beautypg.com

Not for reproduction, 67 nl – Briggs & Stratton 580000 User Manual

Page 67

background image

67

nl

Onderhoudskaart

Iedere 8 uur of dagelijks

Motoroliepeil controleren

Koelvloeistofniveau controleren

Eerste 50 uur (Eerste inloopperiode)

Motorolie verversen *

Iedere 100 uur

Spanning ventilatorriem controleren

Radiateur reinigen

Luchtfilter reinigen

Uitlaat controleren en vonkenvanger reinigen (indien hiermee uitgerust)

Iedere 150 uur
•\ Motorolie verversen *

Oliefilter vervangen

Iedere 600 uur of jaarlijks

Luchtfilter vervangen

Klepspeling controleren H

Brandstoffilter vervangen

Y

Iedere 1500 uur

Verstuivers controleren z

Jaarlijks
•\ Motorolie verversen *

Oliefilter vervangen

Koelvloeistof vervangen

Spanning ventilatorriem controleren

Radiateur reinigen

Uitlaat controleren en vonkenvanger reinigen (indien hiermee uitgerust)

Luchtfilter vervangen

Brandstoffilter vervangen

Y

Klepspeling controleren H

*

Vaker onderhoud uitvoeren bij bedrijf onder zware belasting of hoge temperaturen.

Y

Volg het onderhoudsschema van de fabrikant wanneer geen Briggs & Stratton

onderdeel is gebruikt.

z

Service moet worden uitgevoerd door een geautoriseerde DENSO dealer.

H

Niet nodig tenzij zich prestatieproblemen van de motor voordoen.

Uitlaat en Vonkenvanger Inspecteren

Draaiende motoren produceren hitte. Motoronderdelen, vooral de

uitlaat, worden uiterst heet.
Ernstige brandwonden kunnen optreden bij contact.
Brandbaar vuil, zoals bladeren, gras, hout, enz., kan in brand geraken.

WAARSCHUWING

Laat uitlaat, motorcilinder en vinnen afkoelen voordat deze aangeraakt worden.

Verwijder opgehoopt vuil van het uitlaat- en cilindergebied.

Conform artikel 4442 van het wetboek in Californië is het verboden om deze

motor te gebruiken of te bedienen in gebieden met bos, met struikgewas of in

grasland zonder een vonkenvanger -- zoals gedefinieerd in artikel 4442 -- in

goede, werkende staat op het uitlaatsysteem. De wetgeving in andere staten of

landen kan soortgelijke verordeningen hebben. Neem contact op met de

fabrikant, de wederverkoper of de dealer voor de aanschaf van een

vonkenvanger voor het uitlaatsysteem dat op deze motor is geïnstalleerd.

Inspecteer de uitlaat op barsten, corrosie of andere beschadiging. Verwijder de

vonkenvanger, als de machine hiermee is uitgerust en inspecteer deze op beschadiging

of koolverstopping. Gebruik bij vervanging uitsluitend originele vervangingsonderdelen.

WAARSCHUWING:

Vervangingsonderdelen moeten origineel zijn en

op dezelfde manier gemonteerd worden als de oorspronkelijke onderdelen, anders

kan brand optreden.

Koelvloeistof controleren

Belangrijk: Dit is een vloeistofgekoelde motor. Een 50/50% koelvloeistofmengsel van

fosfaatvrije anti-vries en kraan water is nodig voor koelen, roestpreventie en smering van

de waterpomp.

Ontsnappende stoom of heet koelmiddel kunnen ernstige

brandwonden veroorzaken.

WAARSCHUWING

De radiatordop of de dop van het reservoir NIET verwijderen als de motor warm

is of draait.

Zet de motor uit en laat hem afkoelen voordat u de radiatordop of de dop van

het reservoir verwijdert en voordat u koelmiddel ververst of bijvoegt.

