beautypg.com

Gebruik – Triton SJA 200 User Manual

Page 14

background image

13

NL

Gebruik

BASISGEBRUIK

Klemmen
1. Controleer of de bewegende kaak vergrendelschakelaar (3) in

de horizontale positie staat en duw de bewegende kaak (15)

terug tot het werkstuk tussen de kaken past

2. Plaats het werkstuk tegen de vaste kaak (14) en schuif de

bewegende kaak voorwaarts tegen het werkstuk aan

Let op: De kaak kan tevens met behulp van het voetpedaal (8)

naar voren gebracht worden

3. Klik de vergrendel/verlosschakelaar (13) naar beneden in de

vergrendelstand

Let op: De schakelaar kan vergrendelt

worden wanneer het werkstuk

vastgeklemd is
4. Oefen een neerwaartse druk op het

voetpedaal (8) uit tot de vereiste

klemkracht uitgeoefend is

Let op: Voor extra klemkracht kunt u

op het pedaal staan (maximaal 100

kg). Spring niet op het pedaal waar dit

het mechanisme en de eenheid kan beschadigen

Ontgrendelen
1. Klik de vergrendel/verlosschakelaar (13) naar boven, in de

ontgrendel positie

2. Duw op het voetpedaal (8) en laat deze los om het werkstuk te

ontgrendelen

Let op: Ondersteun het werkstuk wanneer u deze ontgrendeld

zodat deze niet van de eenheid afvalt

GEBRUIK

Let op: Wanneer het werkstuk erg

stevig is vastgeklemd is een grotere

druk op het voetpedaal vereist
3. Schuif de bewegende kaak (15)

terug en neem het werkstuk van

de eenheid

GEAVANCEERD GEBRUIK
Het klemmen aan één zijde van de

kaak
• Sommige grote of onhandige werkstukken kunnen enkel aan

één zijde van de kaak geklemd worden

Let op: Plaats een opvulstuk (met dezelfde dikte als uw werkstuk)

aan de andere zijde van de kaak op het buigen van de bewegende

kaak (15) te voorkomen

Het klemmen van grote voorwerpen (460 mm tot 956 mm)
• De bewegende kaak (15) kan omgedraaid worden voor het

klemmen van grotere voorwerpen tussen 460 en 956 mm

1. Plaats de vergrendel/verlosschakelaar (13) in de ontgrendel

positie en zorg ervoor dat het voetpedaal (8) ontgrendeld is

2. Controleer of de bewegende kaak vergrendelschakelaar (3) in

de horizontale positie staat

3. Schuif de bewegende kaak volledig uit de groeven

4. Draai de bewegende kaak 180° en plaats deze terug in de

groeven

Opmerkingen:
• Bij het klemmen van werkstukken met de bewegende kaak (15)

omgedraaid, zorgt u ervoor dat het werkstuk parallel aan en op

de kaak zit. Voorkom het klemmen van werkstukken met een

ruimte tussen de kaken en de basis van de bewegende kaak,

waar overmatige druk op het voetpedaal mogelijk resulteert in

beschadiging aan de eenheid

SJA200_Z1MANPRO2.indd 13

31/03/2014 11:19