Triton BRA 200 User Manual
Page 6

10
11
NL
NL
Veiligheid / Samenstelling
Samenstelling / Bediening
het risico op stofgerelateerde ongelukken
verminderen.
4. GEBRUIK EN VERzORGING VAN ELEKTRISCH
GEREEDSCHAP
a. Forceer elektrisch gereedschap niet. Gebruik
elektrisch gereedschap dat geschikt is voor
het werk dat u wilt uitvoeren. Geschikt
elektrisch gereedschap werkt beter en veiliger
op een passende snelheid.
b. Gebruik het elektrische gereedschap niet
als de schakelaar het apparaat niet in- en
uitschakelt. Elektrisch gereedschap dat niet
bediend kan worden met de schakelaar is
gevaarlijk en moet gerepareerd worden.
c. Haal de stekker uit het stopcontact voordat u
instellingen aanpast, toebehoren verwisselt
of het elektrische gereedschap opbergt.
Dergelijke voorzorgsmaatregelen verminderen
het risico op het per ongeluk starten van het
elektrische gereedschap.
d. Berg elektrisch gereedschap dat niet in
gebruik is op buiten bereik van kinderen
en laat mensen die niet bekend zijn met
het elektrische gereedschap of met deze
instructies het elektrische gereedschap niet
bedienen. Elektrisch gereedschap is gevaarlijk
in de handen van onervaren gebruikers.
e. Haal altijd de stekker van het elektrisch
gereedschap uit het stopcontact indien u dit
onbeheerd achterlaat. Dergelijke preventieve
veiligheidsmaatregelen verminderen het risico
op het per ongeluk starten van het elektrische
gereedschap door ongeoefende gebruikers.
f. Onderhoud uw elektrisch gereedschap.
Controleer op foutieve uitlijning of het
vastslaan van bewegende delen, gebroken
onderdelen en elke andere afwijking die de
werking van het elektrische gereedschap zou
kunnen beïnvloeden. Indien het elektrische
gereedschap beschadigd is, moet u het laten
repareren voordat u het weer gebruikt. Veel
ongelukken worden veroorzaakt door slecht
onderhouden elektrisch gereedschap.
g. Houd snijwerktuigen scherp en schoon. Goed
onderhouden snijwerktuigen met scherpe
messen slaan minder snel vast en zijn
gemakkelijker te bedienen.
h. Gebruik het elektrische gereedschap,
toebehoren en onderdelen, etc. volgens
deze instructies en volgens bestemming
voor het specifieke type elektrisch
gereedschap, en houd daarbij rekening met
de werkomstandigheden en het uit te voeren
werk. Gebruik van elektrisch gereedschap
voor werkzaamheden die verschillen van die
waarvoor het apparaat bestemd is, kan leiden
tot gevaarlijke situaties.
5. Onderhoud
a. Laat uw elektrische gereedschap
onderhouden door een gekwalificeerde
vakman en gebruik alleen identieke
vervangstukken. Zo bent u er zeker van dat
de veiligheid van het elektrische gereedschap
gewaarborgd blijft.
Klap de kwadranten uit van achter het
werkpaneel (A). Bevestig de achterste volgarm
(B) aan het achterste kwadrant en de voorste
volgarm (C) aan het voorste kwadrant, met
behulp van de bevestigingsmiddelen D en E, F en
G, volgens de afbeelding. Draai de draaibouten
(D) niet te hard aan omdat de kwadranten vrij
moeten kunnen draaien.
Op de workcentre monteren
Haal de stekker van de zaag
uit het stopcontact en zorg
ervoor dat de schakelaar
op uit staat. Demonteer
de langsgeleider en
bovenafscherming, maar laat
de afschermingsteun zitten.
Zorg ervoor het zaagblad op volle hoogte staat
en dat het chassis van de zaag stevig onder de
tafel is vergrendeld.
Zet de afschuiningsgeleider op 90° en stop hem
vanaf links in de geleidersporen, volgens afb 2.
