beautypg.com

Enerpac E-Series User Manual

Page 34

background image

34

5.0 BESCHRIJVING EN ONTWERPVOORZIENINGEN

De ingaande- en uitgaande draairichting zijn dezelfde. (VOORBEELD:
De ingaande draairichting, bijvoorbeeld rechtsom (CW), creëert
een uitgaande draairichting rechtsom (CW). Krachtvermeerderaars
gebruiken planetaire tandwielactie voor het aanhalen/losmaken
met een ononderbroken 360° rotatie naar rechts of naar links.
Een inwendige, bi-directionele antiterugslagbeveiligingapparaat
verhindert eventuele terugslag (niet beschikbaar op de E290+,
E291, E391).

N.B.: De afsteun- of reactiekracht is gelijk aan de uitgaande
(aanhaal)kracht en gaat in de tegenovergestelde richting van de
ingangs-en uitgaande kracht.

Afhankelijk van de krachtvermeerderaar-type wordt reactiearm
op de plaats gehouden met een aanslagpen of inbuskopschroef.
De reactiearm zitten met inbuskopschroeven bevestigd.

Een vierkantaandrijving met breekpen (fi g. 1, item 4) beschermt
de inwendige onderdelen, voor het geval het maximale
uitgaande moment wordt overschreden. Deze overbelasting-
beschermingsfunctie veroorzaakt een breuk in de breekpen
wanneer het uitgaande moment met 103 tot 110% wordt
overschreden. Bij de krachtvermeerderaars (E391, E392, E393,
E492, E493, E494, E495) wordt één vervangingsaandrijving
bijgeleverd. (Extra vervangingsonderdelen moeten bij uw
Enerpac-distributeur worden besteld.)

De omkeerpal voor links- of rechtsomdraaien (fi g. 3, item 3) moet
in de neutrale stand worden ingesteld, en de afstelschroef voor de
neutrale stand (fi g. 3, item 3) moet worden vastgedraaid om deze
omkeerpal voor de aandrijfwerking van de krachtvermeerderaar
te vergrendelen. Dit regelt de draairichting voor met de hand
toegepaste invoer (niet beschikbaar op de E290+-, E291-
en E391-modellen). Gebruik geen moeraanzetter op de
krachtvermeerderaar dit heeft schade aan het aandrijfmechanisme
tot gevolg.

6.0 IN- EN UITGAAND AANHAALMOMENT EN

CONVERSIES

Aan de krachtvermeederaar bevestigde gegevensplaatje toont
het de vereiste ingaande moment om het gewenste uitgaande
moment te verkrijgen. Om een niet op het gegevensplaatje
vermelde specifi

eke invoerwaarde te berekenen, moet het

gewenste uitgaande aanhaalmoment worden gedeeld door de
overbrengingsverhouding van de krachtvermeerderaar. Zie de
Specifi catietabellen.

7.0 HANDBEDIENDE WERKING

1.

N.B.: De afsteunkracht van de krachtvermeerderaar
is gelijk aan uitgaande kracht (aanhaalmoment) en in
tegenstelde richting van de ingangskracht.

2. Stel de gewenste draairichting in door de selectiepal (fi g.

3, item 3) in te drukken in de richting, aangegeven door de
letters en op de invoereindkast gestempelde richtingspijlen
(fi g. 3, item 1). VOORBEELD: “CCW” voor rotatie naar
links: druk de pal naar het eind in de door de “CCW”-pijl
aangegeven richting. Voor rotatie naar rechts: druk de pal in
de tegenovergestelde “CW”-richting (niet beschikbaar op de
E290+-, E291- en E391-modellen).

3. Gebruik de juiste maat (zeskant)dop met binnenvierkant op de

uitwendige vierkantaandrijving van de krachtvermeerderaar.
(fi g. 1, item 4). Plaats de dop met krachtvermeerderaar op de

bout of moer die moet worden vast- ,of losgedraaid.

4. Modellen met afsteunplaat: Plaats een dop met van juiste

binnenvierkantmaat en maak hem op een aangrenzende
bevestiging vast.

Modellen met afsteunarm: Duw de afsteunarm stevig tegen
een geschikt voorwerp. N.B.: Nadat de dop juist op de
bevestiging geplaatst is, moet de afsteunarm of reactiegreep
zich op een rechte hoek bevinden van de bevestiging die wordt
vast- of losgedraaid (fi g. 7). Zie de Toepassingsinformatie
paragraaf 10.0 voor meer informatie.

5. Vastdraaien met een momentsleutel: bepaal het vereiste

d ingangsmoment (raadpleeg het gegevensplaatje op de
krachtvermeerderaar) of raadpleeg de Specifi catietabellen in
sectie 4.0. De nauwkeurigheid van het uitgaande moment
vereist een nauwkeurige handbediende momentsleutel voor
gebruik met handbediende krachtvermeerderaars. Gebruik
de momentsleutel op de krachtvermeerderaar totdat de het
gewenste ingangsmoment bereikt wordt (fi g. 5).

WAARSCHUWING: Het falen van de vierkantaandrijving
vierkante uitvoeraandrijving kan de onmiddellijke
losschieten van de krachtvermeederaar loskoppeling

van de torsie tot gevolg hebben; de krachtvermeerderaar
torsieversterker kan uit de bevestiging vallen en in persoonlijk
letsel resulteren.

6. De krachtvermeerderaar van de bevestiging verwijderen:

Antiterugslagmodellen: Gebruik een momentsleutelen pas
voldoende kracht (ingaand moment) toe om een inwendig
antiterugslagbeveiliging te ontkoppelen; handhaaf het
ingaand moment en druk de selectiepal (fi g. 3, item 3) in de
tegenovergestelde stand (VOORBEELD: De pal op de “CW”-
stand ingesteld vereist opnieuw instellen op de “CCW”-
stand). Laat het ingaand moment langzaam afnemen (niet
beschikbaar op de E290+-, E291- of E391-modellen).

Standaardmodellen: Pas het aanhaalmoment tot op het
gewenste vermogen toe; laat het ingaand moment daarna
langzaam afnemen en verwijder de krachtvermeerderaar uit
de toepassing (E290+-, E291- of E391-modellen).

7. Losdraaien met een momentsleutel: volg dezelfde procedure

als die voor het vastdraaien, behalve dat de selectiepal in de
tegenovergestelde stand moet worden ingesteld.

8.0 PNEUMATISCHE WERKING

Gebruik een goedgekeurde niet-impact krachtinvoer, alleen op
de volgende modellen: E391, E392, E393, E492, E493, E494 of
E495. Vergrendel de selectiepal in de neutrale stand door hem
tussen de “CW”- en “CCW”-stand in te stellen en de afstelschroef
vast te draaien (fi g 3, item 2).

N.B.: Indien op de juiste stand ingesteld beweegt de selectiepal
in GEEN ENKELE richting wanneer de afstelschroef voor de
neutrale stand vastgedraaid is.

9.0 EEN VIERKANTE AANDRIJFASSEMBLAGE

VERVANGEN

9.1 Modellen E290PLUS, E291

1. Verwijder de borgring en schijfjes (fi g. 4) uit de invoerkant van

de krachtvermeerderaar.

2. Verwijder de tandwielkastassemblage uit de wielkrans

(torsieversterkerombouw).

3. Verwijder het invoerdrijfwiel uit de tandwielkastassemblage