notities uitschakelen. Om de notities weer in te

schakelen, klikt u opnieuw op het symbool. Door de notitiebalk uit

te schakelen staat u meer werkruimte ter beschikking voor het

afstellen van de afbeelding en het toevoegen van commentaren.

De onderstaande afbeelding toont een warmtebeeld dat met alle

ter beschikking staande functies werd bewerkt.

Instelling van meetbereik en kleurenpalet: Met de functies in het

onderste gedeelte van de warmtebeeldweergave kunt u het

meetbereik en het kleurenpalet desgewenst veranderen. U kunt

probleemloos verschillende instellingen uitproberen. De gegevens

die in de bestanden van de warmtebeeldcamera zijn opgeslagen,

blijven ongewijzigd, ook als u de beeldinstellingen wijzigt.

NEDERLANDS