Montage – Bosch GRL 300 HV Professional User Manual
Page 77
Nederlands | 77
Bosch Power Tools
1 619 929 J21 | (21.6.11)
Montage
Energievoorziening rotatielaser
Gebruik met batterijen of accu’s
Voor het gebruik van het meetgereedschap worden alkali-
mangaanbatterijen of accu’s geadviseerd.
Als u het batterijvak 14 wilt openen, draait u de vergrendeling
15 in stand
en trekt u het batterijvak naar buiten.
Let bij het inzetten van de batterijen of accu’s op de juiste
poolaansluitingen overeenkomstig de afbeelding in het batte-
rijvak.
Vervang altijd alle batterijen of accu’s tegelijkertijd. Gebruik
alleen batterijen of accu’s van één fabrikant en met dezelfde
capaciteit.
Sluit het batterijvak 14 en draai de vergrendeling 15 in stand
.
Als u de batterijen of accu's verkeerd heeft geplaatst, kan het
meetgereedschap niet worden ingeschakeld. Plaats de batte-
rijen of accu's met de juiste poolaansluitingen in het batterij-
vak.
f
Neem de batterijen of accu’s uit het meetgereedschap
als u het langdurig niet gebruikt. Als de batterijen of ac-
cu’s lang worden bewaard, kunnen deze gaan roesten en
leegraken.
Gebruik met accupack
Laad het accupack 13 vóór het eerste gebruik op. Het accu-
pack kan uitsluitend worden opgeladen met het daarvoor be-
stemde oplaadapparaat 22.
f
Let op de netspanning! De spanning van de stroombron
moet overeenkomen met de gegevens op het typeplaatje
van het oplaadapparaat.
Steek de bij uw stroomnet passende netstekker 23 in het op-
laadapparaat 22 en laat deze vastklikken.
Steek de oplaadstekker 24 van het oplaadapparaat in de aan-
sluiting 17 van het accupack. Sluit het oplaadapparaat op het
stroomnet aan. Het opladen van het lege accupack duurt on-
geveer 14 uur. Oplaadapparaat en accupack zijn beschermd
tegen te lang opladen.
Een nieuw of lang niet gebruikt accupack levert pas na onge-
veer vijf oplaad- en ontlaadcycli zijn volledige capaciteit.
Laad het accupack 13 niet na elk gebruik op, omdat anders de
capaciteit ervan verminderd wordt. Laad het accupack alleen
op als de oplaadindicatie 12 knippert of continu brandt.
Een duidelijk kortere gebruiksduur na het opladen geeft aan
dat het accupack versleten is en moet worden vervangen.
Als het accupack leeg is, kunt u het meetgereedschap ook met
behulp van het oplaadapparaat 22 gebruiken, als dit op het
stroomnet is aangesloten. Schakel het meetgereedschap uit,
laad het accupack ca. 10 minuten op en schakel vervolgens
het meetgereedschap met het aangesloten oplaadapparaat
weer in.
Als u het accupack 13 wilt vervangen, draait u de vergrende-
ling 16 in stand
en trekt u het accupack 13 naar buiten.
Zet een nieuw accupack in en draai de vergrendeling 16 in
stand .
f
Neem het accupack uit het meetgereedschap als u het
gedurende lange tijd niet gebruikt. Accu’s kunnen roes-
ten of hun lading verliezen als deze lang worden bewaard.
Indicatie oplaadtoestand
Als de oplaadindicatie 12 voor het eerst rood knippert, kan
het meetgereedschap nog ongeveer 2 uur worden gebruikt.
Als de oplaadindicatie 12 continu rood brandt, zijn er geen
metingen meer mogelijk. Het meetgereedschap wordt na
1 minuut automatisch uitgeschakeld.
Energievoorziening afstandsbediening
Voor het gebruik van de afstandsbediening worden alkaliman-
gaanbatterijen geadviseerd.
Als u het batterijvakdeksel 34 wilt openen, drukt u op de ver-
grendeling 33 in de richting van de pijl en verwijdert u het bat-
terijvakdeksel. Plaats de meegeleverde batterij. Let daarbij
op de juiste poolaansluitingen overeenkomstig de afbeelding
in het batterijvak.
f
Neem de batterij uit de afstandsbediening als u deze
langdurig niet gebruikt. De batterij kan roesten of zijn
lading verliezen als deze lang wordt bewaard.
Oplaadapparaat
Zaaknummer
2 610 A13 782
Nominale spanning
V~
100–240
Frequentie
Hz
50/60
Oplaadspanning accu
V=
7,5
Laadstroom
A
1,0
Toegestaan oplaadtempera-
tuurbereik
°C
0–45
Oplaadtijd
h
14
Aantal accucellen
2
Nominale spanning
(per accucel)
V=
1,2
Gewicht volgens
EPTA-Procedure 01/2003
kg
0,2
Isolatieklasse
/II
Afstandsbediening
RC 1
Professional
Zaaknummer
3 601 K69 900
Werkbereik
3)
30 m
Bedrijfstemperatuur
–10 °C...+50 °C
Bewaartemperatuur
–20 °C...+70 °C
Batterij
1 x 1,5 V LR06 (AA)
Gewicht volgens
EPTA-Procedure 01/2003
69 g
3) De reikwijdte kan afnemen door ongunstige omgevingsomstandighe-
den (zoals fel zonlicht).
Let op het zaaknummer op het typeplaatje van de afstandsbediening.
De handelsbenamingen van afzonderlijke afstandsbedieningen kunnen
afwijken.
Het serienummer 32 op het typeplaatje dient voor de eenduidige iden-
tificatie van de afstandsbediening.
OBJ_BUCH-757-007.book Page 77 Tuesday, June 21, 2011 10:16 AM