beautypg.com

Petzl NAVAHO SIT FAST User Manual

Page 19

background image

19

NAVAHO SIT / NAVAHO SIT FAST / TOP / TOP CROLL C79502-C (200907)

(NL) NEDERLANDS

Gebruiksvoorschriften

- NAVAHO SIT en NAVAHO SIT FAST

Zitgordel, positioneringgordel.

- NAVAHO SIT of NAVAHO SIT FAST verbonden met de borstgordel TOP

Antivalgordel, positioneringgordel en zitgordel.

- NAVAHO SIT of NAVAHO SIT FAST verbonden met de borstgordel TOP CROLL

Antivalgordel, positioneringgordel en zitgordel, gordel voor rope-access met

geïntegreerde CROLL touwklem.

A

Enkel de niet-doorkruiste technieken en/of die zonder het pictogram “doodshoofd” zijn

toegelaten. Neem regelmatig kennis van de nieuwe updates van deze documenten op onze

website www.petzl.com

Indien u twijfelt of moeite heeft om het te begrijpen, gelieve dan contact op te nemen

met PETZL.

Toepassingsveld

- NAVAHO SIT en NAVAHO SIT FAST

Zitgordel, positioneringgordel.

- NAVAHO SIT of NAVAHO SIT FAST verbonden met de borstgordel TOP

Antivalgordel, positioneringgordel en zitgordel.

- NAVAHO SIT of NAVAHO SIT FAST verbonden met de borstgordel TOP CROLL

Antivalgordel, positioneringgordel en zitgordel, gordel voor rope-access met

geïntegreerde CROLL touwklem.

Dit product mag niet méér belast worden dan toegelaten en mag niet gebruikt worden in

elke andere situatie waarvoor het niet voorzien is.

OPGELET

De activiteiten die het gebruik van deze uitrusting vereisen zijn van nature gevaarlijk.

U bent verantwoordelijk voor uw handelingen en beslissingen.

Alvorens deze uitrusting te gebruiken, dient u:

- Alle gebruiksinstructies te lezen en te begrijpen.

- Een aangepaste training te hebben gevolgd voor het gebruik van deze uitrusting.

- Zich vertrouwd te maken met uw uitrusting ; zijn prestaties en beperkingen leren kenen.

- De inherente risico’s te begrijpen en te aanvaarden.

Het niet-respecteren van één van deze waarschuwingen kan de oorzaak zijn van

ernstige of dodelijke verwondingen.

Verantwoordelijkheid

OPGELET, een aangepaste training in deze toepassing is noodzakelijk vóór gebruik.

Dit product mag enkel gebruikt worden door bevoegde en beraden personen of die onder

direct visueel toezicht van een competent en beraden persoon geplaatst zijn.

Het aanleren van de gepaste technieken en veiligheidsmaatregels gebeurt onder uw eigen

verantwoordelijkheid.

U neemt persoonlijk alle risico’s en verantwoordelijkheid voor eventuele schade,

verwondingen of overlijden, ongeacht de manier waarop dit zou kunnen optreden

na verkeerdelijk gebruik van onze producten. Indien u niet in staat bent om deze

verantwoordelijkheid op te nemen of om dit risico te lopen, gebruik dit materiaal dan niet.

Terminologie van de onderdelen

- Borstgordel TOP:

(1) Borstriemen, (2) Dorsale sluitingsgesp, (3) Sternum-bevestiging EN 361,

(4) Directioneel verbindingselement.

- Borstgordel TOP CROLL:

(1) Borstriemen, (2) Dorsale sluitingsgesp, (3) Sternum-bevestiging EN 361, (4a) Ventrale

touwklem met geïntegreerde CROLL EN 12841, (4b) Directionele snelschakel met

scheidingstaafje, (16) Spanveer, (17) Veiligheidspal, (18) Verbindingsoog.

- Zitgordels NAVAHO SIT en NAVAHO SIT FAST:

(5) Ventraal inbindpunt (textiel) voor de verbinding tussen borst- en zitgordel,

(6) Heupriem, (7) Navel-bevestiging EN 358, EN 813, (8) Laterale bevestigingsringen

op heupriem EN 358, (9) Verbindingsgesp achteraan tussen borst- en zitgordel met

inbindpunt voor werkplaatsbeperking EN 358, (10) Regelbare DoubleBack sluiting,

(10bis) FAST snelgespen, (11) Materiaallus, (12) Bandgeleider voor materiaal-drager,

(13) Bandgeleider voor borstriem, (14) Verstelbare elastieken, (15) Etiket voor markering

opgeborgen in de heupriempolstering.

