beautypg.com

Instructies voor gebruik – Merit Medical HeartSpan Fixed Curve Braided Transseptal Sheath User Manual

Page 16

background image

16

nl

HeartSpan® Gevlochten Transseptale

Introducer

INSTRUCTIES VOOR

GEBRUIK

Lees voor gebruik zorgvuldig

alle instructies. Volg alle contra-

indicaties, waarschuwingen en

voorzorgsmaatregelen in dit document.

Het niet naleven ervan kan complicaties

veroorzaken bij de patiënt. Merit Medical

Systems, Inc. vertrouwt erop dat de arts

alle mogelijke risico’s van de procedure

bepaalt, beoordeelt en meedeelt aan de

patiënt.

OPGELET:

• De federale wetgeving (VS) bepaalt dat dit medisch

hulpmiddel uitsluiten verkocht mag worden op

aanvraag of voorschrift van een arts. Dit medische

hulpmiddel mag uitsluitend worden gebruikt door

artsen die een grondige opleiding hebben genoten op

het gebied van percutane procedures.

• Wijzig dit medische hulpmiddel op geen enkele

manier.

• Dit medische hulpmiddel wordt steriel geleverd en is

bedoeld voor eenmalig gebruik. Gebruik het product

niet indien de verpakking geopend of beschadigd is.

Niet opnieuw steriliseren en/of gebruiken.

HOE WORDT HET PRODUCT GELEVERD:

Steriel: Gesteriliseerd met ethyleenoxidegas. Niet-

pyrogenisch.

Inhoud: Eén (1) röntgenbestendige introducer, één (1)

röntgenbestendige dilator , één (1) 0.035” x

135 cm transmissielijn

OPMERKING: Het productlabel vermeldt de lengte-,

diameter- en curveconfiguraties van de introducer.

BESCHRIJVING:

De Gevlochten Transseptale Introducer is ontwikkeld

als leiding voor het inbrengen van diagnostische en

therapeutisch catheters naar specifieke kamers en locaties

in het hart. Het biedt ondersteuning bij het plaatsen

en behouden van de positie van catheters op specifieke

locaties in het hart. De introducer mag worden gebruikt

voor percutane procedures.

Het pakket bestaat uit drie onderdelen: een introducer, een

dilator en een transmissielijn met J-vormig uiteinde.

De introducer beschikt over een markeerlint dat

ondoordringbaar is voor röntgenstralen om de locatie

van het uiteinde te helpen bepalen, een atraumatisch

zacht uiteinde en een gladde coating aan de binnen- en

buitenzijde.

De dilator is ontworpen om zich aan te passen aan de

binnendiameter en curve van de introducer, en beschikt

over een spits uiteinde.

Om de toegang tot verschillende cardiale structuren en

plaatsen mogelijk te maken, zijn de introducers beschikbaar

in configuraties met verschillende afmetingen, lengtes en

uiteindecurves.

INDICATIES:

Voor het percutaan inbrengen van verschillende types

cardiovasculaire catheters in alle hartkamers, inclusief het

linkeratrium via transseptale punctie.

OPSLAG:

Bewaar het product op een koele, donkere en droge plaats.

WAARSCHUWINGEN:

1. De inhoud wordt STERIEL geleverd, d.m.v. een

ethyleenoxide (EO)-proces. Niet gebruiken indien de

steriele verzegeling beschadigd is.

2. Uitsluitend voor éénmalig gebruik. Niet opnieuw

gebruiken, verwerken of steriliseren. Indien u

het product toch opnieuw gebruikt, verwerkt of

steriliseert, kan de ongeschonde toestand van het

product worden aangetast en/of schade aan het

product veroorzaken, wat letsel bij, of ziekte of

overlijden van de patiënt tot gevolg kan hebben.

Dit product voor eenmalig gebruik is niet ontwikkeld

of goedgekeurd voor hergebruik. Het hergebruiken van

het product verhoogt het risico op kruisbesmetting,

kan de meetnauwkeurigheid en de prestaties van het

systeem beïnvloeden of een storing veroorzaken, als

gevolg van een fysieke beschadiging van het product

ten gevolge van reiniging, ontsmetting, hersterilisatie

of hergebruik.

3. Ze dienen uitsluitend te worden gebruikt door

artsen die gespecialiseerde invasieve cardiologische

technieken praktiseren. Het gebruik van het product

moet beperkt worden tot artsen die specifiek opgeleid

zijn voor de uit te voeren procedure.

4. Wanneer de introducer in het bloedvat blijft, wordt

ten stelligste aanbevolen om een voortdurende

gehepariniseerde infusie onder druk toe te passen via

de zij-ingang van de introducer.

5. Infusie via deze zij-ingang mag alleen worden

uitgevoerd nadat alle lucht uit het instrument is

verwijderd.

6. Dilators en catheters moeten langzaam uit de

introducer worden verwijderd. Een snelle verwijdering

ervan kan kleponderdelen beschadigen en

bloedstroming door de klep veroorzaken, evenals

een vacuüm creëren waardoor lucht in de introducer

kan komen.

