beautypg.com

Verhelpen van storingen – Pioneer CDJ-100S User Manual

Page 85

background image

85

Du/Sp

Storing

De CD komt niet naar buiten bij
indrukken van de EJECT toets.

Het afspelen stopt meteen nadat
het begonnen is. Ongewenst
pauzeren of stoppen tijdens
afspelen.

Geen geluid.

Geluid is vervormd of er is veel
ruis.

Bij bepaalde platen hoort u een
luid stoorgeluid of stopt het
afspelen.

Als de “auto cue” funktie ON
wordt gesteld, is het fragment-
zoeken nog niet afgelopen.

O p z o e k e n v a n h e t “ c u e ”
beginpunt lukt niet als de CUE
toets wordt ingedrukt tijdens
weergave.

Het televisiebeeld of de FM-
uitzending is gestoord.

De disc draait niet wanneer de
spanning is ingeschakeld.

VERHELPEN VAN STORINGEN

Du

Storingen worden vaak veroorzaakt door een verkeerd gebruik van het apparaat. Raadpleeg daarom bij storingen eerst de
onderstaande lijst. Het is eveneens mogelijk dat het probleem veroorzaakt wordt door een andere aangesloten component.
Controleer daarom ook de andere componenten. Is het niet mogelijk om de storing aan de hand van de onderstaande lijst te
verhelpen, neem dan contact op met een erkend Pioneer service-centrum of uw dealer om het apparaat te laten repareren.

OVERIGE INFORMATIE

Mogelijke oorzaak

÷ Het netsnoer is niet aangesloten.

÷ De EJECT toets werkt niet.

÷ De plaat is verkeerd om in het apparaat

gestoken.

÷ De plaat is vuil e.d.

÷ De uitgangssnoeren zijn verkeerd

aangesloten of zitten los.

÷ Onjuist gebruik van het audiomeng-

paneel.

÷ De stekkers of de aansluitbussen op de

versterker zijn vuil.

÷ De CD-speler staat in de pauzestand.

÷ Verkeerde aansluitingen.

÷ De stekkers of de aansluitbussen op de

versterker zijn vuil.

÷ Interferentie veroorzaakt door een

televisie.

÷ De plaat is erg bekrast of krom-

getrokken.

÷ De plaat is erg vuil.

÷ De zoektijd zal lang zijn als het geluids-

loos segment tussen de fragmenten
lang is.

÷ Als er een geluidsloze passage van

meer dan 20 seconden is, zal de weer-
gave starten zonder gebruik van de
“auto cue” beginpuntfunctie.

÷ Het beginpunt is nog niet geprogram-

meerd.

÷ De storing wordt door de CD-speler

veroorzaakt.

÷ De disc stopt automatisch indien er

voor 80 minuten of langer geen
bediening in de pauzefunctie wordt
uitgevoerd.

Oplossing

÷ Steek de stekker in het stopcontact.

÷ Gebruik de uitwerp-pen om de CD uit het

apparaat te nemen (zie blz. 64).

÷ Plaats de disc met het label omhoog

gericht.

÷ Maak de plaat schoon en speel hem

opnieuw af.

÷ Controleer de aansluitingen. Zie het

hoofdstuk “Aansluitingen”.

÷ Controleer de instelling van de schake-

laars op het audiomengpaneel en de
instelling van de volumeregelaar.

÷ Maak deze onderdelen schoon.

÷ Druk op de PLAY/PAUSE-toets ( 6 ).

÷ Sluit aan op de LINE INPUT aansluitingen

van het audiomengpaneel.
(Gebruik niet de MIC aansluitingen.)

÷ Maak deze onderdelen schoon.

÷ Schakel de televisie uit, zet de CD-speler

verder van de televisie vandaan of sluit
de CD-speler op een stopcontact van een
andere stroomkring aan.

÷ Vervang de plaat.

÷ Maak de plaat schoon.

÷ Druk de TIME MODE/AUTO CUE toets

langer dan 1 seconde in om de auto-cue
functie uit te schakelen (OFF).

÷ Programmeer het beginpunt. (Zie blz. 78.)

÷ Schakel de spanning van de CD-speler uit,

of plaats de speler verder van de TV of tuner.

÷ De weergave kan worden gestart door op

de PLAY/PAUSE toets (

6 ) te drukken.

Druk op de EJECT toets om de CD uit het
apparaat te verwijderen.

¶ Statische elektriciteit of andere externe storingen kunnen een foutieve werking van het apparaat veroorzaken. Indien dit

gebeurt, schakelt u het apparaat met de netschakelaar uit en vervolgens schakelt u het apparaat weer in nadat de CD
volledig tot stilstand is gekomen.

¶ Dit apparaat kan geen CD-R (opneembare CD) weergeven die slechts gedeeltelijk opgenomen is.

¶ Dit apparaat kan normale 12 cm CD’s weergeven en 8 cm CD’s die in een adapter zijn geplaatst. Steek geen CD’s met een

afwijkende vorm in het apparaat (bijv. een hartvormige CD) aangezien dit kan leiden tot beschadiging of een foutieve
werking van het apparaat.