Voornaamste materialen

Gordel: polyester, staal (sluitingsgespen), aluminiumlegering (inbindpunten).

Ventrale CROLL touwklem: aluminiumlegering (body), verchroomd staal (spanveer),

polyamide (veiligheidspal).

Check: te controleren punten

Vóór elk gebruik

- Gordel

Nazicht van de riemen ter hoogte van de bevestigingen, van de sluitingsgespen en van de

veiligheidsstiksels.

Controleer scheuren, slijtageverschijnselen en schade ten gevolge van het gebruik, hitte,

chemische producten enz... Let op doorgesneden vezels.

Check de goede werking van de DoubleBack en FAST gespen.

- TOP

Directioneel verbindingselement

Nazicht van het body, de snapper, de klinknagel, de vergrendelring op afwezigheid van

scheuren, vervormingen, corrosie... Open de snapper en check dat hij zich automatisch

sluit als u hem loslaat. Controleer de goede werking van de vergrendelring. Het gaatje van

de Keylock, ter hoogte van de snapper, mag niet verstopt zitten (aarde, steentjes,...).

- TOP CROLL

Directionele snelschakel

Vóór elk gebruik, nazicht van het body.

Controleer of de vergrendelring correct en volledig aangedraaid is (men mag geen

schroefdraad meer zien) en vastgezet is op een kracht van 3 Nm.

Ventrale CROLL touwklem

Vóór elk gebruik, nazicht van het body, het verbindingsoog, de veren, de spanveer en

de veiligheidspal (scheuren, krassen, vervorming, slijtage, corrosie) en check dat de

spanveer op de juiste as ligt. Controleer de tanden op slijtage. OPGELET, als er tanden

ontbreken, of als ze versleten zijn, gebruik dan deze touwklem niet meer.

Tijdens het gebruik

Het is belangrijk om regelmatig de toestand van het product te controleren. Vergewis er u

van dat alle elementen goed verbonden en goed geplaatst zijn ten opzichte van elkaar.

Meer details over de uit te voeren controle voor elk PBM in de specifieke PBM CDROM

van PETZL of op www.petzl.com/ppe

Bij twijfel, contacteer uw lokale PETZL verdeler.

B

NAVAHO SIT en NAVAHO SIT FAST
Schema 1. Aantrekken van de gordel

Open de gespen van de beenlussen.

1A. Houd de zitgordel vast bij de heupriem, steek de voeten er door en trek hem aan.

1B. Span de heupriem aan door aan de riemen te trekken. Berg het overschot aan riemen

(goed platgedrukt) zorgvuldig weg in de bandgeleiders.

- Kort overschot: steek ze door de bandgeleiders voor de sluitingsgespen.

- Lang overschot: bij een teveel aan riemen, steek ze door de laterale bevestigingsringen

en dan door de bandgeleiders onder deze ringen.

1C. Sluit de gespen en pas de beenlussen aan.

- NAVAHO SIT: DoubleBack gespen.

- NAVAHO SIT FAST: Sluit de FAST gespen. Let op losse voorwerpen die de goede werking

van de FAST gespen kunnen hinderen (steentjes, zand, kledij...). Controleer of ze goed

vergrendeld zijn.

Afstelling en ophangingtest

Uw gordel moet dicht bij het lichaam worden aangepast om het risico op verwondingen

bij een val te beperken.

De gebruiker dient een ophangingtest op elk inbindpunt en verschillende bewegingen

met zijn uitrusting uit te voeren, om er zeker van te zijn dat dit de gepaste maat is en

voldoende comfort verzekert voor het gewenste gebruik, en dat alles optimaal afgesteld is.

C

WERKPOSITIONERING en WERKPLAATSBEPERKING
Schema 2. Gordel voor werkpositionering en

werkplaatsbeperking EN 358: 2000

Deze inbindpunten zijn bedoeld om ofwel de gebruiker in positie te houden

op zijn werkplaats (werk onder spanning: werkpositionering), ofwel hem te

verhinderen een plaats te bereiken waar een valrisico bestaat (principe van de

leiband: werkplaatsbeperking). Deze inbindpunten mogen enkel gebruikt worden voor

het bevestigen aan een systeem voor werkpositionering of werkplaatsbeperking, met een

maximale valhoogte van 0,5 m.

