Merit Medical Worley Advanced LVI Lateral Vein Introducers User Manual
Page 13
13
¡
Myocardbeschadiging
¡
Myocardinfarct
¡
Plaque-dislocatie
¡
Pneumothorax
¡
Herseninfarct en overlijden
¡
Trombusvorming/embolie
¡
Vasculaire occlusie
¡
Vasculair spasme
¡
Vene- of hartperforatie
Waarschuwingen
¡
Dit product is gevoelig voor licht. Niet gebruiken indien
het product buiten het beschermende karton werd
opgeslagen. Op een koele, donkere en droge plaats
bewaren.
¡
Infusie via de zijpoort kan enkel en alleen gebeuren
nadat alle lucht uit de eenheid is verwijderd. Onjuist
gebruik van het transvalvulaire inbrenginstrument
(TVI) kan luchtembolie en terugvloeien van bloed
veroorzaken.
¡
Gebruik dit hulpmiddel niet bij patiënten die niet
afdoende met anticoagulantia kunnen worden
behandeld. Bij testen bij schapen die niet met
anticoagulantia waren behandeld is er trombusvorming
aangetoond bij gebruik van dit hulpmiddel; bij
onderzoeken na behandeling met heparine was dit
probleem echter verminderd.
Voorzorgsmaatregelen
n Dit instrument mag op geen enkele wijze worden gewijzigd.
n Instrumenten bestemd voor eenmalig gebruik:
Dit product voor eenmalig gebruik is niet ontworpen of
gevalideerd voor hergebruik. Hergebruik kan leiden tot een
risico van kruisbesmetting, kan de meetnauwkeurigheid of de
werking van het systeem beïnvloeden of leiden tot storingen
als gevolg van schade aan het product door reiniging,
desinfectie, hersterilisatie of hergebruik.
n Volgens de federale wetgeving (VS) mag dit instrument
uitsluitend door of in opdracht van een arts worden verkocht.
n De huls, dilatator en klep dienen te worden afgezogen en
met fysiologisch zout te worden doorgespoeld om het risico
van luchtembolie en stolselvorming tot een minimum te
beperken.
n Verblijfsinbrenghulzen dienen inwendig te worden
ondersteund door een katheter, stimulatie-elektrode of
dilatatordraad.
n Dilatatordraden, katheters en stimulatie-elektroden
dienen langzaam uit de huls te worden verwijderd. Snelle
verwijdering kan leiden tot beschadiging van de afsluiters,
met als gevolg bloedstroom door de klep. De voerdraad of
huls mogen nooit worden opgevoerd of teruggetrokken
wanneer u weerstand voelt. Bepaal de oorzaak door middel
van fluoroscopie en neem maatregelen om het probleem
op te lossen.
n Bij injecteren of afzuigen door de huls mag u alleen de
zijpoort gebruiken.
n Wanneer er een klepomloopinstrument wordt gebruikt, mag
de elektrode niet groter zijn dan 6,2 F.
n Bij gebruik van het klepomloopinstrument dient u te zorgen
dat het blootliggende proximale uiteinde dicht blijft, om
luchtembolisatie en terugbloeden te voorkomen.
Werk steriel Een aanbevolen procedure:
1. Na aanbrengen van een gevlochten of verwijderbare 9F
CSG in het midden van de sinus coronarius wordt er een
occlusieballonvenografie uitgevoerd, bij voorkeur in zowel
RAO- als LAO-projectie. Vervolgens wordt er een geschikte
posterolaterale zijtak van de sinus coronarius geselecteerd.
2. Afhankelijk van de hoek tussen de zijtak en de vene wordt
een passende 7 F gevlochten telescopische laterale-vene-
introducer geselecteerd.
3. Er wordt een voerdraad in de sinus coronarius opgevoerd
naar een plaats voorbij de gekozen laterale vene en de 7 F
telescopische gevlochten introducer wordt naar de gewenste
plaats opgevoerd.
