beautypg.com

Bosch GCM 12 GDL Professional User Manual

Page 111

background image

Nederlands | 111

Bosch Power Tools

1 609 929 W31 | (6.4.11)

Veiligheidsvoorschriften voor radiaalzagen

f

Het elektrische gereedschap wordt geleverd met een

waarschuwingsplaatje in het Engels (in de weergave

van het elektrische gereedschap op de pagina met af-

beeldingen aangeduid met nummer 3).

f

Plak over de Engelse tekst van het waarschuwings-

plaatje de meegeleverde sticker in uw eigen taal voor-

dat u het gereedschap voor het eerst gebruikt.

f

Maak waarschuwingsstickers op elektrisch gereed-

schap nooit onleesbaar.

f

Ga nooit op het elektrische gereedschap staan. Er kun-

nen ernstige verwondingen optreden wanneer het elektri-

sche gereedschap kantelt of wanneer u per ongeluk met

het zaagblad in aanraking komt.

f

Controleer dat de beschermkap correct werkt en vrij

kan bewegen. Klem de beschermkap nooit in geopende

toestand vast.

f

Verwijder nooit zaagresten, houtspanen en dergelijke

uit de buurt van de plaats waar wordt gezaagd terwijl

het elektrische gereedschap loopt. Breng de gereed-

schaparm altijd eerst in de ruststand en schakel het elektri-

sche gereedschap uit.

f

Beweeg het zaagblad alleen ingeschakeld naar het

werkstuk. Anders bestaat er gevaar voor een terugslag als

het zaagblad in het werkstuk vasthaakt.

f

Houd grepen droog, schoon en vrij van olie en vet. Vet-

tige grepen met olie zijn glad en leiden tot het verlies van de

controle over de kettingzaag.

f

Gebruik het elektrische gereedschap alleen als het

werkoppervlak, buiten het te bewerken werkstuk, vrij

is van alle instelgereedschappen, houtspanen en der-

gelijke. Kleine stukken hout of andere voorwerpen die met

het ronddraaiende zaagblad in contact komen, kunnen de

bediener met hoge snelheid raken.

f

Houd de vloer vrij van houtspanen en materiaalresten.

U kunt uitglijden of struikelen.

f

Span het te bewerken werkstuk altijd vast. Bewerk

geen werkstukken die te klein zijn om te worden vast-

gespannen. De afstand van uw hand tot het ronddraaien-

de zaagblad is anders te klein.

f

Gebruik het elektrische gereedschap alleen voor de

materialen die zijn aangegeven bij het gebruik volgens

de bestemming. Anders kan het elektrische gereedschap

overbelast raken.

f

Als het zaagblad vastklemt, schakelt u het elektrische

gereedschap uit en houdt u het werkstuk stil tot het

zaagblad tot stilstand is gekomen. Het werkstuk mag

pas worden bewogen als het zaagblad stil staat. Zo

voorkomt u een terugslag. Maak de oorzaak van het vast-

klemmen van het zaagblad ongedaan voordat u het elektri-

sche gereedschap opnieuw start.

f

Kom niet met uw vingers tussen de bewegende delen

van de glijarm. Uw vingers kunnen vastgeklemd en ern-

stig gewond raken.

f

Houd de handgreep vóór het inschakelen en tijdens de

gehele zaagbewerking goed vast. Voer tijdens het za-

gen een gecontroleerde beweging met de glijarm uit.

Een moment van onoplettendheid kan door de uiterst licht

lopende glijarm tot ernstig letsel leiden.

f

Zaag het werkstuk altijd van voren naar achteren door.

Anders bestaat er gevaar voor een terugslag als het zaag-

blad in het werkstuk vasthaakt.

f

Gebruik geen stompe, gescheurde, verbogen of be-

schadigde zaagbladen. Zaagbladen met stompe of ver-

keerd gerichte tanden veroorzaken door een te nauwe

zaagopening een verhoogde wrijving, vastklemmen van

het zaagblad of terugslag.

f

Gebruik altijd zaagbladen met de juiste maat en vorm

(stervormig of rond) van het opnameboorgat. Zaagbla-

den die niet bij de montagedelen van de zaagmachine pas-

sen, lopen niet rond en leiden tot het verliezen van de con-

trole.

f

Gebruik geen zaagbladen van hooggelegeerd

sneldraaistaal (HSS-staal). Dergelijke zaagbladen kun-

nen gemakkelijk breken.

f

Pak het zaagblad na de werkzaamheden niet vast voor-

dat het afgekoeld is. Het zaagblad wordt tijdens de werk-

zaamheden zeer heet.

f

Gebruik het gereedschap nooit zonder de inlegplaat.

Vervang een defecte inlegplaat. Zonder een correct wer-

kende inlegplaat kunt u zich aan het zaagblad verwonden.

f

Controleer de kabel regelmatig en laat een beschadig-

de kabel alleen door een erkende servicewerkplaats

voor Bosch elektrische gereedschappen repareren.

Vervang een beschadigde verlengkabel. Daarmee

wordt gewaarborgd dat de veiligheid van het elektrische

gereedschap in stand blijft.

f

Bewaar het elektrische gereedschap als u het niet ge-

bruikt op een veilige plaats. Bewaar het op een droge

en afsluitbare plaats. Daarmee voorkomt u dat het elek-

trische gereedschap tijdens het bewaren beschadigd of

door onervaren personen bediend wordt.

f

Richt de laserstraal niet op personen of dieren en kijk

niet zelf in de laserstraal. Dit elektrische gereedschap

brengt laserstraling van laserklasse 2 volgens EN 60825-1

voort. Daardoor kunt u personen verblinden.

f

Vervang de ingebouwde laser niet door een laser van

een ander type. Van een laser die niet bij dit elektrische

gereedschap past, kunnen gevaren voor personen uitgaan.

f

Zet het werkstuk vast. Een met spanvoorzieningen of een

bankschroef vastgehouden werkstuk wordt beter vastge-

houden dan u met uw hand kunt doen.

f

Verlaat het gereedschap nooit voordat het volledig tot

stilstand is gekomen. Uitlopende inzetgereedschappen

kunnen verwondingen veroorzaken.

f

Gebruik het elektrische gereedschap niet met een be-

schadigde kabel. Raak de beschadigde kabel niet aan

LASERSTRALING

Staar niet in de straal

Klasse 2 laser produkt

EN 60825-1: 2007

<1mW, 635 nm

OBJ_BUCH-1360-001.book Page 111 Wednesday, April 6, 2011 11:11 AM