Nl - richtlijnen voor gebruik – Merit Medical HeartSpan Transseptal Needle User Manual
Page 25

25
• Verwijder een dilatator, huls of katheter die per ongeluk in de
pericardiale ruimte is opgevoerd niet totdat de patiënt wordt
geopereerd.
• Dit instrument niet hergebruiken. Het instrument moet
worden weggegooid na één gebruik volgens de aanvaarde
medische praktijken en toegepaste lokale en nationale
wetgeving en regelgeving.
• Volg de instructies die worden geleverd bij de transseptale
introducers.
Voorzorgsmaatregelen
• Opslaan in een koele, donkere en droge ruimte.
• Controleer vóór gebruik alle onderdelen.
• Indien er weerstand wordt gevoeld bij het opvoeren of
verwijderen van de introducer of voerdraad, dient de oorzaak
middels fl uoroscopie te worden bepaald.
• Controleer vóór gebruik of de juiste katheter wordt gebruikt
met de transseptale naald.
Bijwerkingen
In addition to the complications associated with any cardiac
hartkatheterisatie, dient het volgende te gebeuren tijdens een
transseptale katheterisatie.
• Punctie van vena cava inferior
• Punctie van aorta
• Punctie vrije atriumwand
• Punctie van sinus coronarius
• Arterial embolism from thrombus at the puncture site
• Tamponade
• Resterende atriale septumdefecten
• Aritmie van atrium
Richtlijnen voor gebruik
1. Het kan handig zijn om een angiografi e van de rechterzijde
te maken om de grootte en locatie van het linker atriale
septum te bepalen.
2. Spoel de transseptale naald grondig door.
3. Controleer vóór gebruik alle onderdelen op integriteit en
geschiktheid voor de specifi eke procedure.
4. De transseptale naald/stiletset wordt opgevoerd door de
transseptale katheter en/of introducer totdat de naaldtip net
in de katheter zit. OPMERKING: controleer of de transseptale
naald niet is gedraaid en/of draait zonder weerstand, terwijl
deze naar deze positie wordt opgevoerd.
5. Trek het stilet terug voordat de punctie van het intra-atriale
septum wordt uitgevoerd.
6. The tip of the transseptal needle is positioned against the
interatrial septum.
7. De transseptale naald wordt opgevoerd door het septum
in het linkeratrium zodra de juiste locatie is bevestigd met
fl uoroscopie (bij voorkeur biplane fl uoroscopie).
8. De succesvolle punctie in het linkeratrium wordt bevestigd
door de bewaking van de druk in het linkeratrium Bij
waarneming van een verkeerde drukbewaking, wordt een
kleine hoeveelheid contrastmiddel geïnjecteerd om de positie
te identifi ceren.
9. De transseptale katheter wordt opgevoerd over de
transseptale naald in het linkeratrium.
10. De transseptale naald wordt langzaam verwijderd.
nl - Richtlijnen voor gebruik