Deze inbindpunten zijn niet ontworpen voor een gebruik als antival-beveiliging en het kan

nodig zijn om deze systemen voor werkpositionering en werkplaatsbeperking aan te vullen

met beschermingsmiddelen tegen hoogtevallen van collectieve aard (bv. veiligheidsnetten)

of individuele aard (bv. een valstop-systeem volgens de EN 363 norm).

Bij gebruik in een valstop-systeem volgens de EN 363 norm, vul uw zitgordel aan met een

TOP of TOP CROLL borstgordel.

2A. Ventraal inbindpunt

2B. Laterale bevestigingsringen op heupriem

Gebruik steeds beide laterale bevestigingsringen samen door ze te verbinden met een

leeflijn voor werkpositionering om comfortabel gesteund te zitten in de heupriem.

De voeten moeten gesteund zijn voor een comfortabele houding.

Regel de leeflijn voor werkpositionering zodanig dat het verankeringpunt ter hoogte van

of boven het middel geplaatst is. De leeflijn wordt onder spanning gehouden en de vrije

verplaatsing is beperkt tot 0,5 m.

2C. Verbindingspunt achteraan voor werkplaatsbeperking

Dit verbindingspunt achteraan de heupriem is enkel een weerhoudingspunt dat u

verhindert een plaats te bereiken waar een valrisico bestaat (principe van de leiband).

Controleer regelmatig de elementen van de afstelling en/of bevestiging tijdens het gebruik.

D

Schema 3. Zitgordel:

EN 813: 1997

Ventraal inbindpunt

De EN 813: 1997 norm betreft de zitgordels die gebruikt moeten worden in systemen van

werkpositionering, werkplaatsbeperking en rope-access wanneer een laag inbindpunt

noodzakelijk is.

Gebruik dit ventraal inbindpunt voor het verbinden van een afdaalapparaat, leeflijnen voor

werkpositionering of voortbeweging.

Dit inbindpunt is niet geschikt voor valstop-systemen.

E

NAVAHO SIT of NAVAHO SIT FAST verbonden met de borstgordel

TOP
Schema 4. De voorbereiding

Om de borstgordel te verbinden met de zitgordel, schuif de dorsale riem door de

verbindingsgesp achteraan (9) en dan door de elastische bandgeleider. Schuif vervolgens

deze riem door de dorsale DoubleBack sluitingsgesp (2), dan opnieuw door de elastische

bandgeleider.

F

Schema 5. Aantrekken van de gordel

Open de gespen van de beenlussen.

5A. Laat de borstriemen aan één zijde, houd de zitgordel vast bij de heupriem, steek er de

voeten door en trek hem aan.

5B. Span de heupriem aan door aan de riemen te trekken. Berg het overschot aan riemen

(goed platgedrukt) zorgvuldig weg in de bandgeleiders.

- Kort overschot: steek ze door de bandgeleiders voor de sluitingsgespen.

- Lang overschot: bij een teveel aan riemen, steek ze door de laterale bevestigingsringen

en dan door de bandgeleiders onder deze ringen.

5C. Sluit de gespen en pas de beenlussen aan.

- NAVAHO SIT: DoubleBack gespen.

- NAVAHO SIT FAST: Sluit de FAST gespen. Let op losse voorwerpen die de goede werking

van de FAST gespen kunnen hinderen (steentjes, zand, kledij...). Controleer of ze goed

vergrendeld zijn.

5D. Plaats de schouderriemen op de schouders. Plaats het verbindingselement in het

ventraal inbindpunt (in textiel) dat voor de verbinding zorgt tussen borst- en zitgordel (5).

Schroef de vergrendelring van het verbindingselement vast.

5E. Pas de schouderriemen aan. Berg het overschot aan riemen (goed platgedrukt)

zorgvuldig weg in de bandgeleiders van de schouderriemen.

5F. Eenmalige dorsale afstelling

Voer deze afstelling eenmalig uit bij de eerste installatie van uw gordel en laat u hierbij

helpen door een andere persoon.

Verschuif de bandgeleider van de riem zodat de dorsale riem opgespannen is in beide

lengtes (er mag geen gedeelte los hangen).

Berg het overschot aan riemen (goed platgedrukt) zorgvuldig weg in de bandgeleiders om

niet gehinderd te worden bij het werken.

Pas de afstelling aan volgens uw lichaamsbouw, plaats de DoubleBack gesp ter hoogte

van de schouderbladen.

