1 aardingsomstandigheden tijdens inlusmodus – HEIDENHAIN PWM 20 User Manual
Page 91

PWM 20
Bedieningshandleiding
nl
93
TTL-interface (met grensposities) en HTL-interface
Pen
Functie
1, 3, 7, 9, 11, 14
Incrementele signalen
2, 4, 10, 12
Voedingsspanning
3, 13, 15
/
6, 8
Limit-signalen
(indien door het meetsysteem onder-
steund)
Signaalbezetting TTL en HTL zie "N".
Aansluiting X4
Signaalbezetting DRIVE-CLiQ zie "P".
Meetsysteem-uitgang X2
Meetsysteem-ingang X1 van het apparaat is galvanisch
verbonden met meetsysteem-uitgang X2. De signalen resp.
de penbezetting van de uitgang komen overeen met de
desbetreffende signalen van de ingang (opgepakt of actief
gereproduceerd).
De signalen worden niet galvanisch gescheiden. De
voedings- en sensorkabels worden afhankelijk van de
desbetreffende modus via de ATS-software vanaf V2.6
geschakeld en kunnen verbonden zijn (zie onderstaande
voorbeelden). Het is altijd gewaarborgd dat de door het
apparaat gegeneerde voedingsspanning niet aanligt bij X2.
Voorbeeld 1
– Apparaat in doorlusmodus (meetsysteem
wordt gevoed door volgelektronica) of ATS-software niet
gestart:
Voorbeeld 2
– Apparaat voedt het meetsysteem via X1:
Kabels van de meetsystemen aansluiten
Meetsystemen permanent op de desbetreffende
aansluitingen aansluiten.
Bij stekkers met schroeven: schroeven niet te vast
aandraaien.
Stekkerverbindingen (meetsysteem-ingang X4) niet
mechanisch belasten.
Niet-gebruikte pennen of litzedraden mogen niet
bezet worden.
4.4.1
Aardingsomstandigheden tijdens inlusmodus
Het apparaat heeft een interne geschakelde
voedingseenheid met een groot bereik. Daarom is de
aansluiting van de aardleiding PE (veiligheidsaarde)
noodzakelijk die ook met de behuizing van het apparaat
verbonden is. Wordt het apparaat in de regelkring van een
machine met NC-besturing geïntegreerd, dan stelt het aan
extra aardingspunt voor dat het schermconcept verandert.
Dat kan als volgt worden voorkomen:
apparaat via een scheidingstransformator voeden, of
apparaat voeden met DC 24 V
Voor het analyseren van meetgegevens van het apparaat
wordt een pc op de USB-interface van het apparaat
aangesloten. Meestal zijn in de pc de 0 V en de aansluiting
van de aardleiding onderling verbonden (ook USB). Wordt
het apparaat geïntegreerd in de regelkring van een machine
met NC-besturing, dan veranderen ook de omstandigheden
op de 0-V-verbinding.
Dat kan als volgt worden voorkomen:
als pc een laptop met batterijvoeding gebruiken, of
laptop met een voedingseenheid zonder aansluiting voor
aardleiding gebruiken