Snorkel X33RT-sn10000+ - Manual (Page 124)

B
EDIENING
Bediening
Controleer voor het bedienen van het platform eerst of de Veiligheidsinspectie Voor Gebruik is
uitgevoerd en of eventuele storingen zijn verholpen. Werk nooit met een beschadigde of slecht
functionerende machine.
De bestuurder moet grondig getraind zijn op deze machine.
D
E
M
OTOR
S
TARTEN
1. Zet de contactsleutel aan bij de grondbedieningslocatie.
2. Stap op het platform en sluit het toegangshek af.
3. Zet de startschakelaar op ON.
4. Houd de knop COLD START ongeveer 5 seconden ingedrukt.
5. Draai de startschakelaar naar de startpositie.
R
IJDEN
M
ET
H
ET
P
LATFORM
O
MLAAG
1. Controleer of de route vrij is van obstakels (personen, obstructies, gaten en hellingen, bulten en
puin), waterpas is en de belasting van de wielen kan dragen.
2. Controleer of de motor is gestart en of de Noodstopschakelaar van het chassis op ON staat
(uitgetrokken).
3. Stap op het platform en sluit het toegangshek op de juiste wijze af.
4. Controleer de ruimte boven, onder en aan de zijkanten van het platform.
5. Trek de Noodstopschakelaar van het platform uit in de stand ON.
6. Selecteer de rijstand (DRIVE).
OPMERKING: Kies tussen rijden met hoge (haas) en met lage (schildpad) snelheid
7. Activeer de interlock-schakelaar en beweeg de bedieningshendel naar FORWARD of
REVERSE om in de gewenste richting te rijden. De snelheid van de machine is afhankelijk van
hoever de bedieningshendel uit het midden wordt bewogen.
S
TUREN
1. Draai de schakelaar Rijden/Tillen naar de stand DRIVE
2. Druk terwijl u de interlock-schakelaar activeert de stuurschakelaar naar RIGHT of LEFT om de
wielen in de juiste richting te draaien. Kijk naar de banden terwijl u met het platform
manoeuvreert om te controleren dat u in de goede richting rijdt.
OPMERKING: Het stuur keert niet automatisch terug naar de middenstand. De wielen
moeten weer in de stand recht vooruit worden gezet door het bedienen van de
stuurschakelaar.
H
ET
P
LATFORM
O
MHOOG
B
RENGEN
1. Kies een stevige, vlakke ondergrond.
2. Selecteer de tilstand ( LIFT).
3. Trek terwijl u de interlock-schakelaar activeert de bedieningshendel naar achteren.
4. Als de machine niet waterpas is, klinkt het kantelalarm, gaat het controlelampje Tillen
toegestaan niet branden en zal de machine niet tillen of rijden.
5. Als het kantelalarm klinkt moet het platform eerst geheel omlaag worden gebracht en moet de
machine naar een vlakkere ondergrond worden verplaatst of de stabilisatoren worden gebruikt
om de machine waterpas te zetten.
Pagina 8 Bedieningshandleiding