Afstelling en ophangingtest

Uw gordel moet dicht bij het lichaam worden aangepast om het risico op verwondingen

bij een val te beperken.

De gebruiker dient een ophangingtest op elk inbindpunt en verschillende bewegingen

met zijn uitrusting uit te voeren, om er zeker van te zijn dat dit de gepaste maat is en

voldoende comfort verzekert voor het gewenste gebruik, en dat alles optimaal afgesteld is.

G

Schema 6. Ovaal directioneel verbindingselement met manuele

vergrendeling

Dit verbindingselement EN 362: 2004, onderdeel van de gordel, is een verbindingselement

om de voorkant van de borstgordel te verbinden met de heupriem. Gebruik hem niet om

er een leeflijn of een energie-absorber aan te verbinden.

6A. OPGELET: GEVAAR, gebruik het verbindingselement steeds met gesloten en

vergrendelde snapper. De weerstand van een verbindingselement vermindert sterk, als de

snapper per ongeluk zou opengaan.

Controleer systematisch of de snapper goed gesloten is door hem in te drukken met

de hand.

6B. Gesloten, biedt het verbindingselement maximale weerstand in zijn lengte. Elke andere

positie vermindert zijn weerstand.

H

ANTIVAL
Schema 7. Antivalgordel EN 361: 2002

Gordel volledig uitgerust voor antival-vereisten, onderdeel van een valstop-systeem

volgens de EN 363 norm (persoonlijke beschermingssystemen tegen hoogtevallen).

Hij moet gebruikt worden in combinatie met verankeringen EN 795, vergrendelbare

karabiners EN 362, absorbers EN 355, enz...

7A. Sternaal inbindpunt

Enkel dit punt dient voor het verbinden van een valstop-systeem zoals bv. een mobiele

antival-beveiliging op touw, een energie-absorber..., systemen die beschreven zijn in de

EN 363 norm. Om dit punt beter te identificeren, is het aangeduid met de letter A.

Tirant d’air: vrije hoogte onder de gebruiker

De resterende hoogte onder de gebruiker moet voldoende zijn zodat hij geen hindernissen

raakt bij een val. De specifieke berekeningen van de tirant d’air zijn uitgelegd in de

technische bijsluiters van de andere onderdelen (energie-absorber, mobiele antival-

beveiliging,...).

I

NAVAHO SIT of NAVAHO SIT FAST verbonden met de borstgordel

TOP CROLL
Schema 8. De voorbereiding

Om de borstgordel te verbinden met de zitgordel, schuif de dorsale riem door de

verbindingsgesp achteraan (9) en dan door de elastische bandgeleider. Schuif vervolgens

deze riem door de dorsale DoubleBack sluitingsgesp (2), dan opnieuw door de elastische

bandgeleider.

Om de CROLL te verbinden met de voorkant van de zitgordel, schroef de snelschakel in

het ventraal verbindingspunt in textiel (5). Draai hem aan en zet hem vast met een sleutel

op 3 Nm. Vergeet niet het scheidingstaafje neer te dukken en vast te clippen.

J

Schema 9. Directionele snelschakel

Deze snelschakel, onderdeel van de gordel, is een verbindingselement om de voorkant van

de borstgordel te verbinden met de heupriem. Hij moet steeds vastgezet worden op 3 Nm

(onmogelijk met de hand los te maken).

Gebruik hem niet om er een leeflijn of een energie-absorber aan te verbinden.

K

Schema 10. Aantrekken van de gordel

Open de FAST gespen van de beenlussen.

10A. Spreid de schouderriemen, houd de gordel vast bij de heupriem, steek de voeten er

door en trek hem aan.

10B. Plaats de schouderriemen op de schouders.

10C. Span de heupriem aan door aan de riemen te trekken. Berg het overschot aan riemen

(goed platgedrukt) zorgvuldig weg in de bandgeleiders.

- Kort overschot: steek ze door de bandgeleiders voor de sluitingsgespen.

- Lang overschot: bij een teveel aan riemen, steek ze door de laterale bevestigingsringen

en dan door de bandgeleiders onder deze ringen.

10D. Sluit de FAST gespen en pas de beenlussen aan. Let op losse voorwerpen die de

goede werking van de FAST gespen kunnen hinderen (steentjes, zand, kledij...). Controleer

of ze goed vergrendeld zijn.

