beautypg.com

Metz MECABLITZ 58 AF-1 digital Nikon User Manual

Page 69

background image

69

ń

• Aanduiding op de flitser na het opslaan:

BL.

Groep D:
• D-TTL-3D flitsfunctie.
• De instelling vindt op de flitser plaats.
• Aanduiding op de flitser na het opslaan:

BL

.

Groep E:
• i-TTL-BL flitsfunctie (niet met coolpixcamer’s).
• De instelling vindt op de flitser plaats.
• Aanduiding op de flitser na het opslaan:

BL

.

Door sommige camera’s wordt de TTL-flitsfunctie bij SPOT-belichtingsme-
ting niet ondersteund! De TTL-invulflitsfunctie wordt daarbij automatisch
gedeactiveerd, c.q. laat zich niet instellen. In plaats daarvan wordt dan
de normale TTL-flitsfunctie, c.q. D-TTL of i-TTL uitgevoerd (zie de gebruik-
saanwijzing van uw camera )!

5.4 Automatisch flitsenfunctie A

In de automatisch-flitsenfunctie A meet de fotosensor ቫ van de flitser het door

het onderwerp gereflecteerde licht. De fotosensor ቫ heeft een meethoek van

ong. 25° en meet alleen tijdens de eigen lichtafgifte. Als de flitser voldoende

licht heeft gegeven, schakelt de belichtingsautomaat van de flitser hem onmid-

dellijk uit. De fotosensor ቫ moet op het onderwerp gericht zijn.
In het display wordt de maximale reikwijdte van het flitslicht aangegeven. De

kortste flitsafstand bedraagt ong. 10% van de maximale reikwijdte. De flitsop-

namen lukken het beste als het onderwerp zich ongeveer in het midden van de

reikwijdte bevindt, daarmee wordt de belichtingsautomatiek dan voldoende

speelruimte voor een uitgewogen verlichting.
Het instellen:
• Druk zo vaak op de toets ‘Mode’, dat in het display ‘Mode’ aangegeven staat.
• Stel met de toetsen UP

̆ en DOWN ̄ u de functie

in. De geselecteerd

functie verschijnt dan tegen een balkje. De instelling treedt onmiddellijk in

werking.

A

TTL

TTL

TTL

• Druk op de toets ‘Return’

. Het display schakelt naar de normale weergave

terug. Als u niet op de toets ‘Return’

drukt, schakelt het display na ong. 5

sec. naar de normale weergave terug.

Bij een correct belichte opname licht de aanduiding van de flitscontrole “o.k.’ ተ

gedurende 3 seconden op (zie 13).

5.5 Automatisch invulflitsfunctie

Bij de automatisch invulflitsfunctie bij daglicht wordt op de flitser in de automa-

tisch-flitsenfunctie

een correctiewaarde van ong. -1 EV … -2 EV voor de

flitsbelichting ingesteld (zie 6.4 en 10.5). Daardoor ontstaat bij de opname een

natuurlijk werkend ophelderingseffect voor de schaduwpartijen.

5.6 Flitsen met manual-instellingen

In de functie van flitsen met manual-instellingen

wordt door de flitser de

volle energie uitgestraald zonder dat die geregeld wordt. De aanpassing aan

de opnamesituatie kan bijv. door de diafragma-instelling op de camera of door

het kiezen van een geschikt deelvermogen worden bereikt.
Het instellen:
• Druk zo vaak op de toets ‘Mode’, dat in het display ‘Mode’ aangegeven staat.
• Stel met de toetsen UP

̆ en DOWN ̄ u de functie

in. De geselecteerd

functie verschijnt dan tegen een balkje. De instelling treedt onmiddellijk in

werking.

• Druk op de toets ‘Return’

. Het display schakelt naar de normale weergave

terug. Als u niet op de toets ‘Return‘

drukt, schakelt het display na ong. 5

sec. naar de normale weergave terug.

Het instellen van een deelvermogen:
• Druk zo vaak op de toets ‘Para’ (parameter), dat in het display ‘P’ voor deel-

vermogen wordt aangegeven.

• Stel met de toetsen PLUS / MINUS de gewenste waarde (1/1 – 1/256) in. De

instelling treedt onmiddellijk in werking.

• Druk op de toets ‘Return’

. Het display schakelt naar de normale weergave

terug. Als u niet op de toets ‘Return’

drukt, schakelt het display na ong. 5

sec. naar de normale weergave terug.

M

M

A