beautypg.com

Metz MECABLITZ 58 AF-1 digital Nikon User Manual

Page 74

background image

74

ń

Beep-signalen na de opname:
• Een kort (ong. 2 s.) ononderbroken piepje, direct na de opname geeft aan dat

de opname correct werd belicht en de flitser nog steeds paraat is. Als er onmid-

dellijk na de opname geen piepje opklinkt, dan is de opname onderbelicht.

• Een intermitterend (— — —) piepje direct na de opname is het signaal voor

een correct belichte opname terwijl de flitser echter pas na een volgende con-

tinue (ong. 2 s.) piep weer paraat is.

Beep-signalen bij de instellingen in de automatisch-flitsenfunctie:
• Een korte piep als alarm treedt op, wanneer bij de automatisch-flitsenfunctie

de diafragma- en ISO-instellingen tot het overschrijden van het regelbereik

van het flitslicht zou leiden. Het automatiekdiafragma wordt dan automatisch

in de dichtstbij liggende, toelaatbare waarde veranderd.

Bij ingeschakeld Beep-functie wordt in het display ook het symbool
aangegeven.

Het instellen:
• Druk zo vaak op de toets ‘SEL’, dat in het display ‘Select’ aangegeven wordt.
• Selecteer met de toetsen UP

̆ en DOWN ̄ het item ‘BEEP’. Het gekozen

item wordt tegen een donker balkje getoond.

• Druk op de toets ‘Set’ waarmee u uw keuze bevestigt.
• Met de toetsen UP

̆ en DOWN ̄ de gewenste instelling uitvoeren. De instel-

ling treedt onmiddellijk in werking.

• Druk zo vaak op de toets ‘Return’

, dat het display naar de normale weer-

gave terugschakelt. Als u niet op de toets ‘Return’

drukt, schakelt het

display na ong. 5 sec. naar de normale weergave terug.

7.3 Flitsbelichtingstrapje (FB)

In de flitsfuncties TTL en automatisch-flitsen A kan een flitsbelichtingstrapje (Flash

Bracketing FB) worden uitgevoerd. Een flitsbelichtingstrapje bestaat uit drie

opeenvolgende flitsopnamen met elk een verschillende correctiewaarde.
Bij het instellen van een flitsbelichtingstrapje worden in het display FB en de cor-

rectiewaarde aangegeven. De correctiewaarden reiken van 1/3 tot 3 in derden

van een diafragmawaarde.

Het instellen:
• Druk zo vaak op de toets ‘SEL’, dat in het display “Select’ wordt aangegeven.
• Kies met behulp van de toetsen UP

̆ en DOWN ̄ het item ‘FB’. Het geselec-

teerde item wordt tegen een donker balkje aangegeven.

• Druk op de toets ‘Set’ waarmee u uw keuze bevestigt.
• Met de toetsen UP

̆ en DOWN ̄ de gewenste instelling uitvoeren. De instel-

ling treedt onmiddellijk in werking.

• Druk zo vaak op de toets ‘Return’

, dat het display naar de normale weer-

gave terugschakelt. Als u niet op de toets ‘Return’

drukt, schakelt het

display na ong. 5 sec. naar de normale weergave terug.

Als ‘FB 0’ aangegeven wordt is het flitsbelichtingstrapje gedeactiveerd.
• De eerste opname wordt zonder correctie uitgevoerd. In het display verschijnt

bovendien ‘FB 1’.

• De tweede opname volgt met een minus-correctie . In het display wordt

bovendien ‘FB 2’ aangegeven en daarbij tevens de minus-correctiewaarde

(EV).

• De derde opname wordt met een plus-correctie uitgevoerd. In het display

wordt bovendien ‘FB 3’ aangegeven en daarbij tevens de plus-correctiewaar-

de (EV).

• Na de derde opname wordt de functie flitsbelichtingstrapje automatisch gede-

activeerd. De aanduiding ‘FB’ in het display dooft.

Bij het instellen van het flitsbelichtingstrapje wordt de correctiewaarde
altijd positief aangegeven!

Flitsbelichtingstrapje in de TTL-flitsfunctie
Een flitsbelichtingstrapje in de TTL-flitsfunctie kan alleen worden uitgevoerd als

de camera het met de hand instellen van een correctie op de flitsbelichting op

de flitser ondersteunt. (zie de gebruiksaanwijzing van uw camera)! Als dat niet

het geval is, worden de drie opnamen zonder correctiewaarde uitgevoerd!
Flitsbelichtingstrapje in de automatisch-flitsenfunctie A
Voor het maken van een flitsbelichtingstrapje in de automatisch-flitsenfunctie A

is het type camera van geen betekenis.