Opgelet – Enerpac SC-Series User Manual
Page 57
Bevestigen van de klemarm
1. Verwijder de borgring (A) uit de bovenkant van
de plunjer (B).
2. Schuif de klemarm (C) over de plunjer naar
beneden en gebruik een tang om de borgring
terug op de plunjergroef te duwen. Draai de
borgring zodanig dat de spleet in de borgring
naar het massieve gedeelte van de klemarm
wijst. Zie de afbeelding.
3. Breng de klemarm omhoog totdat deze zich stevig in de gewenste stand tegen de
borgring bevindt. Terwijl u deze stand handhaaft, draait u de bout (D) van de kle-
marm aan tot het onderstaande aandraaimoment.
) OPGELET
Wanneer de bout van de klemarm niet voldoende is aangedraaid, kan de arm tij-
dens gebruik slippen. ZORG ERVOOR DAT U INBUSTAPBOUTEN VAN STERKTE-
KWALITEIT 8 (12.9 DIN 912) GEBRUIKT (worden bij standaard klemarmen geleverd).
Monteren van de cilinder
Bij het ontwerp van het hydraulische circuit dient u de factoren die genoemd zijn in
INFORMATIE VOORAF op pagina 53, in overweging te nemen. Zie uw Workholding
Catalogus van Enerpac voor nadere informatie over
het aanleggen van hydraulische circuits.
De montageholten moeten bereid worden volgens
de specificaties op pagina's 54 en 55. Wees
voorzichtig bij het voorbereiden van de appendage.
Werk de boorgaten van de appendage nauwkeurig
af. Teneinde lekkage te voorkomen, voorziet u in
een gemiddelde ruwheid (Ra) van het montage-
oppervlak voor de appendage van niet meer dan
1,6 µm (63 µin.) Zorg dat er geen metalen bramen
blootliggen op de plaats waar de olietoevoeropenin-
gen de cilinderholte raken.
) OPGELET
Spoel alle boorgangen van de appendage
grondig door, om te voorkomen dat rommel de
cilinder tijdens bedrijf binnendringt.
Smeer de O-ringen aan de buitenkant van de cilinder voordat de cilinder in de holte
wordt gemonteerd. Installeer de cilinder voorzichtig totdat de metalen ring (E) het
oppervlak rond het boorgat raakt, zoals in afbeelding 8 wordt weergegeven. Draai het
cilinderhuis in de montageplaat met behulp van het bovenste zeskante deel van de cilin-
der, niet met de klemarm. Zie de onderstaande tabel voor aandraaimomenten.
57
Afbeelding 7
Cilindervermogen
Gesmeerd aandraaimoment
2,2 kN (500 lb.)
16,3 - 20,3 Nm (12 - 15 ft-lb.)
5,6 kN (1250 lb.)
32,5 - 39,3 Nm (24 - 29 ft-lb.)
11,6 kN (2600 lb.)
59,7 - 71,8 Nm (44 - 53 ft-lb.)
Aandraaimoment klemarmbout
E
Afbeelding 8
Cilindervermogen
Aandraaimoment installatie
2,2 kN (500 lb.)
122 - 149 Nm (90 - 110 ft-lb.)
5,6 kN (1250 lb.)
190 - 217 Nm (140 - 160 ft-lb.)
11,6 kN (2600 lb.)
258 - 285 Nm (190 - 210 ft-lb.)