Achteruit rijden, Remmen, Over hindernissen heen rijden – Karcher ICC 2 D ECO 2SB STAGE IIIa User Manual
Page 94: Veegbedrijf, Toerental motor instellen, Hydraulisch systeem voor werking inschakelen, Toerental zijbezems inschakelen, Sproeiwater in-/uitschakelen, Wateromloopsysteem, Werken zonder wateromloopsysteem
-
7
ƽ
Gevaar
Gevaar voor verwonding! Bij het achteruit-
rijden mogen derden niet in gevaar ge-
bracht worden, eventueel aanwijzingen
laten geven.
Op de rempedaal drukken.
Hendel voor rijrichting op positie (2) zet-
ten (achteruit rijden).
Parkeerrem losmaken.
Langzaam op het gaspedaal drukken.
Tip
Rijgedrag
–
Bij het achteruitrijden klinkt een waar-
schuwingssignaal.
–
Met het gaspedaal kan de rijsnelheid
traploos geregeld worden.
–
Vermijd schokkerig gebruik van het pe-
daal, omdat de hydraulische installatie
anders beschadigd kan raken.
–
Bij capaciteitsafname op hellingen het
rijpedaal zachtjes terugnemen.
–
Wisseling van rijrichting pas na stilstand
van het voertuig doen.
Rijpedaal loslaten, het apparaat remt
zelf en blijft staan.
Tip
De remwerking kan door drukken op de
voetrem ondersteund worden.
ṇ
Waarschuwing
Zijbezems en zuigmond voor het rijden
over hindernissen opheffen.
Hindernissen tot een hoogte van 150 mm:
langzaam en voorzichtig in een hoek
van 45° voorwaarts over hindernis rij-
den.
Hindernissen van meer dan 150 mm hoog-
te:
Er mag alleen over hindernissen heen
gereden worden met een geschikte op-
rijdrempel.
ṇ
Waarschuwing
Gevaar voor beschadiging! Verzeker u er-
van, dat het voertuig niet erop rust.
ƽ
Gevaar
Gevaar voor verwonding! Bij geopende
grofvuilklep kan de veegwals stenen of split
naar voren wegslingeren. Erop letten, dat
geen mensen, dieren of voorwerpen in ge-
vaar gebracht worden.
ṇ
Waarschuwing
Geen pakbanden, draad of dergelijke opve-
gen, dit kan tot verstopping van het zuigka-
naal leiden.
ṇ
Waarschuwing
Om beschadiging van de grond te vermij-
den, niet de veegmachine op één plaats
gebruiken.
Tip
Om een optimaal reinigingsresultaat te krij-
gen, moet de rijsnelheid aan de omstandig-
heden aangepast worden.
Tip
Tijdens het gebruik moet het veeggoedre-
servoir op gezette tijden geledigd worden.
Gas bij stationaire werking op de instel-
ling toerental motor op 1600-1800 1/
min instellen.
(zie instrumentenpaneel)
Tip
Het toerental van de motor kan via het dis-
play van het multifunctioneel instrument
opgeroepen worden.
Hydraulisch systeem voor werking in-
schakelen (eerste trap).
(zie bedieningspaneel)
Zuigturbine en zijbezems inschakelen
(tweede trap).
Tip
Bij uitgeschakeld hydraulisch systeem voor
werking is alleen rijden mogelijk.
Toerental zijbezems met de draairege-
laar instellen.
(zie bedieningspaneel)
–
In de richting van de wijzers van de
klok: toerental zijbezems wordt groter
–
Tegen de wijzers van de klok in: toeren-
tal zijbezems wordt kleiner
Op de schakelaar sproeiwater drukken.
(zie instrumentenpaneel)
Het sproeiwater voor de zijbezems en zuig-
mond wordt geactiveerd.
Tip
De functie van de sproeiwaterpomp wordt
d.m.v. een geel controlelampje aangege-
ven, zie multifunctioneel instrument.
Wanneer de watertank leeg is, gaat het
gele controlelampje uit.
Sproeiwater uitschakelen.
Watertank vullen.
Waterhoeveelheid van de zijbezem-
sproeiers met het regelventiel instellen.
–
In de richting van de wijzers van de
klok: hoeveelheid water wordt groter
–
Tegen de wijzers van de klok in: hoe-
veelheid water wordt kleiner
Tip
Als accessoire is een uitvoering met 2 re-
gelventielen voor een gescheiden regeling
van de waterhoeveelheid verkrijgbaar.
Voor het verhogen van de duur van de inzet
(voorraad vers water) is het apparaat met
een wateromloopsysteem uitgerust. Bij het
wateromloopsysteem wordt water uit het
veeggoedreservoir naar de zuigmond ge-
leid en zo in de kringloop gebracht. Als ex-
tra kan vers water erbij gedoseerd worden.
Veeggoedreservoir tot het einde van
het voorste schuine vlak met water vul-
len. Voor het opzuigen van bladeren
minder water in het veeggoedreservoir
doen.
Hendel voor recycling op ON zetten.
Extra toevoer van vers water naar de
zuigmond met de hendel zuigmond re-
guleren.
Zuigturbine inschakelen, reinigings-
werk beginnen.
Op het einde van de werkzaamheden
de zuigturbine pas ca. 30 seconden na
het opheffen van de zuigmond uitscha-
kelen. Daardoord wordt nadruppelen,
wanneer het apparaat uitgeschakeld is,
voorkomen.
Iedere keer wanneer het veeggoedre-
servoir geledigd wordt, het zeef in het
veeggoedreservoir met de waterslang
uitspoelen en de ruimte achter het zeef
reinigen.
Bij werken zonder wateromloop, de
hendel voor recycling op OFF zetten.
Hendel voor recycling onvoorwaardelijk
bij uitgeschakeld apparaat op OFF zet-
ten, anders bestaat gevaar voor ver-
stopping van de slangleiding naar de
zuigmond.
Achteruit rijden
Remmen
Over hindernissen heen rijden
Veegbedrijf
Toerental motor instellen
Hydraulisch systeem voor werking in-
schakelen
Toerental zijbezems inschakelen
Sproeiwater in-/uitschakelen
Waterhoeveelheid van de zijbezem-
sproeiers reguleren.
Wateromloopsysteem
Werken zonder wateromloopsysteem
94
NL