Werking – Karcher BD 100-250 R I Bp User Manual
Page 62
-
5
Eén persoon moet op de zitplaats gaan
zitten en bij gevaar tijdens het verschui-
ven de rempedaal induwen.
Schuif het apparaat van de pallet over
de helling naar beneden.
Schroeven van de parkeerrem weer
vastdraaien.
Voor de inbedrijfstelling moeten de schijf-
borstels gemonteerd worden (zie „Onder-
houdswerkzaamheden“).
De borstels zijn gemonteerd.
Zuigbalk zodanig in de ophanging
plaatsen dat de vormplaat boven de op-
hanging ligt.
Vleugelmoeren aanspannen.
Zuigslang plaatsen.
Waarschuwing
Voor een onmiddellijke buitengebruikstel-
ling van alle functies de Nood-Uit-schake-
laar indrukken.
ƽ
Gevaar
Ongevalgevaar. Voor elke werking moet de
functionaliteit van de parkeerrem op een
vlakte gecontroleerd worden.
Zitpositie innemen.
Nood-stop-knop door draaien ontgren-
delen.
Sleutelschakelaar op „1“ stellen.
Rijrichting selecteren.
Gaspedaal licht induwen.
De rem moet hoorbaar ontgrendelen (het
controlelampje parkeerrem op het bedie-
ningspaneel dooft). Het apparaat moet op
een vlakte zacht beginnen te rollen. Indien
het pedaal losgelaten wordt, vergrendelt de
rem hoorbaar. Het apparaat moet buiten
werking gezet worden en de klantendienst
moet geraadpleegd wordt indien het bo-
vengenoemde niet geldt.
ƽ
Gevaar
Ongevalgevaar. Indien het apparaat geen
remwerking meer vertoont, moet als volgt
te werk worden gegaan:
Wanneer het apparaat op een helling
van meer dan 20% bij het loslaten van
het rijpedaal niet tot stilstand komt, mag
om veiligheidsredenen de Nood-Uit-
knop alleen dan ingedrukt worden,
wanneer de juiste mechanische functie
van de parkeerrem bij iedere inbedrijf-
name van de machine van te voren ge-
controleerd is. Toont het apparaat
onvoldoende remwerking, dan moet
bovendien het rempedaal bediend wor-
den.
Het apparaat moet bij het bereiken van
de stilstand (op een effen vlakte) buiten
werking gesteld worden en de klanten-
dienst moet geraadpleegd worden!
Bijkomend moeten de onderhoudsin-
structies voor remmen in acht genomen
worden.
ƽ
Gevaar
Kantelgevaar bij de sterke hellingen.
In de rijrichting mag u slechts stijgingen
tot 15% nemen.
Kantelgevaar bij snel door de bochten rij-
den.
Slipgevaar bij natte bodems.
In bochten langzaam rijden.
Kantelgevaar bij onstabiele ondergrond.
Het apparaat uitsluitend op bevestigde
ondergrond bewegen.
Kantelgevaar bij de zijwaartse hellingen.
Dwars op de rijrichting alleen hellingen
tot maximaal 15% berijden.
ƽ
Gevaar
Meer gevaar voor ongelukken door de uit-
zwaaiende veeginstallatie bij BR/BD 100/
250 RI. Bij achteruitrijden bijzonder goed
opletten en rekening houden met het uit-
zwaaien van de veeginstallatie.
Hendel stoelverstelling van de stoel
weg bewegen en vasthouden.
Stoel naar voren of naar achteren ver-
schuiven.
Hendel stoelverstelling loslaten en stoel
inklikken.
Vleugelmoeren voor het verstellen van
het stuurwiel losdraaien.
Stuurwiel positioneren.
Vleugelmoeren aanspannen.
Nood-stop-knop door draaien ontgren-
delen.
Gaan zitten en sleutelschakelaar op „1“
stellen.
Rijrichting met de rijrichtingsschakelaar
op het bedieningspaneel instellen.
Rijsnelheid bepalen door het bedienen
van het gaspedaal.
Apparaat stoppen: Rijpedaal loslaten,
zonodig rempedaal indrukken.
Instructie
De rijrichting kan ook tijdens de rit veran-
derd worden. Op die manier kunnen door
meermaal vooruit en achteruit te rijden ook
sterk vervuilde plaatsen gereinigd worden.
Bij overbelasting wordt de motor van de
wielaandrijving na een bepaalde tijd uitge-
schakeld. Op het display verschijnt een sto-
ringsmelding. Bij oververhitting van de
besturing wordt het betrokken aggregaat
uitgeschakeld.
Apparaat gedurende minstens 15 minu-
ten laten afkoelen.
Schleutelschakelaar op „0“ draaien,
eventjes wachten en weer op „1“ draai-
en.
Voor het losmaken van de handrem de
3 zeskantschroeven sleutelwijdte 7 mm
(pijl) telkens 3 omwentelingen eruit
draaien.
Apparaat verschuiven
Schroeven weer aandraaien.
ƽ
Gevaar
Gevaar voor ongevallen door falende rem-
werking. Schroeven na beëindigd schuif-
proces absoluut direct weer aandraaien.
Voorzichtig
Beschadigingsgevaar voor de zuigturbine
bij werking zonder vlakvouwfilter.
Voor de inbedrijfstelling van het appa-
raat de vlakvouwfilter in het deksel van
het vuilwaterreservoir controleren op
aanwezigheid, correcte montage en
toestand.
Beschadigde vlakvouwfilter vervangen.
ṇ
Waarschuwing
Beschadigingsgevaar. Alleen aanbevolen
reinigingsmiddelen gebruiken. In geval van
andere reinigingsmiddelen draagt de ex-
ploitant het verhoogde risico inzake be-
drijfsveiligheid en ongevallengevaar.
Alleen reinigingsmiddelen gebruiken die
vrij zijn van oplosmiddelen, zout- en vloei-
zuur.
Veiligheidsinstructies op de reinigingsmid-
delen in acht nemen.
Borstels monteren
BD variant
BR variant
Zuigbalk monteren
Werking
Parkeerrem controleren
Rijden
Stoel instellen
Stuurwiel instellen
Apparaat verrijden
Overbelasting
Apparaat verschuiven
Vlakvouwfilter controleren
Bedrijfsstoffen vullen
Reinigingsmiddel
62
NL