Grafisch display, Bediening, Configureer de sensor – Hach-Lange POLYMETRON 9586 User Manual
Page 176

Grafisch display
De grafiek toont concentraties en temperatuurmetingen voor elk kanaal dat in gebruik is. Met behulp
van de grafiek kunnen trends eenvoudig worden bewaakt en worden wijzigingen in het proces
weergegeven.
1. Selecteer vanuit het scherm van het grafisch display met de pijltoetsen omhoog en omlaag een
grafiek en druk op de HOME-toets.
2. Selecteer een optie:
Optie
Beschrijving
MEASUREMENT VALUE
(waarde meting)
Stel de meetwaarde voor het geselecteerde kanaal in. Selecteer Auto Scale
(Automatisch aanpassen van de schaal) of Manually Scale (Handmatig
aanpassen van de schaal). Voer de minimum- en maximummeetwaarden
voor handmatig aanpassen van de schaal in
DATUM- EN TIJDBEREIK
Selecteer het datum- en tijdbereik uit de beschikbare opties
Bediening
Configureer de sensor
Gebruik menu CONFIGURE (configureren) om identificerende informatie voor de sensor in te voeren
en opties voor het omgaan met gegevens en opslag te wijzigen.
1. Druk op toets menu en selecteer SENSOR SETUP>CONFIGURE (sensorinstellingen /
configureren).
2. Gebruik de pijltoetsen om een optie te selecteren en druk op enter. Houd de pijltoetsen omhoog
of omlaag ingedrukt om cijfers, tekens of interpunctie in te voeren. Druk op de pijltoets naar
rechts om naar de volgende ruimte te gaan.
Optie
Beschrijving
EDIT NAME (naam wijzigen)
Wijzigt de naam die overeenkomt met de sensor bovenaan op het
meetscherm. De naam is beperkt tot 16 karakters en mag bestaan uit
een willekeurige combinatie van letter, cijfers, spaties en
interpunctietekens.
SENSOR S/N (serienummer
sensor)
Hiermee kan de gebruiker het serienummer van de sensor invoeren,
beperkt tot 16 tekens in elke combinatie van letters, nummers, spaties of
interpunctie.
MEAS UNITS (meeteenheden)
Wijzigt de meeteenheden - selecteer een eenheid uit de beschikbare
lijst.
TEMP UNITS
(temperatuureenheden)
Stelt de temperatuureenheden in op °C (standaard) of °F
FILTER
Stelt een tijdconstante in ter verhoging van de signaalstabiliteit. De
tijdsconstante berekent de gemiddelde waarde gedurende een
opgegeven tijd—0 (geen effect, standaard) tot 60 seconden (gemiddelde
van signaalwaarde voor 60 seconden). De filter verlengt de benodigde
tijd voor het sensorsignaal om te reageren op de werkelijke
procesveranderingen.
LOG SETUP (instellingen
logbestand)
Dit stelt de tijdsinterval voor gegevensopslag in de gegevenslog in—5,
30 seconden, 1, 2, 5, 10, 15 (standaard), 30, 60 minuten.
RESET DEFAULTS
(standaardinst. resetten)
Zet het configuratiemenu terug naar de standaardinstellingen. Alle
sensorinformatie aat verloren.
176 Nederlands