beautypg.com

Merit Medical HeartSpan Fixed Curve Braided Transseptal Sheath User Manual

Page 17

background image

17

6. Voer het zachte uiteinde van de transmissielijn door de

Introducer-naald in de ader. Breng de transmissielijn

in tot op de gewenste diepte. Wanneer er weerstand

wordt waargenomen, mag de transmissielijn onder

geen beding verder worden ingebracht of verwijderd.

Bepaal de oorzaak van de weerstand voordat u de

procedure hervat.

7. Houd de transmissielijn op zijn plaats en verwijder

de Introducer-naald. Trek de transmissielijn niet

terug in de cannule omdat dit de transmissielijn kan

doen splitsen/breken. De cannule moet eerst worden

verwijderd.

8. Vergroot de cutane punctieplaats met een scalpel.

9. Monteer de dilator en introducer aan elkaar tot de

dilatorhub in de introducerhub vastklikt.

10. Rijg het geheel van dilator/introducer over de

transmissielijn d.m.v. een zachte draaibeweging.

11. Nu kan de Gevlochten Transseptale Introducer

gepositioneerd worden om catheters naar gewenste

locaties te brengen.

12. Zuig alle lucht uit de introducerklep d.m.v. een

injectiespuit aan de zij-ingang. Spoel de introducer

door de zij-ingang. Indien transseptale punctie vereist

is, ga dan verder met volgende stappen.

Aanbevolen procedure

1. Breng het geheel van de Gevlochten Transseptale

Introducer en Dilator in de S.V.C. net boven het

rechteratrium.

2. Haal de dilator- en introducerhub ongeveer 1 cm uit

elkaar en breng de introducer langzaam over de dilator.

Dit zal het inbrengen van de gebogen transseptale

naald (niet meegeleverd) vereenvoudigen.

3. Wanneer de introducer- en dilatorhubs gescheiden

zijn, verwijder dan langzaam de transmissielijn uit

de dilator. Verwijder alle lucht uit de dilator door

het bloed langzaam weg te zuigen. Spoel de dilator

wanneer u er zeker van bent dat er geen lucht meer

in aanwezig is.

4. Spoel de transseptale naald volledig.

5. Breng de naald in de dialtorhub. Breng het gebogen

deel van de naald voorzichtig in de dilator, en zorg

ervoor dat de beweging van de naald niet wordt

gehinderd.

6. Trek de introducer ongeveer één centimeter naar

buiten terwijl de positie van de dilator wordt

behouden. Sluit de dilator- en introducerhubs opnieuw

op elkaar aan.

7. Behoud de positie van de introducer en duw het

gebogen deel van de naald langzaam verder tot deze

bijna uit het uiteinde van de dilator komt.

8. Controleer de druk in het rechteratrium door de

naaldhub aan te sluiten op drukcontroleapparatuur. De

druk in het rechteratrium moet goed zijn voordat de

procedure mag worden hervat.

9. Plaats het geheel van naald en introducer in het

rechteratrium. Verifieer de positie d.m.v. fluoroscopie.

10. Plaats het instrument (dilator en naaldpunt) tegen het

atriale septum in de omgeving van de fossa ovale door

de naald geleidelijk

achterwaarts te draaien en in de richting van de

linkerscapula tijdens het wegpompen. Gebruik

voortdurende drukcontrole en herhaaldelijke

anterieure-posterieure en laterale visualisatie

van het uiteinde d.m.v. fluoroscopie tijdens alle

positioneringsprocedures.

11. Breng de naald, na bevestiging van de positie van

het uiteinde van de dilator en naaldpunt tegen het

atriale septum, verder in en voltooi de transseptale

punctie. Het succesvol inbrengen van de naald in het

linkeratrium wordt bevestigd d.m.v. drukcontrole

en een plotselinge afname van de weerstand. Het

is essentieel dat, nadat naaldpenetratie door het

interatriale septum wordt waargenomen, er een

aanvaardbare druk wordt waargenomen in het

linkeratrium. Breng de dilator niet verder in indien

er geen aanvaardbare druk wordt waargenomen.

Maak de drukcontrolelijn los van de naald. Hierdoor

zal de locatie van de naald worden getoond. Sluit de

drukcontrolelijn opnieuw aan op de naald.

12. Breng de dilator met de naald verder door het septum

in positie. Een aanvaardbare druk van het linkeratrium

moet voortdurend worden waargenomen. Een

verhoging van de weerstand bij beweging onmiddellijk

gevolgd door een snelle afname van de weerstand zal

de locatie van de dilator in het linkeratrium aanduiden.

13. Trek de naaldpunt gelijk met het uiteinde van de

dilator. De dilator met de naaldpunt erin moet vrij

geplaatst zijn in het linkeratrium. Controleer d.m.v.

fluoroscopie.

14. Breng de introducer langzaam in over het geheel

van dilator en naald tot deze zich in het linkeratrium

bevindt. Het toepassen van een stevige drukbeweging

tijdens het langzaam draaien van de introducer zal

deze procedure vereenvoudigen. Wanneer er een snelle

afname van de weerstand wordt waargenomen, is de

introducer in positie.

15. Duw de introducer ongeveer 2 cm in het linkeratrium

en behoud de positie van de dilatornaald.

16. Maak de drukcontrolelijn los van de naald.

17. Verwijder de naald langzaam uit de dilator.

18. Verwijder de dilator langzaam uit de introducer.

19. Verbind de zij-ingang van de introducer met de

controlelijn. Zuig het bloed langzaam naar buiten via

de zijarm en zorg ervoor dat er zich geen lucht bevindt

in de introducer.

Opgelet: Verwijder de dilator langzaam om de

kans op een vacuüm in de introducer te beperken.

Het bloed moet eenvoudig via de zij-ingang kunnen

worden weggezogen. Indien dit niet het geval is, trek

dan de introducer 0,5-1,0 cm terug (het uiteinde van

de introducer rust mogelijk tegen de atriumwand

of een pulmonaire ader). Opmerking: Geen sterk

vacuüm creëren.

20. Om de locatie van de introducer in het linkeratrium

te behouden, dient u regelmatig de locatie van de

röntgenbestendige topmarkering te controleren d.m.v.

fluoroscopie.

21. Breng de op de juiste wijze geprepareerde catheter

door de hemostatische klep in het linkeratrium.

Een manier om een betere cathetermanipulatie te

verkrijgen, is om de introducer in het rechteratrium te

trekken. De introducer moet dan wel over de catheter

worden teruggeplaatst in het linkeratrium alvorens de

catheter te verwijderen. De locatie van de introducer

kan bevestigd worden door deze te vergelijken met de

positie die verkregen is in stap 20.

22. Na het verwijderen van de introducer moet een

standaardtechniek worden toegepast voor het

bereiken van hemostase.

Uitsluitend voor eenmalig

gebruik / Niet hergebruiken

Gesteriliseerd met ethylee-

noxide

Let op: raadpleeg vóór

gebruik de instructies / Let op:

raadpleeg de bijbehorende

documenten

Inhoud (getal geeft aantal

eenheden in verpakking weer)

Niet opnieuw steriliseren

Niet gebruiken indien de

verpakking geopend of

beschadigd is

Niet blootstellen aan zonlicht

/ Niet blootstellen aan ultravi-

olet licht / Droog bewaren

Binnendiameter

Buitendiameter

Productnummer