beautypg.com

7 opmerkingen over het veiligheidssysteem – ABUS AZ4299 Terxon SX Base Kit with sounder Installation User Manual

Page 228

background image

8

NL

7 Opmerkingen over het veiligheidssysteem


De Terxon SX inbraakalarmcentrale biedt de
mogelijkheid om voor elk van de 8 alarmzones een
willekeurige configuratie te kiezen om ze optimaal aan
de bedrijfsvoorwaarden aan te passen. Bovendien
raden wij u aan:

• De externe melders in zo klein mogelijke groepen

over de zones te verdelen (bijv. melders parterre op
zone 1, enz.), eventueel apart in te schakelen en voor
zover mogelijk alle zones van de centrale te
gebruiken.

• Het akoestische signaal (sirene) van de signaalgever

dient korter dan het optische signaal (flitslicht) te zijn.
De overeenkomstige alarmeringstijden richten zich
naar de voor het land specifieke voorschriften. (In
Duitsland moet de akoestische alarmering tot 3
minuten worden begrensd!).

• De vertragingstijd dient pas na de praktische controle

definitief ingesteld te worden.

• De code mag alleen aan personen gegeven worden,

die uw volste vertrouwen genieten.

• Bij de bediening van de installatie moet de code zo

ingevoerd worden, dat buitenstaanders de code niet
kunnen zien.

• Het voor de bedrading van de

componenten aanbevolen aansluitsnoer
(minimumdoorsnede: 0,22mm

2

/ader) heeft in de

regel een gekleurde markering van de aders.

Gebruikers- en programmeercode moeten verschillend
zijn.

Om het geheel overzichtelijk te houden, moeten de aders
uniform als volgt worden toegewezen:

Rood: +12V

spanningsvoeding

Zwart: 0V

massa

Geel: alarmcontact

Groen: alarmcontact

Bruin: sabotagecontact

Wit:

sabotagecontact


• Gebruik verdelers voor het aansluiten van meerdere

melders op één alarmzone. Voor het verlengen van
snoeren kunt u beide uiteinden aan elkaar solderen of
klemschroeven gebruiken. Let op een isolatie
(isolatieband, krimphuls) om kortsluitingen en vals
alarm te voorkomen. Neem de illustratie daartoe op
de volgende pagina in acht.

• Ga stap voor stap te werk:
1. Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door.
2. Teken een schema van het object, die de

montageplaats van de melders en van de centrale en
de benodigde snoeren bevat.

3. Leg de benodigde snoeren aan.
4. Monteer de melders en de centrale.
5. Verbind de aansluitsnoeren met de melders en de

centrale.

6. Voorzie de centrale van spanning (accu, stroomnet)
7. Voer de programmering uit.