Karcher BD 100-250 R I Bp User Manual
Page 63
-
6
Instructie
Geen sterk schuimend reinigingsmiddel
gebruiken.
Aanbevolen reinigingsmiddelen:
Deksel van het verswaterreservoir ope-
nen.
Vers water (maximum 60 °C) tot 15 cm
onder de bovenkant van het reservoir
vullen.
Reinigingsmiddel vullen.
Deksel van het verswaterreservoir slui-
ten.
Instructie
Voor de eerste inbedrijfstelling verswater-
reservoir volledig vullen om het waterlei-
dingssysteem te ontluchten.
Aan het schoon water wordt op de weg
naar de reinigingskop door een doseerap-
paraat reinigingsmiddel toegevoegd.
Waarschuwing
Met het doseerapparaat kan maximum 5%
reinigingsmiddel toegevoegd worden. Bij
een hogere dosering moet het reinigings-
middel in het schoonwaterreservoir toege-
voegd worden.
Container met reinigingsmiddel in de
kuip achter de stoel plaatsen.
Deksel van de container afschroeven.
Zuigslang van de doseerinrichting in de
container steken.
Waarschuwing
–
Het apparaat beschikt over een
schoonwaterstandindicator in het dis-
play. Bij lege schoonwatertank wordt de
dosering van het reinigingsmiddel stop-
gezet. De reinigingskop werkt zonder
vloeistoftoevoer verder.
–
Bij lege reinigingsmiddelcontainer
wordt de dosering ook gestaakt. Het
controlelampje „RM-tank leeg“ brandt
rood. De reinigingskop krijgt alleen nog
schoon water toegevoerd.
De veeginstallatie neemt losse rommel van
de grondreiniging op.
Voorzichtig
Beschadigingsgevaar van de veeginstalla-
tie.
–
Geen verpakkingsbanden, metaal-
draad of iets dergelijks opvegen.
–
Met de BR/BD...RI mogen alleen drem-
pels tot max. 2 cm bereden worden.
–
Verstoppings- en verontreiningingsge-
vaar voor het stoffilter. Veeginstallatie
voor het vegen van droge oppervlakten
toepassen.
Waarschuwing
Zuigturbine, zijbezems en filterreiniging lo-
pen na het uitschakelen na.
Schakelaar "Vegen" inschakelen.
De veeginstallatie wordt geactiveerd. Het
controlelampje "Vegen" licht op tijdens de
werking.
Voor het opvegen van grotere voorwerpen
(tot een hoogte van ca. 6 cm) kan de grof-
vuilklep gebruikt worden.
ṇ
Gevaar
Verwondingsgevaar door weggeslingerde
rommel: Grofvuilklep alleen gebruiken,
wanneer er geen personen in de buurt zijn.
Pedaal voor het optillen van de grof
vuilklep induwen.
Waarschuwing
Bij het inschakelen van de grofvuilklep ver-
mindert de veegwerking van de stofzuiger.
Daarom dient men de grofvuilklep alleen te
gebruiken wanneer dit noodzakelijk is.
Schakelaar "Vegen" op "0" zetten.
De veeginstallatie wordt gedeactiveerd. Na
het beëindigen van het vegen wordt het
stoffilter ca. 15 lang gereinigd. Daarbij
brandt het controlelampje "Stoffilter
schoonmaken".
1 Rijden
Naar gebruiksplaats rijden.
2 Schuurzuigen
Vloer nat reinigen en vuil water opzui-
gen.
3 Natschrobben
Vloer nat reinigen en reinigingsmiddel
laten inwerken.
4 Zuigen
Vuil opzuigen.
5 Polijsten
Vloer zonder vloeistof polijsten.
6 Schuurzuigen zonder water (polijstzui-
gen)
Vloer polijsten zonder vloeistof en po-
lijststof opzuigen.
7 Handreiniging
Reinigingsvloeistof met wand-plafond-
vloersproeier (optie) aanbrengen en
opnieuw opzuigen.
Met de infotoets worden menupunten ge-
selecteerd en instellingen uitgevoerd.
–
Rechts-/Links bladert vooruit/achteruit
door de menu's.
–
Indrukken kwiteert een geselecteerde
instelling.
In het bedienersmenu worden instellingen
voor de verschillende reinigingsprogram-
ma's uitgevoerd. Afhankelijk van het reini-
gingsprogramma zijn verschillende
parameters instelbaar. De instellingen
worden met de Infobutton uitgevoerd.
Nood-stop-knop door draaien ontgren-
delen.
Gaan zitten en sleutelschakelaar op „1“
stellen.
Het display toont de acculaadtoestand
en het verswaterpeil.
Reinigingsprogramma selecteren.
Bedieningsmenu door draaien van de
Infotoets oproepen.
Gewenste parameters door draaien
van de infotoets selecteren. De huidig
ingestelde waarde wordt als balk weer-
gegeven.
Infotoets indrukken, de balkweergave
knippert.
Parameters door draaien van de info-
toets tussen „min“ en „max“ opnieuw in-
stellen.
Gewijzigde instelling door indrukken
van de infotoets bevestigen of wachten
tot de ingestelde waarde automatisch
overgenomen wordt.
Instructie
Indien de geselecteerde parameter gedu-
rende 10 seconden niet gewijzigd wordt,
schakelt het display over op de weergave
van de accutoestand en het verswaterpeil.
Dezelfde reinigingsparameters kunnen in
elk reinigingsprogramma individueel inge-
steld worden.
De borstelaandrukkracht kan alleen bij een
rijdend apparaat in de programma's
schuurzuigen, natschrobben, polijsten en
polijstzuigen ingesteld worden.
Gebruik
Reinigings-
middel
Onderhoudsreiniging van
alle waterbestendige vloe-
ren
RM 745
RM 746
Onderhoudsreiniging van
blinkende oppervlakken
(bijv. Granit)
RM 755 ES
Onderhoudsreiniging en
basisreiniging van industri-
ele vloeren
RM 69 ASF
Onderhoudsreiniging en
basisreiniging van fijne ste-
nen tegels
RM 753
Onderhoudsreiniging van
stenen in de sanitaire sector
RM 751
Reiniging en ontsmetting in
de sanitaire sector
RM 732
Reiniging van alle alkalibe-
stendige vloeren (bijv. PVC)
RM 752
Reiniging van linoleumvloe-
ren
RM 754
Schoon water
Doseerinrichting (Optie)
Vegen (alleen BR/BD...RI)
Grofvuilklep
Vegen beëindigen
Reinigingsprogramma's
1
2
3
4
5
6
7
Infotoets
Instellingen
Bedieningsmenu
63
NL