beautypg.com

38 39 nederlands nederlands – Milwaukee M12 TI User Manual

Page 20

background image

38

39

NEDERLANDS

NEDERLANDS

Deze instellingen signaleren de camera, welk materiaal moet

worden gemeten. De instelling van de correcte emissiegraad is

belangrijk en heeft een signifi cante invloed op de

nauwkeurigheid van de temperatuurmeting. In onderstaande

tabel staan de verschillende materialen en de betreffende

emissiewaarden vermeld.
ALUMINIUM .......................0,35

ASFALT ..............................0,95

BRICK ..................................0,95

BETON ................................0,83

KOPER ...............................0,60

IJZER ..................................0,70

AARDOLIE ..........................0,94

VERF ..................................0,93

RUBBER .............................0,95

ZAND ..................................0,90

BODEM ..............................0,92

STAAL .................................0,80

WATER ...............................0,93

HOUT .................................0,94

Onder TILPASSET kunt u numeriek de emissiegraad instellen.

Onder MATERIAAL kunt u de vooringestelde emissiegraden

van de desbetreffende materialen kiezen.
De emissiegraad is de verhouding van de warmtestraling van

het gemeten oppervlak tot een zwart lichaam bij identieke

temperatuur. Een zwart lichaam is theoretisch een perfecte

uitstraler van infrarode straling (IR).
Dat wil zeggen dat u de gevoeligheid van de

warmtebeeldcamera onafhankelijk van de infrarode

stralingseigenschappen van het meetobject kunt instellen.

Refl ecterende materialen (metaal, glas) hebben een lage

emissiegraad en vergen dus meer correctie.
Bij metingen van oppervlakken met een zeer lage emissiegraad

kunt u de nauwkeurigheid van de temperatuurmeting verhogen

door het oppervlak met zwart isolatieband te beplakken of

matzwart te lakken. Matzwarte oppervlakken hebben een

emissiegraad van 0,95.
WAARSCHUWING

Beperk het gevaar voor een elektrische schok, brand of vuur tot

een minimum en breng nooit isolatieband of verf aan op

elektrisch geladen delen. Controleer altijd eerst of de

elektrische installatie is uitgeschakeld voordat u een dergelijk

oppervlak aanraakt.

HANDBEDIENINGSBEREIK OF AUTOMATISCH BEREIK

Bij het inschakelen van de warmtebeeldcamera is altijd de

AUTOMATISCH BEREIK vooringesteld. Dat wil zeggen dat

automatisch de laagste en de hoogste temperatuur het

temperatuurbereik van het warmtebeeld bepalen. Meestal

worden daarmee de beste resultaten bereikt. Voor het instellen

van een kleiner of groter temperatuurbereik kunt u

HANDBEDIENINGSBEREIK kiezen.
Typische redenen voor de keuze van

HANDBEDIENINGSBEREIK:
het meetobject heeft een klein temperatuurbereik en u wilt

waarborgen dat de geringe temperatuurverschillen ook worden

weergegeven. Hiervoor stelt u de HANDBEDIENINGSBEREIK

kleiner in dan de AUTOMATISCH BEREIK.
Op het meetobject bevindt zich een extreem heet punt en u wilt

waarborgen dat dit nauwkeurig kan worden gemeten. Hiervoor

stelt u de HANDBEDIENINGSBEREIK groter in dan de

AUTOMATISCH BEREIK.
Op het meetobject bevinden zich extreem hete en extreem

koude bereiken en u wilt waarborgen dat beide temperaturen

nauwkeurig worden gemeten. Hiervoor stelt u de

HANDBEDIENINGSBEREIK groter in dan de AUTOMATISCH

BEREIK.

Voor het instellen van HANDBEDIENINGSBEREIK gaat u als

volgt te werk:
Toets

indrukken en BEREIK kiezen. Op het display

verschijnt de volgende weergave:

50

48.6°C

30

HANDMATIG

AUTO

Toets

indrukken en HANDMATIG kiezen. Op het display

verschijnt de volgende weergave:

NIV.

VER.

21

19.0°C

10

Toets en indrukken om de spanne voor de beste

weergave te in te stellen.
Toets en indrukken om het niveau (NIV.) voor de beste

weergave in te stellen. Bij het verschuiven van NIV wordt het

hele temperatuurvenster over het bereik verschoven.
Toets

meerdere malen indrukken om ingesteld niveau en

ingestelde spanne te bevestigen en naar de bedrijfsmodus

terug te keren.

KLEURENPALET WISSELEN

Op de volgende afbeeldingen ziet u de kleurenpaletten IJZER,

REGENB en GRIJS. IJZER is de standaardinstelling. Deze

instelling is het meest geschikt bij kleine

temperatuurverschillen.

111

37.5°C

71

GRIJS

REGENB

IJZER

111

42.0°C

69

GIJS

REGENB

IJZER

111

38.3°C

71

GIJS

REGENB

IJZER

De kleurenpaletten kunnen worden gewijzigd.
GRIJS toont de meeste details en is geschikt voor

gegevensformaten die kleur niet ondersteunen.
In tegenstelling tot IJZER maakt REGENB gebruik van een

groter kleurenspectrum. Daarmee kan een groter

temperatuurbereik worden weergegeven.
Ga als volgt te werk om van kleurenpalet te wisselen:
toets

indrukken en met toets KLEUR kiezen, daarna toets

indrukken. Met de toetsen en kiest u REGENB of

GRIJS en bevestigt de selectie met

.

