Nederlands, Inhoudsopgave, Veiligheidsinstructies – Karcher ICC 2 D ECO 2SB STAGE IIIa User Manual
Page 88: Algemene aanwijzingen, Rijfunctie, Apparaten met verbrandingsmotor, Turbinebehuizing, Accessoires en reserveonderdelen
-
1
Gelieve vóór het eerste ge-
bruik van uw apparaat deze
gebruiksaanwijzing te lezen en ze in acht te
nemen. Bewaar deze gebruiksaanwijzing
voor later gebruik of voor eventuele volgen-
de eigenaars.
Voor de eerste inbedrijfstelling de veilig-
heidsaanwijzingen nr. 5.956-250 beslist
doorlezen!
Als u bij het uitpakken transportschade
constateert, neem dan contact op met uw
distributeur.
Lees voor het ingebruiknemen de ge-
bruiksaanwijzing van uw apparaat en
let bijzonder goed op de veiligheids-
voorschriften.
–
De op het apparaat aangebrachte
waarschuwings- en aanwijzingsborden
geven aanwijzingen voor gebruik zon-
der gevaar.
–
Naast de aanwijzingen in de gebruiks-
aanwijzingen moeten de algemene vei-
ligheidsvoorschriften en voorschriften
ter vermijding van ongevallen van de
wetgever in acht genomen worden.
ƽ
Gevaar
Verwondingsgevaar!
Kantelgevaar bij de sterke hellingen.
–
In de rijrichting mag u slechts verhogin-
gen tot 25% nemen.
Kantelgevaar bij snel door de bochten rij-
den.
–
In bochten langzaam rijden.
Kantelgevaar bij onstabiele ondergrond.
–
Het apparaat uitsluitend op bevestigde
ondergrond bewegen.
Kantelgevaar bij de zijwaartse hellingen.
–
Dwars op de rijrichting alleen hellingen
tot maximaal 10 % berijden.
–
De voor motorrijtuigen voorgeschreven
maatregelen, regels en verordeningen
dienen altijd te worden opgevolgd.
–
De bediener moet het apparaat doel-
matig gebruiken. Hij moet bij het rijden
rekening houden met de plaatselijke
omstandigheden en bij het werken met
dit apparaat goed letten op anderen,
vooral op kinderen.
–
Het apparaat mag alleen door perso-
nen worden gebruikt die voor de om-
gang ermee zijn opgeleid of hun
vaardigheden in het bedienen hebben
aangetoond en uitdrukkelijk de op-
dracht hebben gekregen voor het ge-
bruik.
–
Het apparaat mag niet worden gebruikt
door kinderen of jongeren.
–
Het meenemen van begeleidende per-
sonen is niet toegestaan.
–
Het apparaat mag alleen vanuit de stoel
in beweging gezet worden.
Om onbevoegd gebruik van het appa-
raat te voorkomen, dient men de con-
tactsleutel te verwijderen.
Het apparaat mag nooit onbeheerd
worden achtergelaten zolang de motor
nog draait. De bediener mag het appa-
raat pas verlaten, als de motor is uitge-
zet, het apparaat tegen onbedoelde
bewegingen is afgeschermd, eventueel
de handrem is aangetrokken en de con-
tactsleutel uit het contact is gehaald.
ƽ
Gevaar
Verwondingsgevaar!
–
De uitlaat mag niet geblokkeerd wor-
den.
–
Niet over de uitlaat buigen of deze aan-
raken (verbrandingsgevaar).
–
Aandrijfmotor niet aanraken of vastpak-
ken (verbrandingsgevaar).
–
Uitlaatgassen zijn schadelijk voor de
gezondheid, ze mogen niet worden in-
geademd.
–
De motor heeft ca. 3 - 4 seconden na-
loop nodig na het uitzetten. In deze tijd
absoluut uit de buurt blijven van het
aandrijfbereik.
ƽ
Gevaar
Gevaar voor verwonding bij lopende diesel-
motor!
–
De deksel aan de zijkant op de turbine-
behuizing (onder de turbine) nooit ope-
nen.
–
Niet in de turbinebehuizing grijpen.
–
Niet met water in de turbinebehuizing
spuiten.
–
Er mogen alleen toebehoren en onder-
delen gebruikt worden, die door de fa-
brikant zijn goedgekeurd. Origineel
toebehoren en originele onderdelen
staan er borg voor dat het apparaat vei-
lig en storingsvrij gebruikt kan worden.
