Betreffende ritme-effecten, Wijziging programma, Snapshot – Pioneer EFX-1000 User Manual
Page 129: Nederlands

129
Nederlands
Betreffende ritme-effecten
(Het voorbeeld toont 3 ritmes)
Tijdens TRANSMIT:
Telkens als op de ritme TAP wordt getikt, worden de gegevens overgezonden in de volgorde van ritmeparameter 2 (ritmenummer) en
ritmeparameter 1 (ritmetijd).
Bediening van de effector
MIDI gegevens
Tijdens RECEIVE
¶ Als tijdens beat-effect de beat-bedieningsfunctie (ritmefunctie) wordt ontvangen, zal de ritme-effectfunctie geactiveerd
worden.
Daarna, als de eerste keer ritme nr. 1, tijd 1, ritme nr. 2, tijd 2, ritme nr. 3, tijd 3 in die volgorde worden overgestuurd, zal
de effector blijven werken overeenkomstig het ontvangen ritme.
¶ Als tijdens ritme-effect de beat-bedieningsfunctie (BPM functie) wordt overgestuurd, zal de functie terugkeren naar de
beat-effecten.
Wijziging programma
MSB
LSB
SIGNAL
FLOW
JOG0
0
JOG1
BEAT2
BEAT0
BEAT1
JOG2
¶ BEAT EFFECTS
¶ JOG BREAK
¶ SIGNAL FLOW
0 = BEAT EFFECTS
= JOG BREAK
1 = JOG BREAK
= BEAT EFFECTS
Gebruik algemene regeling 8 voor instellen van filters
MIDI-INSTELLINGEN
BEAT2
0
0
0
1
1
1
1
BEAT1
0
1
1
0
0
1
1
BEAT0
1
0
1
0
1
0
1
DELAY
ECHO
PITCH ECHO
TRANS
FLANGER
FILTER
PHASER
JOG2
0
0
0
1
1
1
1
JOG1
0
1
1
0
0
1
1
JOG0
1
0
1
0
1
0
1
JET
WAH
PHASE SHIFTER
RING
ZIP
HUMANIZER
VOCODER
Ritme nr. 1
Tijd 1
Ritme nr. 2
Tijd 2
Ritme nr. 3
Tijd 3
Tijd 1
Tijd 2
Tijd 3
TAP
TAP
TAP
TAP
Beat-gedeelte
Ritmefunctie
RHYTHM MODE toets
Snapshot
Nadat de effector is ingesteld op een doelwaarde, kan er een
snapshot van die toestand gemaakt worden. Wanneer
shapshot wordt gebruikt, zullen alle opdrachten voor
regelingswijziging in een keer worden overgestuurd.
Wanneer [TRANSMIT] wordt ingesteld, houdt u de METER
MODE/MIDI SNAP toets ingedrukt om de snapsnot over te
sturen. Nadat dit gedaan is, zal de MIDI indicator knipperen.
METER MODE/MIDI SNAP