EEN WARMTEBEELD MAKEN

Opmerking: Voor het opslaan van beelden moet een SD-kaart

geïnstalleerd zijn. Als geen SD-kaart geïnstalleerd is, verschijnt

de melding SD CARD MISSING.
Druk toets ca. 2,5 seconden lang in totdat het display

oplicht.

Tijdens het warmlopen ziet u op de warmtebeeldcamera een

progressiebalk. Daarna volgt de kalibrering van de sensor.
Vanuit de rustmodus is de warmloopfase slechts kort. Tijdens

het warmlopen reageert de camera niet op de bediening van de

toetsen.
Open de objectief-afdekking en laat deze vastklikken.
Stel de beeldscherpte in aan de stelring. Stel de beeldscherpte

in kleine stappen in en observeer het beeld voordat u een

verdere instelling uitvoert. De scherpinstelling wijkt af van die

bij normale beelden.
In de onderstaande afbeelding bedraagt de temperatuur in het

midden van het warmtebeeld 48,6 °C (weergave boven).

Onderin kunt u aan de kleurbalk het temperatuurbereik

aangeven (spanne 30 °C - 50 °C). De spanne wordt in de

modus AUTO (standaardinstelling) automatisch ingesteld.

50

48.6°C

30

HANDMATIG

AUTO

Met de drukschakelaar kunt u het weergegeven beeld

opnemen. Door nogmaals indrukken slaat u het beeld op op de

SD-kaart.

230

Ý&

95

ANULLËR

GEM

Als u het beeld niet wilt opslaan, kiest u met toets ANULLË

en bevestigt uw keuze met toets

.

Opmerking: De warmtebeeldcamera pauzeert elke minuut

even om de sensor te kalibreren. Daarbij hoort u een klik.

Tijdens het kalibreren reageert de camera niet op de bediening

van de toetsen.

EEN FOTO MAKEN

Steeds als een warmtebeeld wordt gemaakt, neemt de

warmtebeeldcamera gelijktijdig een normaal beeld op. Het

warmtebeeld en het normale beeld worden samen opgeslagen.

Met toets

kunt u schakelen tussen de weergave van het

warmtebeeld of het normale beeld.
Op onderstaande afbeelding ziet u hetzelfde bereik als op het

voorafgaande warmtebeeld. De normale foto maakt het

gemakkelijker om het warmtebeeld aan de objecten toe te

wijzen.

De camera voor de normale foto's heeft een eigen objectief

(onder het objectief voor de warmtebeeldcamera).

Scherpstelling is hier niet nodig.
Opmerking: Als opnames met de normale camera van slechte

kwaliteit zijn, moet u controleren of het objectief verontreinigd

is. Reinig zo nodig het objectief met een vochtige doek of een

reinigingsvloeistof.

OPGESLAGEN BEELDEN BEKIJKEN

Druk op de toets

. U ziet het laatste warmtebeeld. Tijdens

het bekijken van de opgeslagen beelden kunt u met toets

heen en weer schakelen tussen warmtebeeld en normaal

beeld.
Druk op toets om verdere beelden te bekijken.
Druk op toets

om naar de opnamemodus terug te keren.

AKKU

Nieuwe wisselakku’s bereiken hun volle kapaciteit na 4-5 laad-/

ontlaadcycli. Langere tijd niet toegepaste wisselakku’s vóór

gebruik altijd naladen.
Een temperatuur boven de 50°C vermindert de capaciteit van

de accu. Langdurige verwarming door zon of hitte vermijden.
De aansluitkontakten aan het laadapparaat en de akku

schoonhouden.

ONDERHOUD

Houd de cameraoptiek altijd schoon.
Gebruik uitsluitend Milwaukee toebehoren en onderdelen.

Indien componenten die moeten worden vervangen niet zijn

beschreven, neem dan contact op met een offi cieel Milwaukee

servicecentrum (zie onze lijst met servicecentra).
Onder vermelding van het tiencijferige nummer op het

machineplaatje is desgewenst een doorsnedetekening van de

machine verkrijgbaar bij: Milwaukee Electric Tool,

Max-Eyth-Straße 10, D-71364 Winnenden, Germany.

SYMBOLEN

Graag instructies zorgvuldig doorlezen vóórdat

u de machine in gebruik neemt.

Voor alle werkzaamheden aan de machine de

akku verwijderen.

Geef elektrisch gereedschap niet met het

huisvuil mee! Volgens de Europese richtlijn

2002/96/EG inzake oude elektrische en

lektronische apparaten en de toepassing

daarvan binnen de nationale wetgeving, dient

gebruikt elektrisch gereedschap gescheiden te

worden ingezameld en te worden afgevoerd

naar een recycle bedrijf dat voldoet aan de

geldende milieu-eisen.

Winnenden, 2012-05-09
Milwaukee Electric Tool

Max-Eyth-Straße 10

D-71364 Winnenden