beautypg.com

Not for reproduction, Onderhoud – Briggs & Stratton 580000 User Manual

Page 66

background image

66

BRIGGSandSTRATTON.COM

4. Plaats, om de radiateurdop te verwijderen nadat de motor is afgekoeld, een dikke

doek over de radiateurdop. Draai de radiateurdop langzaam linksom tot de eerste

aanslag. Als stoom onder druk uit de dop ontsnapt, stap dan terug om verwondingen

te voorkomen. Druk, nadat alle druk ontsnapt is, naar beneden en draai de

radiateurdop linksom om deze te verwijderen.

Meters en lampjes

De getoonde meter en lampjes zijn generiek en representeren verscheidene opties die

gebruikt kunnen zijn. Raadpleeg de handleiding van de machine voor de plaats en

werking van meters en lampjes.

Koelvloeistoftemperatuur meter

Geeft de temperatuur van de koelvloeistof aan wanneer het

startslot zich in de positie ”ON” (=aan) bevindt.

Normaal bereik 80º -- 90º C

Gevaarlijk bereik boven 105º C

Urenteller

Geeft het totaal aantal bedrijfsuren aan.

Brandstofmeter

Geeft de hoeveelheid brandstof aan die zich nog in de brandstoftank

bevindt. Houd, om condensatie te voorkomen, de brandstoftank vol.

Temperatuurlampje

Indien het temperatuurlampje aan gaat, dan raakt de motor oververhit.

Stop de motor en controleer het koelvloeistofniveau (raadpleeg het

hoofdstuk Koelvloeistof controleren). Controleer de radiateur op

vervuiling waardoor de luchtstroom belemmerd kan worden.

Ontstekinglampje

Wanneer het startslot naar de stand ”ON” (=aan) wordt gedraaid, moet het

ontstekinglampje gaan branden. Wanneer de motor draait, moet het lampje

uitgaan. Wanneer het ontstekinglampje uit is wanneer het contactslot naar ”ON”

gedraaid is, controleer dan op een opgeblazen zekering.

Oliedruklampje

Wanneer het startslot naar de stand ”ON” (=aan) wordt gedraaid, moet het

oliedruklampje gaan branden. Wanneer de motor draait, moet het lampje

uitgaan. Wanneer het oliedruklampje aangaat wanneer de motor draait, stop dan

onmiddellijk de motor. Controleer eerst het oliepeil (zie het hoofdstuk Olie

controleren/bijvullen). Controleer vervolgens het elektrische systeem.

Laadstroomlampje

Wanneer het startslot naar de stand ”ON” (=aan) wordt gedraaid, moet het

laadstroomlampje gaan branden. Wanneer de motor draait, moet het

lampje uitgaan. Wanneer het laadstroomlampje aangaat wanneer de motor draait,

controleer dan het elektrische systeem.

Voorgloeilampje

Wanneer het startslot naar de stand verwarmen/voorgloeien of de stand

”on” (=aan) wordt gedraaid, zal het voorgloeilampje branden om aan te

geven dat de gloeibougies de verbrandingskamer aan het voorverwarmen zijn.

Brandstoffilterlampje

Het brandstoffilterlampje gaat aan wanneer zich teveel water in het

brandstoffilter bevindt. Het lampje moet uitgaan wanneer het teveel aan

water uit het brandstoffilter is afgetapt. Indien het brandstoffilter waarschuwingslampje

gaat branden wanneer de motor draait, stop de motor dan en tap water uit het

brandstoffilter af.

X

De Motor Starten - Fig. 6

WAARSCHUWING

Brandstof en zijn dampen zijn uiterst brandbaar en explosief.
Brand of explosie kunnen ernstige brandwonden of de dood

veroorzaken.

Bij het starten van de motor

Zorg ervoor dat uitlaat, tankdop en luchtfilter op hun plaats en stevig bevestigd

zijn.

Start, voor een optimale levensduur van de startmotor, steeds kortstondig, niet

meer dan 15 seconden per minuut. Door langer starten kan de startmotor

beschadigen.

Motoren geven koolmonoxide af, een reukloos, kleurloos, gifgas.
Het inademen van koolmonoxide kan misselijkheid, flauwvallen of de

dood veroorzaken.

WAARSCHUWING

Start en gebruik de motor buiten.

De motor niet in een afgesloten ruimte starten of gebruiken, zelfs niet met open

deuren of ramen.

