beautypg.com

Bosch GCM 12 GDL Professional User Manual

Page 120

background image

120 | Nederlands

1 609 929 W31 | (6.4.11)

Bosch Power Tools

Zagen met afkortbeweging (zie afbeelding Q)
f

Houd de handgreep vóór het inschakelen en tijdens de

gehele zaagbewerking goed vast. Voer tijdens het za-

gen een gecontroleerde beweging met de glijarm uit.

Een moment van onoplettendheid kan door de uiterst licht

lopende glijarm tot ernstig letsel leiden.

– Maak de borging van de glijarm 28 vrij (zie „Borging van

glijarm vrijmaken”, pagina 117).

Controleer door uittrekken en terugduwen van de glijarm

28 of het volledige glijmechanisme bruikbaar is.

– Span het werkstuk overeenkomstig de afmetingen vast.

– Stel de gewenste verstekhoek (horizontaal en/of verticaal)

in.

– Trek de glijarm van de aanslagrail 10 weg tot het zaagblad

zich voor het werkstuk bevindt.

– Schakel het elektrische gereedschap in.

– Druk de vergrendelingshendel 5 in en beweeg de glijarm

met de handgreep 4 langzaam omlaag.

– Duw nu de glijarm in de richting van de aanslagrail 10 en

zaag het werkstuk met gelijkmatige voorwaartse beweging

door.

– Schakel het elektrische gereedschap uit en wacht tot het

zaagblad volledig tot stilstand is gekomen.

– Beweeg de glijarm langzaam omhoog.
Werkstukken van gelijke lengte zagen (zie afbeelding R)
Voor het eenvoudig zagen van werkstukken van gelijke lengte

kunt u de lengtegeleider 36 gebruiken.
U kunt de lengtegeleider aan beide zijden van de zaagtafelver-

lenging 11 monteren.
– Draai de blokkeerschroef 35 los en klap de lengtegeleider

36 over de klemschroef 63.

– Draai de blokkeerschroef 35 weer vast.

– Stel de zaagtafelverlenging 11 op de gewenste lengte in

(zie „Zaagtafel verlengen”, pagina 117).

Diepteaanslag instellen (groef zagen) (zie afbeelding S)
De diepteaanslag moet worden versteld als u een groef wilt

zagen of een afstandaanslag (bijv. Bosch MSF 110) wilt ge-

bruiken.
– Zwenk de diepteaanslag 30 naar buiten.

– Druk op de vergrendelingshendel 5 en zwenk de glijarm in

de gewenste stand.

– Draai de instelschroef 29 tot het einde van de schroef de

diepteaanslag 30 raakt.

– Beweeg de glijarm langzaam omhoog.
Speciale werkstukken
Zet vooral gebogen of ronde werkstukken voor het zagen

goed vast, zodat deze niet kunnen wegglijden. Bij de zaaglijn

mag geen spleet tussen werkstuk, aanslagrail en zaagtafel

ontstaan.
Maak indien nodig speciale houders.

Profielplinten (vloer- of plafondplinten)

bewerken

Profielplinten kunt u op twee verschillende manieren bewer-

ken:
– tegen de aanslagrail geplaatst,

– plat op de zaagtafel liggend.
Bovendien kunt u afhankelijk van de breedte van de profiel-

plint met of zonder trekbeweging zagen.
Probeer de ingestelde verstekhoek altijd eerst uit op een stuk

afvalhout.

Vloerplinten
De volgende tabel bevat aanwijzingen voor het bewerken van vloerplinten.

Instellingen

Tegen

aanslagrail

geplaatst

Plat op de

zaagtafel

liggend

Vloerplint

Linkerzijde

Rechterzijde

Linkerzijde

Rechterzijde

Binnenkant

Horizontale

verstekhoek

45° Links

45° Rechts

Verticale verstekhoek

45° Links

45° Rechts

Positionering van het

werkstuk

Onderkant op zaag-

tafel

Onderkant op zaag-

tafel

Bovenkant tegen

aanslagrail

Bovenkant tegen

aanslagrail

Gereed werkstuk

bevindt zich ...

... Links van

zaagsnede

... Rechts van

zaagsnede

... Links van

zaagsnede

... Rechts van

zaagsnede

Buitenkant

Horizontale

verstekhoek

45° Rechts

45° Links

Verticale verstekhoek

45° Rechts

45° Links

Positionering van het

werkstuk

Onderkant op zaag-

tafel

Onderkant op zaag-

tafel

Bovenkant tegen

aanslagrail

Bovenkant tegen

aanslagrail

Gereed werkstuk

bevindt zich ...

... Rechts van

zaagsnede

... Links van

zaagsnede

... Links van

zaagsnede

... Rechts van

zaagsnede

OBJ_BUCH-1360-001.book Page 120 Wednesday, April 6, 2011 11:11 AM