beautypg.com

Metz MECABLITZ 58 AF-2 digital Nikon User Manual

Page 81

background image

81

ń

5 Flitsfuncties (menu ‘Mode’)

De flitser ondersteunt de flitsfuncties

, automatisch flitsen

, Manual

en stroboscoop

.

Afhankelijk van het type camera worden extra flitsfuncties ondersteund.
Deze flitsfuncties kunnen na een oberdracht van gegevens met de
camera in het ‘Mode’ menu geselecteerd, c.q. geactiveerd worden.

5.1 Het instellen van de flitsfuncties

• Druk zo vak op de toets

, dat in het display ‘Mode’ wordt aangegeven.

De volgende functies staan ter beschikking:

TTL-flitsfunctie, c.q. D-TTL / i-TTL;

BL

TTL-invulflitsfuncties, c.q. D-TTL-3D / i-TTL-BL

(afhankelijk van het type camera)
Automatisch-flitsenfunctie
Met de hand in te stellen flitsfunctie
Stroboscoop-flitsfunctie

• Met de toetsen

en

de gewenste flitsfunctie

(

, Automatisch flitsen

, manual

enz.)

instellen. De instelling reedt onmiddellijk in werking.

• Druk op de toets

. Het display schakelt naar de

normale weergave terug. Als u niet op de toets

drukt, schakelt het display na ong. 5 sec. automa-

tisch naar de normale weergave terug.

M

A

TTL

ĭ

İ

M

A

TTL

TTL

Mode

M

A

TTL

Flitsen met camera’s uit groep A (zie tabel 1)
De flitsparameters voor de ISO- en de diafragmawaarde, en de brandpuntsaf-

stand van het objectief, c.q. de zoomstand van de reflector moeten met de hand

worden ingesteld (zie 6). De aanduiding van de flitsreikwijdte in het display

wordt uit de ingestelde flitsparameters berekend.
Flitsen met camera’s uit groep B, C, D en E (zie tabel 1)
De flitsparameters voor de ISO- en de diafragmawaarde en de brandpuntsaf-

stand van het objectief, c.q. de zoomstand van de reflector, worden automatisch

ingesteld als de camera de betreffende gegevens aan de flitser doorgeeft.
De aanduiding van de flitsreikwijdte in het display wordt overeenkomstig de

ingestelde flitsparameters berekend.

Als de camera een of meerdere flitsparameters niet doorgeeft, moeten
die met de hand op de flitser worden ingesteld (zie 6).

5.2 TTL-flitsen

Bij TTL-flitsen bereikt u op de eenvoudigste manier zeer goede flitsopnamen. In

deze functie wordt de belichtingsmeting door een sensor in de camera uitge-

voerd. Deze meet het door het objectief (TTL = ‘Through The Lens’) binnenko-

mende licht. Bij het bereiken van de vereiste hoeveelheid licht stuurt de elektro-

nica van de camera een stopsignaal naar de flitser en deze breekt onmiddellijk

het uitstralen van licht af. Het voordeel van deze flitsmethode ligt daarin, dat

alle factoren die de belichting beïnvloeden (opnamefilters, uittrekverlenging bij

dichtbijopnamen etc.) automatisch bij het regelen van het flitslicht in acht wor-

den genomen.
De TTL-flitsfunctie wordt door alle camerafuncties (bijv. program ‘P’, tijdautoma-

tiek ‘A’, diafragma-automatiek ‘S’, de varia- c.q. onderwerpsprogramma’s,

manual ‘M’ enz.) ondersteund.

Mode

TTL BL
A
M

İ

ĭ

Set

A

709 47 0159.A1 58AF-2 Ni Print 26.07.2010 14:12 Uhr Seite 81