HEIDENHAIN ND 200 - Manual (Page 67)

ND 200 Installatiehandleiding
nl
69
Toebehoren
De volgende artikelen zijn optioneel verkrijgbaar en kunnen
aanvullend bij HEIDENHAIN besteld worden:
Toebehoren Onderdeel-
nummer
Montageplaat voor inbouw van 19"-scha-
kelkast
654020-01
Kabel voor gegevensoverdracht voor
V.24/RS-232-C-interface
366964-xx
Kabel voor gegevensoverdracht voor
USB-interface
354770-xx
Voor ND 287: meetsysteemmodu-
le voor aansluiting van een HEIDEN-
HAIN-meetsysteem met de interface 11
µA
pp
, 1 V
pp
of EnDat (alleen serieel) voor
een tweede as X2
654017-01
Voor ND 287: analoge module als in-
gangsmodule X1 en/of X2 voor een ana-
loge sensor met een spanningsinter-
face ±10 V, bij voorkeur een temperatu-
ursensor voor asfoutcompensatie
654018-01
Voor ND 287: ethernetmodule
(100baseT) voor netwerkverbinding via
TCP/IP-protocol
654019-01
3.2 Montage van het apparaat
Apparaat opstellen en bevestigen
De montageplaats moet goed geventileerd zijn.
Het apparaat moet tijdens normaal bedrijf
gemakkelijk toegankelijk zijn.
Het apparaat kan via tapgaten in de onderkant van de
behuizing met vier M4-schroeven bijv. op een werkblad
worden bevestigd.
Voor de afstand tussen de boorgaten zie "G" de bijlage.
Inbouw van het apparaat in een 19"-schakelkast
(optioneel)
Dankzij de afmetingen kunnen er twee apparaten naast
elkaar in een 19"-schakelkast worden gemonteerd.
Nadat er een montageplaat (toebehoren) is aangebracht,
kan het apparaat met twee schroeven M4 x 6 in de
schakelkast worden ingebouwd.
Montageplaat aanbrengen:
De beide voorste steunvoeten van het apparaat aan de
onderkant losdraaien.
Montageplaat met de montageopeningen tegen de
bevestigingsopeningen van de steunvoeten leggen.
De steunvoeten via de boringen in de montageplaat
weer in de bevestigingsopeningen van de steunvoeten
draaien.
Zie "C" op de uitklapbare voorzijde.
Maten voor bevestiging van de montageplaat
Zie afbeelding 2 in "E" en afbeelding 2 in "F" in de bijlage.
Apparaten stapelen (optie)
De apparaten kunnen ook gestapeld worden opgesteld.
Sleuven aan de bovenzijde voorkomen dat de gestapelde
apparaten verschuiven. Er kan op twee manieren worden
gestapeld:
Loodrecht op elkaar; hiervoor worden de voorste
steunvoeten in de naar achteren verplaatste
bevestigingsopeningen gedraaid.
Op elkaar onder een fronthoek van 10° naar achteren
verplaatst
Zie "B" op de uitklapbare voorzijde.
Voor de positie van de verplaatste bevestigingsopeningen
zie "G" in de bijlage.