Metz MECABLITZ 58 AF-2 digital Nikon User Manual
Page 82

82
ń
Het instellen:
• Druk zo vaak op de toets
, dat in het display
‘Mode’ wordt aangege-
ven.
• Stel met de toetsen
en
de flitsfunctie
in. De geseecteerde flitsfunctie wordt daarbij tegen
een balkje geplaatst.
De instelling treedt onmiddellijk in werking.
• Druk op de toets
. Het display schakelt naar de
normale weergave terug. Als u niet op de toets
drukt, schakelt het display na ong. 5 sec. automa-
tisch naar de normale weergave terug.
De standaard TTL-flitsfunctie wordt alleen door
camera’s uit de groepen A, B en C ondersteund!
D-TTL en i-TTL flitsfuncties
De D-TTL en i-TTL flitsfuncties zijn een verdere ontwikkeling van de standaard
TTL-flitsfunctie van analoge camera’s. Deze worden door camera’s uit de groe-
pen D, c.q. E ondersteund (zie Tabel 1). Bij de opname worden, voorafgaand
aan de eigenlijke belichting, meerdere vrijwel onzichtbare meetflitsen door de
flitser afgegeven. Het gereflecteerde licht van de meetflitsen vooraf, wordt door
de camera geëvalueerd. Overeenkomstig deze evaluatie wordt de flitsbelichting
door de camera aan de opnamesituatie aangepast (zie de gebruiksaanwijzing
van uw camera).
Afhankelijk van het type camera wordt door de flitser, bij de instelling van de
functie TTL in het menu ‘Mode’, automatisch de standaard TTL-, D-TTL, c.q. i–TTL
flitsfunctie geactiveerd (zie Tabel 1 en Tabel 2)!
Na het opslaan wordt in het display van de flitser voor de D-TTL-, c.q. i-TTL flits-
functie aangegeven.
TTL
☞
TTL
ĭ
İ
Mode
Het instellen:
• Druk zo vaak op de toets
, dat in het display
‘Mode’ aangegeven wordt.
• Stel met de toetsen
en
de flitsfunctie
in. Achter de geselecteerde flitsfunctie verschijnt een
balkje.
De instelling treedt onmiddellijk in werking.
• Druk op de toets
. Het display schakelt naar de
normale weergave terug. Als u niet op de toets
drukt, schakelt het display na ong. 5 sec. automa-
tisch naar de normale weergave terug.
Bij een correct belichte opname licht de aanduiding
van de flitscontrole “o.k.’ ተ gedurende 3 seconden op
(zie 13).
Voor het testen van de TTL-functie moet er zich,
bij analoge camera’s, een film in de camera bevinden! Let er op, of er
voor uw camera beperkingen betreffende de filmgevoeligheid, c.q. ISO-
waarde (bijv. maximaal ISO 1000) voor de TTL-flitsfunctie gelden (zie de
gebruiksaanwijzing van uw camera)!
5.3 TTL-invulflitsen
Met de functie TTL-invulflitsen
BL
kunt u bij daglicht lastige schaduwen
ophelderen en bij tegenlichtopnamen een uitgebalanceerde belichting tussen
onderwerp en achtergrond verkrijgen. Een computergestuurd meetsysteem in
de camera zorgt voor de geschikte combinatie van belichtingstijd, werkdiafrag-
ma en flitsvermogen. Bij camera’s uit groep C, D en E (zie tabel 1) wordt bij het
gebruik van ‘D-AF-Nikor’ objectieven bovendien de afstand tot het onderwerp
bij het bepalen van het optimale flitsvermogen meegerekend.
TTL
☞
TTL
ĭ
İ
Mode
Mode
Para
Sel
F 5.6
AZoom 28
7.7 m
ISO 100
TTL
Mode
A
A
İ
ĭ
Set
TTL
☛
Mode
A
A
İ
ĭ
Set
TTL
☛
Mode
Para
Sel
F 5.6
AZoom 35
12 m
ISO 200
TTL
✴
☛
709 47 0159.A1 58AF-2 Ni Print 26.07.2010 14:12 Uhr Seite 82