beautypg.com

Instellen – HEIDENHAIN ND 1300 Quick Start User Manual

Page 41

background image

3

2. Optisch kanten tasten kalibreren
Door het inleren (teachen) van de kan-

tentaster wordt deze goed gekalibreerd

om overgangen van donker naar licht te

herkennen. Voer een kalibratie LEREN

uit telkens na het opstarten, wanneer

de lichtomstandigheden veranderen,

wanneer het onderdeel wordt gewis-

seld en wanneer de vergrotingswaarde

verandert.

• Raak de knop LEREN aan.

• Volg de instructies op het scherm om

de kalibratie af te ronden.

3. Positiekruis-offset kalibreren
Met de kalibratie van de positiekruis-

offset worden de verschillen in

plaats tussen het middelpunt van de

positiekruisen en de kantentaster

gecompenseerd. Kalibratie van de

positiekruis-offsets is alleen nodig

wanneer punten op hetzelfde onderdeel

met positiekruisen en kantentasters

worden getast.

• Raak de knop POS.KRUIS KAL aan.

• Volg de instructies op het scherm om

de kalibratie af te ronden.

Definitieve instelling voor
video- en kantentastopties

1. Kalibratiefouten corrigeren
Er kunnen lineaire (LEC), gesegmen-

teerde lineaire (SLEC) en niet-lineaire

foutcorrectiemethoden (NLEC) worden

toegepast om meetfouten van de enco-

der en machine te compenseren. Zie het

Gebruikershandboek van de ND 1300

voor instructies.
2. Haaksheid van de inrichting

kalibreren

Deze kalibratie is niet nodig bij

toepassing van NLEC-foutcorrectie.

• Lijn het kalibratie-element voor

haaksheid uit ten opzichte van de

referentieas.

• Meet de hoek van het element.

Raadpleeg, indien nodig, de

hoekmeetinstructies verderop in dit

document.

• Open het INSTELMENU en raak daar-

na de menuoptie HAAKSHEID aan.

• Voer de gemeten hoek in het veld

GEMETEN HOEK in en daarna in

het veld STANDAARDHOEK de

goedgekeurde elementhoek in.

• Druk op de toets VOLTOOIEN om de

kalibratie te voltooien.

Opmerking:

Naast de hier behandelde minimale

parameters zijn er nog veel meer

instelfuncties beschikbaar. Zie het

Gebruikershandboek van de ND 1300

voor uitgebreide instructies.

3. Vergrotingen voor camera

toevoegen

Bij videosystemen met meer dan

één vergrotingsfactor moeten extra

vergrotingsposities worden toegevoegd

en gekalibreerd.

• Ga terug naar het instelmenu en raak

de menuoptie VERGROTINGEN aan

om het scherm VERGROTINGEN

weer te geven.

• Raak de knop NIEUW aan om

een nieuwe vergroting toe te

voegen. Er wordt een nieuw

KNOPLABELnummer toegevoegd.

Dit label is tijdens metingen op het

scherm van de digitale uitlezing

beschikbaar.

• Het KNOPLABEL kan worden

gewijzigd in een string met 3 tekens.

Raak het veld KNOPLABEL aan en

voer desgewenst een nieuw label in.

4. Vergrotingen kalibreren
Gebruik als kalibratie-element een cirkel

om vergrotingen te kalibreren.

• Raak het ID-nummer in het

instelscherm VERGROTINGEN

aan om het KNOPLABEL voor de

gewenste vergroting weer te geven.

• Raak het veld ELEMENTDIAMETER

aan en voer de diameter van het

element in.

• Raak de knop LEREN aan en volg de

instructies op het scherm.

• Herhaal deze procedure voor alle

vergrotingen.

5. Schuine positie van camera

kalibreren

• Raak de optie VED in het instelmenu

aan en daarna de knop KAL.

• Volg de instructies op het scherm.

6. Parcentrische en parfocale uitlijning

kalibreren

Met deze kalibratie worden offsetfouten

van de X- en Y-as gecorrigeerd die

kunnen optreden bij wijziging van de

videovergroting. Gebruik als kalibratie-

element een cirkel voor deze kalibratie.

• Raak de optie VERGROTINGEN in het

instelmenu aan.

• Raak het pictogram

VERGROTING aan, om de

vergrotingsopties weer

te geven en selecteer de

hoogste waarde.

• Voer bij PARCENTRISCHE en PARFO-

CALE OFFSETS nul als waarde in.

• Herhaal deze procedure, om de

offsets van alle vergrotingen te nullen.

• Selecteer opnieuw de hoogste

vergrotingswaarde.

• Meet het cirkelelement en creëer een

nulpunt op het cirkelmiddelpunt. Raad-

pleeg, indien nodig, de beschrijvingen

van de cirkelmeting en het creëren van

nulpunten verderop in dit document.

• Selecteer de naasthogere

vergrotingswaarde en meet hetzelfde

cirkelelement. Noteer de X-, Y- en

Z-posities die zijn vermeld in de

meetresultaten voor deze vergroting.

• Voer de X-, Y- en Z-posities in de

OFFSET-velden voor deze vergroting in.

• Herhaal deze procedure voor de

invoer van OFFSET-waarden voor alle

vergrotingswaarden.

Instelling voor de optie
Optisch kanten tasten

1. Vergrotingen voor comparator

toevoegen

Bij comparatorsystemen met meer dan

één vergrotingsfactor moeten extra

vergrotingsposities worden toegevoegd.

• Raak de menuoptie VERGROTINGEN

aan om het scherm VERGROTINGEN

weer te geven.

• Raak de knop NIEUW aan om een

nieuwe vergroting toe te voegen. Er

wordt een nieuw KNOPLABELnum-

mer toegevoegd. Dit label is tijdens

metingen op het scherm van de

digitale uitlezing beschikbaar.

• Het KNOPLABEL kan worden

gewijzigd in een string met 3 tekens.

Raak het veld KNOPLABEL aan en

voer desgewenst een nieuw label in.

Instellen