1. Controleer het koelvloeistofniveau. Het koelvloeistofniveau moet zich bevinden

tussen de ”FULL” (=vol) en ”LOW” (=laag), of ”ADD” (=bijvullen) markeringen op het

koelvloeistofreservoir. Als het niveau laag is, vul dan het reservoir bij met een

50/50% koelvloeistofmengsel van fosfaatvrije anti-vries en kraan water.

2. Plaats om de reservoirdop nadat de motor is afgekoeld te verwijderen, een dikke

doek over de reservoirdop. Draai de reservoirdop langzaam linksom om te

verwijderen.

3. Als het reservoir droog is, vul dan zowel het reservoir als de radiateur bij. Raadpleeg

de handleiding van de machinefabrikant voor locatie, werking en onderhoud van het

koelvloeistofreservoir en de radiateur.

4. Plaats, om de radiateurdop te verwijderen nadat de motor is afgekoeld, een dikke

doek over de radiateurdop. Draai de radiateurdop langzaam linksom tot de eerste

aanslag. Als stoom onder druk uit de dop ontsnapt, stap dan terug om verwondingen

te voorkomen. Druk, nadat alle druk ontsnapt is, naar beneden en draai de

radiateurdop linksom om deze te verwijderen.

Olie verversen - Fig. 2

3

OPGEPAST: Gebruikte olie is gevaarlijk afval en moet op de juiste manier weggegooid

worden. Niet met huishoudelijk afval weggooien. Raadpleeg de plaatselijke instanties,

het servicecentrum of de dealer voor veilige manieren om weg te gooien/te recyclen.

Olie verwijderen

1. Verwijder de olieaftapplug (G, Fig. 3). Tap de olie af in een goedgekeurde

opvangbak.

2. Installeer nadat de olie is afgetapt de olie aftapplug en draai deze vast.

Oliefilter vervangen

Zie voor vervangingsintervallen de Onderhoud kaart.
1. Tap de olie uit de motor af. Zie de Olie Verwijderen sectie.
2. Verwijder het oliefilter (H, Fig. 3) en gooi deze op de juiste manier weg.
3. Smeer, voordat U het nieuwe oliefilter installeert, de filterpakking in met verse,

schone olie.

4. Installeer het oliefilter met de hand tot de pakking de oliefilteradapter raakt, draai het

oliefilter dan nog 1/2 tot 3/4 slag vast.

5. Vul olie bij. Zie het hoofdstuk Olie bijvullen.

Olie bijvullen

Plaats de motor waterpas.

Reinig rond de olievulopening.

Raadpleeg het hoofdstuk Specificaties voor de oliecapaciteit.

1. Verwijder de peilstok (A, Fig. 2).
2. Verwijder de olievuldop (J).
3. Giet de olie langzaam in de olievulopening van de motor (C). Niet overvullen.

Belangrijk: Tijdens het bijvullen van olie is afdoende ventilatie als volgt nodig:

Verwijder de peilstok.

Zorg ervoor dat er voldoende afstand (D) is tussen datgene waarmee olie gevuld

wordt (E) en de olievulopening van de motor (C). Zie Fig. 4.

4. Breng de olievuldop weer aan en draai deze vast.

OPGEPAST: Veeg alle eventueel gemorste olie van de motor voor u deze start.

5. Installeer de peilstok na het bijvullen van de olie. Start de motor en laat deze vijf

minuten stationair draaien. Zet de motor uit. Wacht drie minuten en controleer het

oliepeil. Vul zonodig olie bij om het peil tot de ”FULL” (=vol) markering (B) op de

peilstok te brengen (Fig. 2).

6. Installeer de peilstok.

Luchtfilter onderhouden - Fig. 7

WAARSCHUWING

Brandstof en zijn dampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood

veroorzaken.

Start of gebruik de motor nooit met verwijderde luchtreiniger (indien de motor

hiermee is uitgerust) of verwijderd luchtfilter (indien de motor hiermee is

uitgerust).

Not for Reproduction

This manual is related to the following products: