beautypg.com

RIDGID SeeSnake LT1000 User Manual

Page 94

background image

SeeSnake® LT1000

92

Bedien deze apparatuur niet als de operator of het

toestel in water staat. Het gebruik van de machine in

water verhoogt het risico op een elektrische schok.

Slipvrije schoenen met rubberen zolen kunnen elek-

trische schokken en uitglijden tegengaan, met name

op een vochtige ondergrond.
Volg de bedieningsinstructies om het risico op letsel

door een elektrische schok of andere oorzaken te be-

perken.

Starten

1. Controleer of de eenheid goed ingesteld is.
2. Vergewis u ervan dat de laptop geïnstalleerd en cor-

rect aangesloten is en dat de HQ-software op de lap-

top werd geïnstalleerd. Schakel de laptop IN.

3. Plaats de camerakop in de geleidering van de has-

pel en schakel de voeding van de LT1000 IN .

4. Wanneer de LT1000 wordt gestart, detecteert de

laptop het SeeSnake-apparaat en begint HQ te

draaien. Wanneer dat niet het geval is, dubbelklikt

u op het HQ-pictogram

op het bureaublad om

de software te starten.

5. Volgens de standaardinstellingen wordt er een

nieuwe job gestart, waarbij het beeld van de ca-

merakop verschijnt.

6. Gedetailleerde instructies over de HQ-software

vindt u in de geïntegreerde helpbestanden op

http://www.hq.ridgid.com/.

De leiding inspecteren

1. Schakel de LT1000 in wanneer hij UIT staat.
2. Steek de camerakop in de leiding. Zet de teller in-

dien gewenst op nul.

3. Ga verder met de inspectie van de leiding op de ma-

nier beschreven in de handleiding bij de Se eSnake.

Helderheid afstellen
Afhankelijk van de omstandigheden bij het inspecte-

ren van de binnenkant van een leiding wilt u de helder-

heid van de camera-led mogelijk verhogen of verlagen.

Druk daarvoor gewoon op de Helderheidstoets

en

verhoog of verlaag de helderheid met de pijltjestoet-

sen

. Druk ter afsluiting op de menutoets .

Beeld draaien
Tijdens een inspectie kan de camera in de leiding draai-

en en een omgekeerd beeld opleveren. De roteertoets

draait het beeld op het scherm (zet het verticaal) om

het kijken te vergemakkelijken. De HQ-software stelt u

ook in staat het camerabeeld te draaien met een be-

paald aantal graden.
CountPlus-regeling
Als u een SeeSnake-haspel met de CountPlus-afstands-

meter gebruikt, verschijnt de gemeten afstand op het

scherm dat is aangesloten op de LT1000. Als u voor het

meten van de afstand vanaf een bepaald punt een tijde-

lijk nulpunt (bijvoorbeeld een vertakking of een leiding-

kop) wilt instellen, kunt u met de Nultoets een tijde-

lijke afstandsmeting starten, met de betreffende waarde

tussen vierkante haken [0,0]. Voor details over het gebruik

van de Nultoets verwijzen we u naar de handleiding van

de CountPlus.
CountPlus-parameters, zoals datum en tijd, worden in-

gesteld met de CountPlus-menutoets en via het menu

Extra van de CountPlus. CountPlus-tekstoverlays wor-

den beheerd met het CountPlus-toetsenbord zoals be-

schreven in de CountPlus-handleiding.

De camera met de sonde traceren

Veel SeeSnake-leidinginspectiesystemen zijn voorzien

van een ingebouwde sonde die een traceerbaar sig-

naal van 512Hz uitzendt. Wanneer de sonde wordt in-

geschakeld, kan een op 512Hz ingestelde plaatsbepa-

ler zoals de RIDGID SR-20, SR-60, Scout™ of NaviTrack® II

hem detecteren, zodat u kunt bepalen waar de camera

zich in de grond bevindt.

Voor het inschakelen van de SeeSnake-sonde tijdens

het gebruik van de LT1000, drukt u de sondetoets in.

Na het inschakelen van de sonde verschijnt er een son-

depictogram op het scherm. Mogelijk ziet u na het acti-

veren van de sonde enige interferentie op het scherm.

Die verdwijnt na het uitschakelen van de sonde door

opnieuw op de sondetoets te drukken.
De meest handige manier om de sonde te traceren is door

de duwkabel ongeveer 5 - 10 ft / 1,5 - 3 m in de leiding te

steken en de sonde met de plaatsbepaler te traceren. Als

u wilt, kunt u de duwkabel nog eens zo ver in de leiding

steken en de sonde opnieuw vanaf de eerder getraceerde

plek traceren. Om de sonde te lokaliseren, schakelt u de

plaatsbepaler IN en zet u hem in sondemodus. Scan in de

richting van de vermoedelijke plaats van de sonde totdat

de plaatsbepaler de sonde traceert. Na het detecteren

van de sonde kunt u met de aanwijzingen van de plaats-

Figuur 26 – Lokaliseren van de sonde