7. Aspiratie van de zij-ingang is aanbevolen bij het

verwijderen van de catheter, sonde of dilator; dit

om enige fibrine-afzetting te verwijderen die zich

mogelijk in of aan het uiteinde van de introducer

heeft opgehoopt.

8. Manipulatie van de introducer moet steeds met de

nodige zorg gebeuren en in aanwezigheid van een

implanteerbaar cardiaal apparaat, om het gevaar op

verplaatsing of losmaking van de plaatsing van de

leiddraad te beperken.

9. Rechtstreekse percutane insertie van de introducer

moet worden uitgevoerd m.b.v. de dilator, om het

mogelijke risico op beschadiging van een bloedvat

door een gloeiend uiteinde te minimaliseren.

10. Het wordt aanbevolen gebruik te maken van

fluoroscopische controle, d.m.v. de röntgenbestendige

markering van de locatie van het distale uiteinde

van de introducer, vooral wanneer een transseptale

procedure wordt toegepast.

VOORZORGSMAATREGELEN:

1. Om het risico op luchtembolieën te beperken, moeten

de introducer, dilator en catheter regelmatig worden

geaspireerd en gespoeld.

2. Permanente introducers moeten inwendig

ondersteund worden d.m.v. een catheter, elektrode

of dilator.

3. Wanneer u weerstand waarneemt, mag de

transmissielijn of introducer nooit verder worden

ingebracht, gedraaid of verwijderd. Bepaal de oorzaak

m.b.v. fluoroscopie en neem correctieve maatregelen.

4. Gebruik de zij-ingang voor injectie of aspiratie van de

introducer en zij-ingang. Zorg ervoor dat de afsluitklep

gesloten is na het spoelen, om terugbloeding te

verhinderen.

5. De volgende omstandigheden vereisen bijzondere

aandacht wanneer dit product wordt gebruikt voor een

transseptale procedure.

• vergroting van de aortaradix

• gemarkeerde vergroting van het rechteratrium

• klein linkeratrium

• gemarkeerde distortie van de thoracale configuratie

(bijvoorbeeld kyfose of scoliose)

6. Voor en tijdens het gebruik van de introducer en/of

dilator moet het buigen ervan worden vermeden.

7. Bij fluoroscopische procedures worden de patiënt en

het medisch personeel blootgesteld aan ioniserende

straling. Men moet de nodige voorzorgsmaatregelen

nemen om de blootstelling te beperken en

beschermende uitrustingen gebruiken.

8. Bij het inbrengen van de Gevlochten Transseptale

Introducer en/of dilator moet fluoroscopische geleiding

worden gebruikt. Wanneer de introducer en/of dilator

langs een klep wordt gebracht, moet er gebruik

worden gemaakt van een transmissielijn of pigtail.

9. De introducer, dilator en transmissielijn zijn ontwikkeld

voor eenmalig gebruik. Het hergebruiken ervan kan de

patiënt blootstellen aan overdraagbare aandoeningen

en/of letsel.

10. Tijdens gebruik van een intracardiaal apparaat

kan aritmie optreden. Zorgvuldige controle en

beschikbaarheid van nood- en reanimatietoestellen

zijn verplicht.

11. Wanneer de Gevlochten Transseptale Introducer wordt

gebruikt in de nabijheid van radiofrequentiestraling

moet men ervoor zorgen dat de introducer geen

frequentiegeleidende elementen bevat.

ONGEWENSTE EFFECTEN:

Ongewenste effecten als gevolg van de cannulatie van de

periferale vasculatuur en intracardiale plaatsing van de

introducer en dilator omvatten, maar zijn niet beperkt tot:

• infectie

• zenuwschade

• perforatie

• dissectie

• AV-fistelvorming

• vorming van pseudoaneurysmen

• aritmieën

• hematomen

• bloedingen

• thromboembolieën

• catheterblokkering

• hartklepschade

• verplaatsing van de transmissielijn van pacemaker/

defibrillator

• luchtembolieën

• vasovagale reacties

• bloedvatschade

• aderspasmen

• atriale septumstoring

• aortapunctie

• perforatie en/of tamponering

• coronaire slagaderspasmes en/of -schade

• beroerte

• myocardiaal infarct

• pericurdiale/pleurale effusie

• pulmonair oedeem

VEREISTE UITRUSTING:

Lees voor gebruik zorgvuldig de instructies van elke

accessoire.

Injectienaald

Gehepariniseerde normale zoutoplossing

CONTROLE VOOR GEBRUIK:

Controleer voor gebruik de verpakking zorgvuldig op schade

aan de steriele verzegeling of schade aan de inhoud.

GEBRUIK STERIELE TECHNIEKEN:

Aanbevolen procedure

1. Open de verpakking en plaats de inhoud op een

steriel veld.

2. Prepareer de huid en drapeer ze op de plaats van de

verwachte punctie.

3. Verdoof de huid d.m.v. een injectienaald met een

kaliber van 25 (niet meegeleverd).

4. Lokaliseer de ader d.m.v. een kleine ijknaald en

injectiespuit.

5. Voer een 18g Thin Wall Needle Introducer-naald in de

ader - controleer op terugslag.