Enerpac ECM-Series User Manual
Page 24
24
5.0 BEDIENING
Het belasten van alleen het bovenste “1/8” (3,18
mm) deel van een inch van de klembek, kan een
aanzienlijke verkorting van de levensduur tot
gevolg hebben.
6.0 ONDERHOUD / VERVANGEN VAN
KLEMBEKKEN
1. Verwijder de bout aan de voorzijde van de
cilinder of de houderplaat.
2. Verwijder de klembek.
3. Reinig de rubberen veer. Span, indien nodig,
de rubberen veer met een leidingsleutel.
4. Controleer het slede-oppervlak van de
klembek en de klembout en herstel eventuele
beschadigingen.
5. Zet de klembekken vast met schroeven.
6. Vervang de bout en draai deze zorgvuldig
vast.
PROBLEEM
Verplaatsen/intrekk
n van de cilinder
functioneert niet.
De cilinder
beweegt zich
slechts gedeeltelijk
vooruit.
Beweegt
langzamer dan
gewoonlijk.
Cilinder beweegt,
maar houdt de
druk niet vast.
De cilinder lekt
olie.
Geen pull-down
effect
OPLOSSING
1. Controleer regeling.
2. Vul het pompreservoir met hydraulische olie
van Enerpac.
3. Ontlucht het hydraulische systeem.
4. Zet alle koppelingen en aansluitingen vast.
5. Controleer kleppen, aansluitingen en buizen.
6. Vervangen door een veer van Enerpac.
1. Vul het pompreservoir met schone hydraulische
olie van Enerpac.
2. Ontlucht het hydraulische systeem.
1. Aansluitingen, koppelingen en slangen moeten
opnieuw worden gemonteerd.
2. Controleer kleppen, aansluitingen en buizen.
3. Voer onderhoud aan de pomp uit.
1. Vervangen door afdichtingen van Enerpac.
2. Controleer kleppen, aansluitingen en buizen.
3. Voer onderhoud aan de pomp uit.
1. Gebroken onderdelen moeten worden
vervangen.
2. Vervangen door afdichtingen van Enerpac.
1. Reinig de rubberen veer en herstel het slede-
oppervlak. Zie Onderhoud hierboven.
2. Reinig de rubberen veer en herstel het slede-
oppervlak. Zie Onderhoud hierboven.
MOGELIJKE OORZAKEN
1. De klep is niet correct
geschakeld.
2. Olieniveau in
pompreservoir is te laag.
3. Lucht in het systeem.
4. Koppel- of hulpstuk los.
5. Er is geen druk
opgebouwd.
6. Retourveer van de cilinder
is gebroken.
1. Olieniveau in
pompreservoir is te laag.
2. Lucht in het systeem.
1. Lekkende verbinding.
2. Gereduceerd hydraulisch
circuit.
3. Pomp functioneert niet
correct.
1. Afdichtingen defect.
2. Lekkende verbindingen.
3. Pomp functioneert niet
correct.
1. Defecte zuiger.
2. Afdichtingen defect.
1. Vervuilde rubberen veer.
2. Beschadigd slede-
oppervlak.
TROUBLESHOOTING