beautypg.com

Brandstof aanbevelingen, Starten, Stoppen – Briggs & Stratton Fource 21100 User Manual

Page 53: Onderhoud

background image

NL

51

3. Verwijder de peilstok en controleer het oliepeil. De olie moet tot de FULL" (=vol)

markering staan.

Ë

4. Verifieer het FULL" (=vol) niveau van de olie door aanwezigheid van olie in het gaatje

in de peilstok, of door de meetlijn.

5. Voeg, indien er olie nodig is, 15 ml. tegelijk toe. Controleer het peil opnieuw.

BRANDSTOF AANBEVELINGEN

Meng geen olie door de benzine.
Gebruik schone, verse, loodvrije benzine met een minimum octaangetal van 85.
Gelode benzine mag gebruikt worden als deze verkrijgbaar is en loodvrij niet. Schaf de benzine
aan in hoeveelheden die binnen 30 dagen kunnen worden opgebruikt. Zie Opslag.
In de VS mag gelode benzine niet gebruikt worden. Sommige brandstoffen, met zuurstof
verrijkte of opnieuw geformuleerde brandstoffen genoemd, zijn benzines die met alcohol
of ether gemengd zijn. Overmatige hoeveelheden van deze mengstoffen kunnen het
brandstofsysteem beschadigen of prestatieproblemen veroorzaken. Als er ongewenste
symptomen tijdens bedrijf optreden, gebruik dan een benzine met een lager percentage alcohol
of ether.
Deze motor is gecertificeerd om op benzine te werken. Exhaust Emission Control System
(Uitlaatemissie Beheersing Systeem): EM (Engine Modifications).
Gebruik geen benzine die Methanol bevat.
Voor bescherming van de motor raden wij het gebruik aan van Briggs & Stratton Brandstof
Stabilisator, verkrijgbaar bij een Geautoriseerde Briggs & Stratton Service Dealer.

BRANDSTOF BIJVULLEN

Fig. 3

Kantel de motor tot de getoonde positie om correct bij te tanken. Reinig rond de brandstof
vulopening voordat de tankdop verwijderd wordt. Vul de tank tot ongeveer 4 cm onder
de bovenkant van de vulopening

Ê

om de brandstof te kunnen laten uitzetten. Niet overvullen.

Voordat er getankt wordt, de motor 2 minuten laten afkoelen.

WAARSCHUWING

STARTEN

Fig. 4

VOORZICHTIG: Controleer het oliepeil voordat de motor gestart wordt. Het oliepeil moet tot
de FULL (=vol) markering op de peilstok zijn. De motor zal beschadigen indien deze zonder olie
wordt gestart.

1. Druk de

Ê

primerbalg

15 keer in VOOR EEN NIEUWE MOTOR, 8 keer voor alle

volgende starts.

2. De chokehefboom

Ë

moet in de VOLLEDIGE CHOKE

Ì

stand zijn.

3. Indien uitgerust met een gashendel, deze in de FULL" (=volledig) positie plaatsen of houden.

Als de motor nog warm is van voormalig draaien, de gashendel niet ingedrukt houden.

4. Trek stevig aan de startgreep

Í

tot de motor loopt.

5. Wacht 10 seconden, beweeg dan de choke hefboom naar de stand HALVE CHOKE

Î

.

6. Laat de motor gedurende 20 seconden of tot deze soepel accelereert op HALVE CHOKE

draaien. Beweeg de choke naar de stand OFF" (=uit)

Ï

. (Lagere temperaturen zullen

een langere opwarmperiode met HALVE CHOKE verlangen)

VOORZICHTIG: Het gebruik van de motor op een overmatig toerental zonder een adequate
motorbelasting zal schade veroorzaken. Bij motoren die op een pomp gebruikt worden moet
de pomp ALTIJD geprimed worden voordat de motor gestart wordt. Gebruik de pomp nooit
zonder primen.

STOPPEN

• Druk de stopschakelaar Ð op de motor of machine in om de motor te stoppen.

De choke NIET sluiten om de motor te stoppen. Er kan terugslag of nabranden optreden
waardoor letsel ontstaat.