10E. Pas de schouderriemen aan. Berg het overschot aan riemen (goed platgedrukt)

zorgvuldig weg in de bandgeleiders van de schouderriemen.

10F. Eenmalige dorsale afstelling

Voer deze afstelling eenmalig uit bij de eerste installatie van uw gordel en laat u hierbij

helpen door een andere persoon.

Verschuif de bandgeleider van de riem zodat de dorsale riem opgespannen is in beide

lengtes (er mag geen gedeelte los hangen).

Berg het overschot aan riemen (goed platgedrukt) zorgvuldig weg in de bandgeleiders om

niet gehinderd te worden bij het werken.

Pas de afstelling aan volgens uw lichaamsbouw, plaats de DoubleBack gesp ter hoogte

van de schouderbladen.

Afstelling en ophangingtest

Uw gordel moet dicht bij het lichaam worden aangepast om het risico op verwondingen

bij een val te beperken.

De gebruiker dient een ophangingtest op elk inbindpunt en verschillende bewegingen

met zijn uitrusting uit te voeren, om er zeker van te zijn dat dit de gepaste maat is en

voldoende comfort verzekert voor het gewenste gebruik, en dat alles optimaal afgesteld is.

L

ANTIVAL
Schema 11. Antivalgordel EN 361: 2002

Gordel volledig uitgerust voor antival-vereisten, onderdeel van een valstop-systeem

volgens de EN 363 norm (persoonlijke beschermingssystemen tegen hoogtevallen).

Hij moet gebruikt worden in combinatie met verankeringen EN 795, vergrendelbare

karabiners EN 362, absorbers EN 355, enz...

11A. Sternaal inbindpunt

Enkel dit punt dient voor het verbinden van een valstop-systeem zoals bv. een mobiele

antival-beveiliging op touw, een energie-absorber..., systemen die beschreven zijn in de

EN 363 norm. Om dit punt beter te identificeren, is het aangeduid met de letter A.

Tirant d’air: vrije hoogte onder de gebruiker

De resterende hoogte onder de gebruiker moet voldoende zijn zodat hij geen hindernissen

raakt bij een val. De specifieke berekeningen van de tirant d’air zijn uitgelegd in de

technische bijsluiters van de andere onderdelen (energie-absorber, mobiele antival-

beveiliging,...).

M

ROPE-ACCESS
Ventrale CROLL touwklem

EN 12841: 2006
Toepassingsveld

De ventrale CROLL touwklem EN 12841: 2006 is een toestel voor touwen van het type B,

bestemd om te worden gebruikt bij verplaatsing naar boven op het werktouw.

OPGELET, hij moet verplicht worden gebruikt met een systeem van het type A voor

tegen-beveiliging op een tweede touw, met name het veiligheidstouw (bv. de mobiele

antival-beveiliging voor touw ASAP).

De ventrale CROLL touwklem is niet geschikt voor een gebruik in een valstop-systeem

volgens de EN 363 norm.

Diameter van het touw

Gebruik een semi-statisch touw van 10 tot 13 mm diameter (kern + mantel) EN 1891

type A.

Schema 12. Installatie op het touw

Neem de veiligheidspal tussen duim en wijsvinger en trek de spanveer naar beneden.

Vergrendel de veiligheidspal op het body van het toestel. De spanveer blijft aldus in open

positie.

Plaats het touw in de voorziene gleuf. Ontgrendel de pal zodat de spanveer tegen het touw

kan drukken.

De veiligheidspal verhindert dat de spanveer ongewild open gaat.

Om het touw te verwijderen

Laat het toestel naar boven glijden op het touw en open gelijktijdig de spanveer door de

pal over te halen.

Schema 13. Werkingsprincipe

13A. Opklimmen

De CROLL is een toestel voor verplaatsingen op touw (naar boven). Hij blokkeert in één

richting onder druk van uw gewicht (naar beneden) en glijdt vrij over het touw in de

tegenovergestelde richting (naar boven).

De tanden bijten zich vast in de mantel en dit start het klemmen van de spanveer. De

spanveer blokkeert het touw. De gleuven in de spanveer dienen voor de evacuatie van

neerslag op het touw.

13B. Om de CROLL te laten afdalen (in uitzonderlijke gevallen)

Laat het toestel een weinig naar boven glijden op het touw en duw gelijktijdig de spanveer

in met de wijsvinger. Kom niet aan de veiligheidspal want er is een gevaar dat de spanveer

ongewild open gaat.

13C. Test de goede werking