beautypg.com

Gebruik – Bosch GRL 300 HV Professional User Manual

Page 78

background image

78 | Nederlands

1 619 929 J21 | (21.6.11)

Bosch Power Tools

Gebruik

Ingebruikneming rotatielaser

f

Bescherm het meetgereedschap tegen vocht en fel

zonlicht.

f

Stel het meetgereedschap niet bloot aan extreme tem-

peraturen of temperatuurschommelingen. Laat het bij-

voorbeeld niet lange tijd in de auto liggen. Laat het meetge-

reedschap bij grote temperatuurschommelingen eerst op

de juiste temperatuur komen voordat u het in gebruik

neemt. Bij extreme temperaturen of temperatuurschom-

melingen kan de nauwkeurigheid van het meetgereed-

schap nadelig worden beïnvloed.

f

Voorkom heftige schokken of vallen van het meetge-

reedschap. Na sterke externe inwerkingen op het meetge-

reedschap dient u, voordat u de werkzaamheden voortzet,

altijd een nauwkeurigheidscontrole uit te voeren (zie „Wa-

terpasnauwkeurigheid rotatielaser”, pagina 80).

Meetgereedschap opstellen

Stel het meetgereedschap op een stabiele ondergrond in de

horizontale of verticale stand op, monteer het op een statief

37 of op de muurhouder 39 met richteenheid.
Vanwege de hoge nivelleernauwkeurigheid reageert het

meetgereedschap zeer gevoelig op trillingen en verplaatsin-

gen. Let daarom op een stabiele positie van het meetgereed-

schap om onderbrekingen van het gebruik door opnieuw ni-

velleren te voorkomen.
In- en uitschakelen
f

Richt de laserstraal niet op personen of dieren (in het

bijzonder niet op hun ooghoogte) en kijk zelf niet in de

laserstraal (ook niet van een grote afstand). Het meet-

gereedschap zendt onmiddellijk na het inschakelen een

verticale loodstraal 9 en een variabele horizontale laser-

straal 6 uit.

Als u het meetgereedschap wilt inschakelen, drukt u op de

aan/uit-toets 4. De indicaties 1, 3 en 12 lichten kort op. Het

meetgereedschap begint meteen met automatisch waterpas-

sen. Tijdens het waterpassen knippert de waterpasindicatie 3

groen en de laser knippert in de puntfunctie.
Het meetgereedschap is waterpas gesteld zodra de waterpa-

sindicatie 3 continu groen brandt en de laser continu schijnt.

Nadat het waterpassen is afgesloten, start het meetgereed-

schap automatisch in de rotatiefunctie.
Met de functietoetsen 5 en 11 kunt u al tijdens het waterpas

stellen de functie vastleggen (zie „Functies rotatielaser”,

pagina 78). In dit geval start het meetgereedschap nadat het

waterpassen is afgesloten in de gekozen functie.
Als u het meetgereedschap wilt uitschakelen, drukt u op-

nieuw op de aan/uit-toets 4.

f

Laat het ingeschakelde meetgereedschap niet onbe-

heerd achter en schakel het meetgereedschap na ge-

bruik uit. Andere personen kunnen door de laserstraal

verblind worden.

Het meetgereedschap wordt ter bescherming van de batterij-

en automatisch uitgeschakeld wanneer het zich langer dan

2 uur buiten het zelfwaterpasbereik bevindt of de schokwaar-

schuwing langer dan 2 uur geactiveerd is (zie „Automatisch

waterpassen rotatielaser”, pagina 79). Positioneer het meet-

gereedschap opnieuw en schakel het weer in.

Ingebruikneming afstandsbediening

f

Bescherm de afstandsbediening tegen vocht en fel

zonlicht.

f

Stel de afstandsbediening niet bloot aan extreme tem-

peraturen of temperatuurschommelingen. Laat deze bij-

voorbeeld niet lange tijd in de auto liggen. Laat afstandsbe-

diening bij grote temperatuurschommelingen eerst op de

juiste temperatuur komen voordat u deze in gebruik neemt.

Zolang een batterij met voldoende spanning in het batterijvak

aanwezig is, blijft de afstandsbediening gereed voor gebruik.
Stel bij het meetgereedschap zo op dat de signalen van de af-

standsbediening een van de ontvangstlenzen 7 rechtstreeks

raken. Als de afstandsbediening niet rechtstreeks op een ont-

vangstlens kan worden gericht, neem het werkbereik af. Door

reflectie van het signaal (bijv. op muren), kan de reikwijdte

ook bij niet-rechtstreeks signaal weer worden verbeterd.
Na het indrukken van een toets op de afstandsbediening geeft

het branden van de bedrijfsindicatie 30 aan dat een signaal is

verzonden.
In- en uitschakelen van het meetgereedschap met de af-

standsbediening is niet mogelijk.

Functies rotatielaser

Overzicht
Alle drie gebruiksmodi zijn in horizontale en verticale stand

van het meetgereedschap mogelijk.

Rotatiefunctie

De rotatiefunctie wordt in het bijzonder

geadviseerd bij gebruik van de laseront-

vanger. U kunt tussen verschillende rota-

tiesnelheden kiezen.

Lijnfunctie

In deze functie beweegt de variabele la-

serstaal binnen een beperkte openings-

hoek. Daardoor wordt de zichtbaarheid

van de laserstraal ten opzichte van de ro-

tatiefunctie verbeterd. U kunt uit verschil-

lende openingshoeken kiezen.

Puntfunctie

In deze functie wordt de beste zichtbaar-

heid van de variabele laserstraal bereikt.

Deze dient bijvoorbeeld voor het eenvou-

dig overbrengen van hoogten of voor het

controleren van rooilijnen.

Horizontale stand

Verticale stand

OBJ_BUCH-757-007.book Page 78 Tuesday, June 21, 2011 10:16 AM