beautypg.com

Instellen bediening – HEIDENHAIN ND 1300 Quick Start User Manual

Page 42

background image

4

Instelling voor de CNC-optie

De parameters voor de draairichting van

de motor en de PID-lus moeten worden

geconfigureerd voordat de CNC-optie de

eerste keer wordt gebruikt en telkens

wanneer er wijzigingen aan de motoren

of encoders worden uitgevoerd.

Waarschuwing:

CNC-parameters moeten zorgvuldig

door gekwalificeerd personeel worden

geconfigureerd. Motoren met een

te hoog toerental als gevolg van

configuratiefouten kunnen ernstige

schade aan materieel en ernstig letsel

veroorzaken.
Zie het Gebruikershandboek van de

ND 1300 voor uitgebreide instructies.

Voorbereiden voor de meting

1. ND 1300 inschakelen

• Controleer de aansluitingen op de

ND 1300.

• Druk op de AAN/UIT-KNOP om de

ND 1300 in te schakelen. Het DRO-

scherm van de digitale uitlezing

verschijnt nadat het systeem is

geïnitialiseerd.

2. Machinenulpunt bepalen (optioneel)

Verplaats de inrichting om

referentiemerken te passeren of

mechanische aanslagen te zoeken als uw

systeem is ingesteld om bij het opstarten

het machinenulpunt te bepalen.

Opmerking:

Bij gebruik van SLEC- of NLEC-foutcor-

rectie is een herhaalbaar machinenulpunt

vereist. Zie het Gebruikershandboek voor

meer informatie.
3. Maateenheid selecteren
Raak het pictogram

MAATEENHEID aan om te

schakelen tussen inches en mm.

Offset-positiekruis:
Lijnen van een positiekruis

hebben 3 pixel offsets, zodat

bepaalde elementen van het

onderdeel beter zichtbaar

zijn. Afzonderlijke punten

kunnen handmatig of auto-

matisch worden getast.
Eén kant:
Positiekruis met een kleine

crikel in het midden voor

het tasten van kanten. Af-

zonderlijke punten kunnen

handmatig of automatisch

worden getast.
Meer kanten:
Positiekruis met twee

kleine concentrische cirkels

in het midden voor het tas-

ten van kanten. Meerdere

punten kunnen automatisch

worden getast.
Bij gebruik van de taster voor meer

kanten, wordt een cirkel en een pijl

weergegeven wanneer de punten

die nodig zijn om het elementtype

te bepalen, zijn getast. Verplaats de

inrichting om de pijl in de cirkel te

positioneren en druk op de ENTER-toets

om het tasten af te ronden.

Opmerking:

Wanneer de positiekruisen op het

scherm worden aangeraakt, worden

de configuratietools van de taster ook

weergegeven. Zie het Gebruikershand-

boek van de ND 1300 voor details.

Met video tasten

Punten van een element kunnen hand-

matig of automatisch worden getast:
1. Handmatig tasten
• Positioneer punt van het element

onder de taster en druk op de ENTER-

toets.

• Wanneer alle punten zijn getast, drukt

u op de toets VOLTOOIEN.

2. Automatisch tasten
• Raak de functie AUTO-ENTER op het

videoscherm aan om het automatisch

tasten in te schakelen.

Uit

Aan

• Positioneer het elementpunt onder

de taster. Na korte tijd wordt het punt

automatisch ingevoerd.

• Positiekruis en taster voor één kant:

Wanneer alle punten zijn getast, drukt

u op de toets VOLTOOIEN.

• Taster voor meer kanten: Tast totdat

een groene pijl en cirkel verschijnen.

Verplaats de groene pijl in de cirkel en

druk op de ENTER-toets.

Optie Kantentaster

Elementen van een onderdeel

kunnen worden getast met

handmatige of automatische

positiekruisen, en door het

handmatig of automatisch

tasten van kanten. Raak het

TASTERPICTOGRAM aan om de

hieronder getoonde tasteropties

weer te geven.

Met een kantentaster tasten

Punten van een element kunnen

handmatig of automatisch worden

getast:
Positiekruis:
Positioneer de positiekruisen

boven de gewenste plaats en

druk op de ENTER-toets.
Automatisch positiekruis:
Verplaats de inrichting zodanig

dat de positiekruisen zich boven

de gewenste plaats bevinden.

Na korte tijd wordt het punt

ingevoerd.
Handmatig kanten tasten:
Verplaats de inrichting zodanig

dat de kantentaster zich over

de gewenste donker-naar-licht-

overgang beweegt en druk dan

op de ENTER-toets.
Automatisch kanten tasten:
Verplaats de inrichting zodanig

dat de kantentaster zich over

de gewenste donker-naar-licht-

overgang beweegt. Punt wordt

ingevoerd.

Onderdeel waterpassen en
uitlijnen

Lijn uit om meetfouten door verkeerd

uitgelijnde onderdelen te voorkomen.

1. Onderdeel op de inrichting uitlijnen
Lijn de referentiekant van het onderdeel

uit ten opzichte van een meetas.

Instellen

Bediening

Videotastoptie

Elementen van onderdelen kunnen

worden getast met een positiekruis,

een offset-positiekruis of videotasters

voor één of meer kanten. Raak de

positiekruisen op het videoscherm aan

om een taster te selecteren.
Positiekruis:
Afzonderlijke punten

kunnen handmatig of

automatisch worden

getast.