4. Voer de 5 French katheter op over de draad door de LVI.
5. Door middel van fluoroscopie en kleine ‘pufjes’
contrastmiddel wordt de tip van de 5 F katheter in de doelvene
gemanipuleerd. Vervolgens kan er een sub-selectieve
venografie worden uitgevoerd.
6. Voer de LVI over de 5 French katheter in de doelvene op.
7. Verwijder de 5 French katheter, waarbij u de LVI in de
doelvene laat zitten.
8. Als een stimulatie-elektrode met stilet wordt gekozen,
wordt deze vervolgens opgevoerd door de LVI telescopische
introducer en getest.
9. Indien er een ‘over-the-wire’ elektrode wordt gebruikt,
wordt de angioplastiekdraad door de LVI telescopische
introducer zo ver mogelijk in het geselecteerde vat
opgevoerd. De ‘overthe- wire’-elektrode wordt vervolgens
over de angioplastiekdraad opgevoerd naar de gewenste
stimulatieplaats.
10. In beide gevallen wordt, wanneer de plaats van de
elektrode zowel fluoroscopisch als elektrisch juist is, de LVI
telescopische introducer teruggetrokken in de CSG terwijl
de plaats van de elektrode wordt geobserveerd door middel
van fluoroscopie.
11. Gebruik de Cutter (Modelnr. CUT) of een Medtronic Slitter
(Modelnr. 6228SLT) om de gevlochten introducer van de
elektrode te verwijderen. Voor de Cutter raadpleegt u de
“Gebruiksaanwijzing voor de Cutter”.
oPMErKING: De Cutter of Medtronic Slitter dient te worden
gebruikt nadat de stimulatie-elektrode op de gewenste
plaats is aangebracht en de hulsintroducer gereed is om te
worden verwijderd. Er wordt geadviseerd het elektrodestilet
of de angioplastiekdraad op zijn plaats te laten tijdens het
verwijderen van de huls.
oPMErKING: De telescopische introducer dient altijd te
worden verwijderd voordat de CSG-huls wordt verwijderd.
Gebruiksaanwijzing voor de Cutter
Hulpmiddel voor het verwijderen van een gevlochten
splijtbare introducer nadat deze is gebruikt voor het plaatsen
van een pacemakerelektrode of katheter.
Voorzorgen
Breng geen enkele wijziging aan dit instrument aan.
Krachtens de federale wet (van de VS.) mag dit instrument
uitsluitend door of op voorschrift van een arts worden
verkocht.
Gebruik een introducerhuls en pacingelektrode die binnen de
parameters van onderstaande tabel vallen.
Grootste introducermaat
Grootste elektrodemaat
4,0 mm/12 F
2,0 mm/6 F
Gesuggereerde gebruiksaanwijzing
De Cutter moet worden gebruikt nadat de pacingelektrode
of katheter op de gewenste locatie zit en de hulsintroducer
klaar is om te worden verwijderd. Wij suggereren dat een
elektrodestilet of stijve draad tijdens het verwijderen van de
huls in de pacingelektrode blijft zitten.
Bij het snijden van een CSG huls uit de gevlochten serie:
1. Open de verpakking en plaats de inhoud op het steriele
veld.
2. Wij suggereren dat de gevlochten huls zover mogelijk
wordt teruggetrokken voordat de hulsklep wordt
gesplitst en de huls wordt geknipt.
N.B.: De elektrodetip en de ligging van de elektrode
langs de RA vloer moet onder doorlichting worden
geobserveerd terwijl de gevlochten huls wordt
teruggetrokken en geknipt, om onbedoelde verplaatsing
van de elektrode te voorkomen.
3. Splits de hendels van de hulsklep met de hand. Eén helft
van de klep blijft aan de gevlochten huls zitten. Gooi het
andere klepgedeelte weg. (zie figuur 1)
4. Plaats het distale ‘C’ gedeelte van de Cutter onder de
hulsslang, distaal van het aanzetstuk van de huls. (zie
figuur 2)
5. Plaats de hoek van het blad in de ‘V’ inkeping van de
slang op het proximale uiteinde van de huls. (zie figuur 3)
6. rijg de pacingelektrode over de inkeping op
het achterste uiteinde van de Cutter en druk de
elektrode met de duim samen, terwijl u de Cutter
in een ‘pistoolgreep’ vasthoudt. (zie figuur 4)
7. Terwijl u de Cutter en de elektrode met de ene hand
vasthoudt, trekt u met de andere hand de gevlochten
huls langzaam over het blad van de Cutter terug.
Naarmate de huls wordt teruggetrokken, wordt hij van
de elektrode weggesneden. (zie figuur 4)
Bij het snijden van een gevlochten laterale
veneintroducer (LVI) in een CSG huls:
1. Open de verpakking en plaats de inhoud op het steriele
veld.
2. Met een stabiliserend stilet of stijve draad die op
zijn plaats blijft zitten en terwijl de elektrode op zijn
plaats wordt gehouden, trekt u onder doorlichting
de LVI in het distale uiteinde van de CSG terug. (zie
figuur 5)
N.B.: De elektrodetip moet zorgvuldig onder
doorlichting worden geobserveerd terwijl de LVI huls
wordt teruggetrokken en geknipt, om onbedoeld
losraken van de elektrode te vermijden. De buitenste
CSG huls moet worden gestabiliseerd door een assistent
die de CSG distaal van het CSG aanzetstuk vasthoudt
terwijl de LVI wordt teruggetrokken en geknipt, om
onopzettelijk loskomen van de buitenste CSG huls van
de middelste CS te voorkomen.
3. Splits de hendels van de LVI huls met de hand. Eén helft
van de klep blijft aan de gevlochten LVI zitten. Gooi het
andere klepgedeelte weg. (zie figuur 6)
4. Plaats het distale ‘C’ gedeelte van de Cutter onder de
LVI huls, distaal van het aanzetstuk van de huls. (zie
figuur 7)
5. Plaats de hoek van het blad in de ‘V’ inkeping van de LVI
slang op het proximale uiteinde van de LVI geleider. (zie
figuur 3)
6. Terwijl de LVI geleider, de pacingelektrode en CSG huls op
hun plaats worden gehouden, houdt u de Cutter in een
‘pistoolgreep’ vast en knipt u de LVI door de Cutter naar
de CSG huls op te voeren tot het distale ‘C’ gedeelte van
de Cutter in het CSG aanzetstuk grijpt. (zie figuur 8)
N.B.: Zorg ervoor dat de pacingelektrode, de LVI geleider
en CSG huls niet worden opgevoerd of teruggetrokken
met de Cutter tijdens deze stap van de procedure.
7. Nadat de Cutter in het CSG aanzetstuk grijpt,
rijgt u de pacingelektrode over de inkeping op
het achterste uiteinde van de Cutter en drukt u
de elektrode met de duim samen. (zie figuur 9)
8. Terwijl de Cutter die in het CSG aanzetstuk grijpt en de
elektrode met de ene hand vasthoudt, trekt u met de
andere hand de LVI huls langzaam over het blad van de
Cutter terug. Naarmate de LVI wordt teruggetrokken,
wordt hij van de elektrode weggesneden. (zie figuur 9)
N.B.: De buitenste CSG huls moet verder distaal van
het CSG aanzetstuk worden gestabiliseerd terwijl de
LVI wordt teruggetrokken en geknipt, om onopzettelijk
loskomen van de buitenste CSG huls van de middelste
CS te voorkomen.
9. Nadat de LVI is geknipt en verwijderd, wordt de CSG
verwijderd zoals hierboven beschreven onder “Bij het
snijden van een CSG huls uit de gevlochten serie” of in
de desbetreffende gebruiksaanwijzing.
no-Bruksanvisning
Denne enheten er ment kun til engangsbruk. Les
bruksanvisningen før enheten skal brukes.
Indikasjoner
Til innføring av ulike typer av pacemakere eller
defibrillatorledere og katetre.
Flettede laterale veneinnførere (LVI) er beregnet til
underutvalgt koronarsinusvenografi og/eller plassering av
pacemakerledere i spesifikke koronarsinustilløp.
Kontraindikasjoner