WAARSCHUWING

ONDERHOUD

Fig. 5

Om per ongeluk starten te voorkomen, ontkoppel de
bougiekabel

Ê en houd deze weg van de bougie voordat

onderhoud wordt uitgevoerd.

WAARSCHUWING

Regelmatig onderhoud verbetert de prestaties en verlengt de levensduur van de motor. Er is vaker
onderhoud nodig wanneer de motor gebruikt wordt onder zware omstandigheden: zware
belasting. Hulp nodig? Ga naar www.briggsandstratton.com.

Sla het vliegwiel niet met een hamer of hard voorwerp. Indien dit gebeurt, kan het vliegwiel
barsten tijdens bedrijf.
Verander niets aan verbindingen of andere onderdelen om het motortoerental te verhogen.

WAARSCHUWING

Volg de intervallen volgens bedrijfsuren of kalender, wat het eerst voor komt. Er is vaker
onderhoud nodig wanneer de motor onder zware omstandigheden wordt gebruikt, zoals
hieronder aangegeven.
Voor Ieder Gebruik

D Oliepeil controleren

Eerste 4 uur

D Olie verversen

Iedere 8 uur of ieder seizoen

D Olie verversen
D Luchtfilter onderhouden *

Iedere 50 uur of ieder seizoen

D Bougie vervangen **

*

Vaker reinigen onder stoffige omstandigheden, of indien er veel zwevend vuil aanwezig is,
of na langdurig gebruik voor het maaien van lang, droog gras.
Bij draadstrimmer toepassingen:
van vuil reinigen bij iedere keer bijtanken, zo nodig eerder;
laat een gekwalificeerde technicus het luchtkoelsysteem iedere 30 uur, ieder seizoen,
indien nodig eerder, reinigen, vooral onder vuile omstandigheden.

** In sommige gebieden schrijven plaatselijke wetten het gebruik voor van weerstandbougies

om ontstekingssignalen te onderdrukken. Indien deze motor origineel was uitgerust met
een weerstandbougie, gebruik dan voor vervanging hetzelfde type bougie.

OLIE VERVERSEN & OLIEPEIL CONTROLEREN

Fig. 6

1. Ververs de olie wanneer de motor warm is, controleer of de tankdop stevig vastgedraaid is.
2. Verwijder de peilstok en tap de olie af

Ê

in de getoonde richting.

3. Plaats de motor waterpas. Giet de olie langzaam met de olie maatbeker met 15 ml.

tegelijk

Ë

. Niet overvullen.

Noot: De carterinhoud bedraagt ongeveer 90 ml.

4. Verwijder, om het oliepeil te controleren, de peilstok en veeg deze af met een schone doek.

Breng de peilstok weer aan en draai deze vast.

5. Verwijderen en het oliepeil controleren. Het peil moet komen tot de FULL" (=vol)

markering.

Ì

Verifiëren door de aanwezigheid van olie in het gat in de peilstok, of volgens

de maatlijn.

6. Voeg, indien er olie nodig is, 15 ml. tegelijk toe. Controleer het peil opnieuw.

7. Breng de peilstok weer aan voordat de motor gestart wordt.

LUCHTFILTER ONDERHOUD

Fig. 7

Vervang het schuim Oil Foam" element indien erg vuil of beschadigd.

• Druk de nok van het deksel Ê in om het deksel vrij te maken, trek dan het deksel weg

van de motor om de luchtfilter te onderhouden.

• Controleer de inlaatkamer Ë op vuil.

• Was het schuim Oil-Foam element Ì in een vloeibaar wasmiddel en water. Droogknijpen

in een schone doek. Doordrenk het schuim Oil-Foam element in motorolie en knijp het uit
in een schone doek om alle overtollige olie te verwijderen.

• De motor zal roken als er teveel olie op de filter is achtergebleven.

OPGEPAST: Gebruik geen perslucht of oplosmiddelen om te reinigen. Perslucht kan de filter
beschadigen; oplosmiddelen zullen de filter oplossen.