OPGEPAST: Deze motor is door Briggs & Stratton zonder olie verzonden. Zorg er

voordat U de motor start voor dat olie volgens de instructies in deze handleiding wordt

bijgevuld. Wanneer U de motor zonder olie start, zal deze onherstelbaar beschadigen en

dit zal niet door garantie gedekt zijn.
OPGEPAST: Voordat u de motor voor het eerst start, de accu opladen volgens de

aanbevelingen van de machinefabrikant. Als u dit achterwege laat, dan kan de motor

beschadigd raken.
Noot: Sommige motoren en machines hebben afstandsbediening. Kijk in de betreffende

handleiding voor de locatie en de bediening van de afstandsbediening.
1. Controleer het oliepeil. Zie het Olie controleren/toevoegen hoofdstuk.
2. Zorg ervoor dat aandrijvingbedieningen, indien hiermee uitgerust, zijn ontkoppeld.
3. Draai de brandstofkraan (A), indien hiermee uitgerust open (Fig. 6).
4. Beweeg de toerentalbediening (B) naar de stand “slow” (=langzaam)

.

Noot: Beweeg voor het starten in koud weer (onder -10º C), de toerentalbediening
naar de stand ”fast” (=volgas)

.

5. Draai de sleutel van het startslot (C) naar de stand ”ON” (=aan) of ”HEAT”

(=voorgloeien) (Fig. 6). Het voorgloeilampje zal aangeven dat de gloeibougies de

verbrandingskamer voorverwarmen.

6. Draai, wanneer het voorgloeilampje uitgaat, de sleutel van het startslot naar de stand

START.
OPGEPAST: Start, voor een optimale levensduur van de startmotor, steeds

kortstondig, niet meer dan 15 seconden per minuut. Door langer starten kan de

startmotor beschadigen.

7. Laat de sleutel los wanneer de motor start. Het voorgloeilampje zal ongeveer 20

seconden oplichten en dan uitgaan.
OPGEPAST: Een koude motor niet laten accelereren of op een hoog toerental

laten draaien. Als u deze waarschuwing niet opvolgt, kan de motor beschadigd

raken.

8. Laat de motor enkele minuten draaien en opwarmen voordat de machine gebruikt

wordt.

De motor stoppen - Fig. 6

1. Beweeg de toerentalbediening (B) naar de stand “slow” (=langzaam)

.

OPGEPAST: Laat, voordat een motor met turbo gestopt wordt de motor een minuut

stationair draaien om de turbolader te koelen. Als deze waarschuwing niet wordt

opgevolgd, kan schade aan de turbolader optreden.

2. Draai het contactslot (C) naar de stand “OFF” (=uit) (Fig. 6). Verwijder de sleutel en

bewaar deze op een veilige plaats buiten het bereik van kinderen.

3. Zet, nadat de motor is gestopt, de benzinekraan (A), indien de machine hiermee is

uitgerust, op de dichte stand.

Onderhoud

Gebruik uitsluitend originele onderdelen. Andere onderdelen kunnen mogelijk niet

zo goed presteren, schade aan de machine veroorzaken of resulteren in

persoonlijk letsel. Ook kan het gebruik van andere onderdelen uw garantie ongeldig

doen maken.
Wij adviseren dat U voor al het onderhoud en alle onderhoud en service aan de motor en

de motoronderdelen een geautoriseerde Briggs & Stratton 3/LC servicedealer

raadpleegt.
OPGEPAST: Alle componenten die zijn gebruikt om deze motor te bouwen moeten op

hun plaats blijven voor een juiste werking.
OPGEPAST: De fabrikant van de machine waarop deze motor is geïnstalleerd

specificeert het maximum toerental waarop de motor gebruikt zal worden. Overtref dit

toerental niet.

Emissie Beheersing

Onderhoud, vervanging of reparatie van emissiebeheersing voorzieningen en

systemen kunnen uitgevoerd worden door elke reparatie-inrichting of --individu

voor “non-road” motoren. Echter, voor het verkrijgen van gratis emissiebeheersing

service moet het werk worden uitgevoerd door een door de fabriek geautoriseerde

dealer. Zie de Emissies Garantie.

Per ongeluk starten kan resulteren in verwarring, traumatische

amputatie, of verscheuring.
Brandgevaar

WAARSCHUWING

Voordat afstellingen of reparaties worden uitgevoerd:

Ontkoppel de accu bij de negatieve aansluiting (alleen motoren met

elektrostart).

Gebruik uitsluitend de juiste gereedschappen.

Verander niets aan regulateurveren, verbindingsstangen of andere onderdelen

om het motortoerental te verhogen.

Vervangingsonderdelen voor de uitlaat moeten hetzelfde zijn en op dezelfde

manier geïnstalleerd worden als de originele onderdelen.

Sla niet met een hamer of hard voorwerp tegen het vliegwiel omdat het vliegwiel

anders later uit elkaar kan vliegen tijdens bedrijf.

Not for Reproduction

This manual is related to the following products: