Karcher ICC 1 D Adv User Manual
Page 80
80
Nederlands
Î
Wanneer de voorgloeilamp uitgaat, de
contactsleutel op positie „II“ draaien.
Î
Is het apparaat gestart, dan contact-
sleutel loslaten.
Î
Choke uittrekken.
Î
Contactsleutel in stand „II“ draaien.
Î
Indien de motor start, de contactsleutel
loslaten.
Î
Indien de motor draait, choke langzaam
terugschuiven.
Tip
De startmotor nooit langer dan 10 secon-
den gebruiken. Voor het opnieuw gebruiken
van de startmotor minstens 10 seconden
wachten.
Î
Regeling motortoerental volledig uit-
trekken.
Î
Rempedaal induwen en ingedrukt hou-
den.
Î
Omschakelen naar bedrijfsmodus „Voe-
trem“.
Î
Gaspedaal "vooruit" langzaam indruk-
ken.
ƽ
Gevaar
Gevaar voor verwonding! Bij het achteruit-
rijden mogen derden niet in gevaar ge-
bracht worden, eventueel aanwijzingen
laten geven.
Î
Gaspedaal "achteruit" langzaam indruk-
ken.
Tip
Rijgedrag
– Bij het achteruitrijden klinkt een waar-
schuwingssignaal.
– Met het gaspedaal kan de rijsnelheid
traploos geregeld worden.
– Vermijd schokkerig gebruik van het pe-
daal, omdat de hydraulische installatie
anders beschadigd kan raken.
– Bij capaciteitsafname op hellingen het
rijpedaal zachtjes terugnemen.
– Wisseling van rijrichting pas na stilstand
van het voertuig doen.
Î
Rijpedaal loslaten, het apparaat remt
zelf en blijft staan.
Tip
De remwerking kan door drukken op de
voetrem ondersteund worden.
ṇ
Waarschuwing
Zijbezems en zuigmond voor het rijden over
hindernissen opheffen.
Hindernissen tot een hoogte van 150 mm:
Î
langzaam en voorzichtig in een hoek
van 45° voorwaarts over hindernis rij-
den.
Hindernissen van meer dan 150 mm hoog-
te:
Î
Er mag alleen over hindernissen heen
gereden worden met een geschikte op-
rijdrempel.
ṇ
Waarschuwing
Gevaar voor beschadiging! Verzeker u er-
van, dat het voertuig niet erop rust.
ƽ
Gevaar
Gevaar voor verwonding! Bij geopende
grofvuilklep kan de veegwals stenen of split
naar voren wegslingeren. Erop letten, dat
geen mensen, dieren of voorwerpen in ge-
vaar gebracht worden.
ṇ
Waarschuwing
Geen pakbanden, draden of soortgelijk ma-
teriaal opvegen; dat kan leiden tot een be-
schadiging van de zuigturbine.
ṇ
Waarschuwing
Om beschadiging van de grond te vermij-
den, niet de veegmachine op één plaats ge-
bruiken.
Tip
Om een optimaal reinigingsresultaat te krij-
gen, moet de rijsnelheid aan de omstandig-
heden aangepast worden.
Tip
Tijdens het gebruik moet het veeggoedre-
servoir op gezette tijden geledigd worden.
Î
Hendel naar voren duwen. Zijbezems
en zuigmond worden neergelaten.
Waarschuwing
De zijbezems worden automatisch inge-
schakeld.
Î
Hendel naar achteren trekken. Zijbe-
zems en zuigmond worden opgeheven.
Î
Toerental zijbezems instellen door mid-
del van de hendel.
Î
Op de schakelaar sproeiwater drukken.
Het sproeiwater voor de stofbinding voor
zijbezems en zuigmond wordt geactiveerd.
Î
Waterhoeveelheid in het zuigkanaal
met het regelventiel instellen.
Î
Waterhoeveelheid van de zijbezem-
sproeiers met het regelventiel instellen.
Motor starten (alleen apparaat met die-
sel)
Motor starten (alleen apparaat met ben-
zine)
Apparaat verrijden
Vooruit rijden
Achteruit rijden
Remmen
Over hindernissen heen rijden
Veegbedrijf
Zijbezems opheffen/laten zakken
Toerental zijbezems inschakelen
Sproeiwater in-/uitschakelen
Waterhoeveelheid in het zuigkanaal in-
stellen
Waterhoeveelheid van de zijbezem-
sproeiers reguleren.
Zuigturbine in-/uitschakelen