–
Een selectie van de meest frequent be-
nodigde reserveonderdelen vindt u
achteraan in de gebruiksaanwijzing.
Inhoudsopgave
Veiligheidsinstructies . . . . .
NL . . 1
Algemene aanwijzingen
NL . . 1
Symbolen op het apparaat
NL . . 2
Symbolen in de gebruiksaan-
wijzing . . . . . . . . . . . . . .
NL . . 2
Functie . . . . . . . . . . . . . . . .
NL . . 2
Reglementair gebruik . . . . .
NL . . 2
Geschikte ondergronden
NL . . 2
Zorg voor het milieu . . . . . .
NL . . 2
Elementen voor de bediening en
de functies . . . . . . . . . . . . .
NL . . 3
4-Bezemsysteem . . . . .
NL . . 4
2-Bezemsysteem . . . . .
NL . . 4
Bedieningspaneel . . . . .
NL . . 4
Bedieningspaneel . . . . .
NL . . 4
Schakellijst . . . . . . . . . .
NL . . 4
Bediening . . . . . . . . . . . . . .
NL . . 5
Noodknipperlichtinstallatie
NL . . 5
Multifunctioneel instrument NL . . 5
Ruitenwisser . . . . . . . . .
NL . . 5
Ruitensproei-inrichting .
NL . . 5
Achteruitkijkspiegel instellen NL . . 5
Buitenspiegel instellen .
NL . . 5
Buitenspiegelverwarming
(accessoire). . . . . . . . . .
NL . . 5
Werkverlichting . . . . . . .
NL . . 5
Zwaailicht . . . . . . . . . . .
NL . . 5
Combinatieschakelaar. .
NL . . 5
Hendel voor rijrichting . .
NL . . 5
Parkeerrem . . . . . . . . . .
NL . . 6
Chauffeursstoel instellen
NL . . 6
Comfortstoel (accessoire)
NL . . 6
12V-aansluiting . . . . . . .
NL . . 6
Blazer . . . . . . . . . . . . . .
NL . . 6
Airconditioningssysteem (ac-
cessoire) . . . . . . . . . . . .
NL . . 6
Sturing verse lucht/circulatie-
lucht. . . . . . . . . . . . . . . .
NL . . 6
Verwarming . . . . . . . . . .
NL . . 6
Voor de inbedrijfstelling. . . .
NL . . 6
Afladen . . . . . . . . . . . . .
NL . . 6
Inbedrijfstelling . . . . . . . . . .
NL . . 6
Algemene aanwijzingen
NL . . 6
Tanken. . . . . . . . . . . . . .
NL . . 6
Controle- en onderhouds-
werkzaamheden . . . . . .
NL . . 6
Werking. . . . . . . . . . . . . . . .
NL . . 6
Apparaat starten . . . . . .
NL . . 6
Apparaat verrijden. . . . .
NL . . 6
Veegbedrijf . . . . . . . . . .
NL . . 7
Veeggoedcontainer legen
NL . . 9
Veeggoedreservoir manueel
ledigen . . . . . . . . . . . . . .
NL . . .9
Apparaat uitschakelen . .
NL . . .9
Bladzuigerwerking (acces-
soire) . . . . . . . . . . . . . . .
NL . . .9
Transport . . . . . . . . . . . .
NL . .10
Wegslepen . . . . . . . . . . .
NL . .10
Stillegging . . . . . . . . . . . . . .
NL . .10
Onderhoud. . . . . . . . . . . . . .
NL . .10
Algemene aanwijzingen .
NL . .10
Reiniging . . . . . . . . . . . .
NL . . 11
Onderhoudsintervallen. .
NL . .12
Onderhoudswerkzaamhede
n . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
NL . .12
Toebehoren . . . . . . . . . . . . .
NL . .18
Hulp bij storingen. . . . . . . . .
NL . .19
Technische gegevens . . . . .
NL . .20
EG-conformiteitsverklaring .
NL . .21
Garantie. . . . . . . . . . . . . . . .
NL . .21
Veiligheidsinstructies
Algemene aanwijzingen
Rijfunctie
Apparaten met verbrandingsmotor
Turbinebehuizing
Accessoires en reserveonderdelen
88
NL