beautypg.com

Onderhoud, Mod.2, Mod.1 – Partner PFT3540 B User Manual

Page 29: Mod.3, Mod.4

background image

NEDERLAND -

ONDERHOUD

Regelmatig de schroeven en moeren controleren.

Motor: raadpleeg het instructieboekje van de motorfabrikant.

Wielen: de assen schoonhouden en smeren.

Pas op! De motor uitzetten en de bougie ontkoppelen
alvorens enige onderhoudshandeling uit te voeren.

MOD.2

(Fig.G

III

-G

IV

)

Koppelingshendel (1): Als de besturingskabel los zit

waardoor er geen contact gemaakt kan worden, moet

de koppelingsdraad afgesteld worden :

- Draai de contramoer (43) los even alsde schroef (44)

met twee complete toeren.

- Fixeer de positie van de schroef (44) door de contramoer

(43) vast te draaien. Controleer of de frezen contact

maken door de hendel (12) in te drukken. Herhaal de

voorgaande handelingen als dit niet het geval is.

Aandrijfriem (Z): voor de vervanging de kap (T) ve-

rwijderen door de schroef (S) los te draaien, de riem

vervangen en het geheel weer monteren.

ACHTERUITVERSNELLING

Bijstellen riemspanning (Q): Als de besturingskabel los

zit waardoor er geen contact gemaakt kan worden, moet

de koppelingsdraad afgesteld worden :

- Draai de contramoer (45) los even alsde schroef (46)

met twee complete toeren.

- Fixeer de positie van de schroef (46) door de contramoer

(45) vast te draaien. Controleer of de frezen contact

maken door de hendel (13) in te drukken. Herhaal de

voorgaande handelingen als dit niet het geval is.

Aandrijfriem (Q): voor de vervanging de kap (T) ve-

rwijderen door de schroeven (S) los te draaien, de riem

te vervangen en het geheel weer te monteren.

MOD.1

(Fig.G

I

-G

II

)

Koppelingshendel (1): Wanneer de bedieningskabel

verslapt is waardoor niet meer goed ingeschakeld

kan worden, de koppelingsdraad afstellen door de

trekstang (41) in een van de volgende gaten (X) van

hendel (1).

Aandrijfriem (Z): voor de vervanging de kap (T) ve-

rwijderen door de schroef (S) los te draaien, de riem

vervangen en het geheel weer monteren.

ACHTERUITVERSNELLING

Bijstellen riemspanning (Q): Wanneer de bedieningska-

bel verslapt is waardoor niet meer goed ingeschakeld kan

worden, de koppelingsdraad afstellen door de trekstang

(4) in een van de volgende gaten (Y) van hendel (13).

Aandrijfriem (Q): voor de vervanging de kap (T) ve-

rwijderen door de schroeven (S) los te draaien, de riem

te vervangen en het geheel weer te monteren.

MOD.3

(Fig.G

V

-G

VI

)

Reductiedrijfwerk: (11) bevat olie, graad SAE 20/40

(ca. 0,140 kg). Het oliepeil controleren via de dop (18).

Elke 60 bedrijfsuren de olie verversen. Hiervoor is een

vuldop (18) en een aftapdop (19) voorzien.

Schade naar aanleiding van gebrekkige controle of

verversing van de olie wordt niet door de garantie
gedekt.

Koppelingshandgreep (1): wanneer de bedie-

ningskabel verslapt is waardoor niet meer goed

ingeschakeld kan worden, de veer (47) in een van de

volgende gaten van het plaatje (48) plaatsen.

MOD.4

(Fig.G

VII

-G

VIII

)

Het lager van de ingaande reductieas regelmatig

smeren. Hiertoe de oliepot (A) onder de flens van de

reductieaansluiting voorzien van SAE 30 olie.

Reductiedrijfwerk: (11) bevat olie, graad SAE 120/140

(ca. 0,500 kg). Het oliepeil controleren via de dop (18).

Elke 20 bedrijfsuren de olie verversen. Hiervoor is een

vuldop (18) en een aftapdop (19) voorzien.

Schade naar aanleiding van gebrekkige controle of ver-

versing van de olie wordt niet door de garantie gedekt.

Koppelingshandgreep (1): wanneer de bedieningska-

bel verslapt is waardoor niet meer goed ingeschakeld

kan worden, dient deze afgesteld te worden d.m.v. de

schroef (48) op de handgrepen of op het chassis.

Transmissieriemen (Q) zijn aan uitslijten onderhevig,

zodat herstel van de oorspronkelijke spanning of ver-

vanging noodzakelijk is. Voor het vervangen:

- de veer (49) losmaken door de schroef (50) los te draaien

(hierdoor houdt de koppelingsdraad de veer niet meer

in spanning)

- de twee veren (51) losmaken door ze uit hun ankerzitting

te halen

- het huis (5) verwijderen door de vier schroeven (53)

los te draaien

- de twee schroeven (54) losdraaien, de riemgeleider

(55) zodanig verplaatsen dat de riemen vervangen

kunnen worden.

Na vervanging van de riemen het geheel weer monteren.

Let er bij de montage op dat de nylon geleiders (56) met

de inham naar de gebruiker toe geplaatst zijn. De spanning

van de koppelingsdraad afstellen.

6