Enerpac NS-Series - Manual (Page 47)

47
8.0 PROBLEMEN OPLOSSEN
De tabel Probleemoplossing is bedoeld als een gids om u
te helpen bij het stellen van een diagnose en corrigeren van
verschillende mogelijke problemen.
Uitsluitend bevoegde hydraulische technici mogen problemen
oplossen of onderhoud verrichten aan de moerensplijter. Voor
reparaties, neem contact op met het bevoegde ENERPAC
Servicecentrum in uw gebied.
WAARSCHUWING: Ontlast alle hydraulische druk en
ontkoppel de hydraulische slang(en) van de
moerensplijtercilinder vooralleer afstellingen, reparaties
of onderhoud uit te voeren.
VOORZICHTIG: zuiger retourveer en andere interne
onderdelen kunnen plotseling uit de cilinder worden
gestoten tijdens demontage. Om persoonlijk letsel te
voorkomen, wees voorzichtig als cilinderdemontage
nodig is. Cilinderdemontage en reparaties mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door gekwalifi ceerd
personeel.
Tabel probleemoplossing
Probleem Mogelijke oorzaak Actie
1. Moerensplijtercilinder houdt
geen druk.
Zuigerafdichting lekt. Afdichting vervangen.
Koppeling lekt. Koppeling vervangen.
Cilinder interne ontlastklep defect. Controleer ontlastklep en vervang indien nodig.
Hydraulische pomp defect. Controleer hydraulische pomp voor een juiste
werking. Repareer of vervang de pomp zo nodig.
2. Moerensplijtercilinder bouwt
druk op, maar de zuiger en
het mes bewegen niet of
verplaatsen zich slechts over
een gedeeltelijke afstand.
Pompreservoir niet geventileerd. Als u een pomp met ontluchting gebruikt, los de
ventilatie/vuldop of ontluchtingsschroef zoals vereist
om ontluchting te bieden.
Koppeling niet volledig gemonteerd. Controleer koppelingen.
Beide slangen zijn niet aangesloten.
(dubbelwerkende modellen alleen) Zorg ervoor dat beide slangen zijn aangesloten.
Zuiger op volle slag. Laat zuiger intrekken.
Geblokkeerde slang. Vervang de slang.
3. Moerensplijtercilinder bouwt
geen druk op.
Pompontlastkraan open. Sluit de pompontlastklep.
Zuigerafdichting lekt. Afdichting vervangen.
Cilinder interne ontlastklep defect. Controleer ontlastklep en vervang indien nodig.
Onvoldoende olie in de pomp. Voeg olie toe aan het pompreservoir zoals vereist
Koppeling lekt. Koppeling vervangen.
4. Moerensplijtercilinder trekt niet
in of slechts zeer langzaam.
Losse koppeling. Controleer de koppeling en indien los, vastdraaien.
Beperkte of geblokkeerde slang. Vervang de slang.
Onjuiste koppeling wordt gebruikt. Installeer de juiste koppeling
Onjuiste koppeling wordt gebruikt. Installeer de juiste slang.
Pompontlastklep is gesloten. Open de pompontlastklep.
Gebroken of zwakke zuiger retourveer.
(enkelwerkende modellen alleen) Vervang de retourveer.
5. Moerensplijter bouwt volledige
druk op, maar splijt de moer
niet.
(Zie Sectie 6.4 met de instructies.) (Zie Sectie 6.4 met de instructies.)
6. Slang is moeilijk te monteren. Beschadigde koppeling. Koppeling vervangen.
Interne druk in de slang. Ventileer de slang.
7. Frequente mesvervanging. Smeermiddel niet gebruikt. Gebruik smeermiddel
8. Lekkage uit moerensplijter olie
aftapgat aan de onderkant van
de meshouder.
Druk boven 700 bar [10.000 psi]. Ontlast systeemdruk om de interne ontlastklep van de
cilinder te resetten.