Duw de brug in de zaaggleuf, ongeveer 10mm
voor het zaagblad, zoals getoond in Afb. 2. (Als
de afschuiningsgeleider niet in gebruik is, kan
de brug in de gleuf aan de bovenkant van het
werkpaneel worden opgeborgen.)
Draai de vier verzonken schroeven bij de
basisplaat los van het werkpaneel en plaats
de voorrandsteun (H) ongeveer 5 mm voor het
zaagblad. Plaats de achterrandsteun (I) zodanig
dat het kleinere deel tussen het zaagblad en de
bovenafschermingsteun past.
SAMENSTELLING
Afb.2
Wijzig zo nodig de positie van de
afschermingsteun.
Draai de schroeven aan om de randsteunen op
hun plaats vast te zetten.
Schuif de afschuiningsgeleider er in (nog steeds
ingesteld op 90°) tot dat het zaagblad wordt
geraakt, zowel voor als achter. Controleer of
de schaaluitlezingen op de volgarmen aan
de voor- en achterkant hetzelfde zijn, d.w.z.
dat de geleider precies parallel staat aan het
zaagblad en aan de tafel van de Workcentre.
De uitlezingen hoeven niet “0” te zijn, maar ze
moeten wel ongeveer gelijk zijn. Een afwijking
van 1 mm is acceptabel.
Als het verschil meer is dan 1 mm, draai dan het
zaagblad een beetje en probeer het nogmaals.
Als het zaagblad niet helemaal plat is kan dit een
aanzienlijke afwijking in de schaaluitlezingen tot
gevolg hebben.
Controleer of de afwijking misschien het gevolg
is van een kleine zijwaartse speling aan de
achterkant van het zaagblad en controleer of de
zaag goed op het schuifchassis is gemonteerd.
Over opslag: de volgarmen moeten op 90°
worden gezet zodat de kwadranten voor opslag
achter het hoofdpaneel kunnen worden geklapt.
Veiligheidswaarschuwingen
• Bij de meeste hoekinstellingen kan met de
bovenafscherming op zijn plaats worden
gezaagd. Als de afscherming voor een
bepaalde bewerking moet worden verwijderd,
moet u uiterst voorzichtig zijn. Breng de
bovenafscherming weer aan voordat u verder
gaat met andere bewerkingen.
• Houd uw vingers altijd goed uit de buurt van
het zaagblad en druk het werkstuk nooit met
de vingers dichtbij het zaagblad aan.
• Wees voorzichtig bij het hanteren van
werkstukken en afvalhout, aangezien schuine
zaagsnedes zeer scherpe randen kunnen
hebben.
BEDIENING
Het is een goed idee om schuine zaagsnedes op
afvalmateriaal uit te proberen.
Ga aan de linkerkant van de Workcentre staan,
houd het werkstuk stevig op de voorrandsteun
en tegen het werkpaneel. Terwijl de achterkant
van het werkstuk de voorrandsteun verlaat, moet
u vermijden dat het omlaag tegen het zaagblad
zakt omdat dit een kleine afwijking in de
zaagsnede veroorzaakt. Dit is vooral te merken
bij kortere stukken omdat er minder contact is
met de randsteunen.
Oefen met afvalmateriaal om te kijken wat de
beste positie voor uw handen is, en de beste
manier om het aangedrukt te houden zonder
die 'duik' aan het eind. Begin met op grotere
stukken te oefenen en probeer om het oppervlak
van het werkpaneel (of de bovenkant van een
van de groeven in het paneel) als vingersteun te
gebruiken om u bij het zagen te helpen bij het
beheersen van het werkstuk.
Gebruik bij voorkeur de met schuurpapier
afgewerkte latjes in afb. 5, of de hoekmeter, afb.
4, voor extra steun.
N.B.: voor een perfecte schuine zaagsnede moet
het werkstuk al een perfect rechte rand hebben.
1. Brede werkstukken (afb. 3)
De maximale breedte die
kan worden verwerkt,
hangt af van de vaardigheid
en ervaring van de bediener.
Als algemene regel kunnen
werkstukken met een
breedte tot 600 mm goed
worden verwerkt. Voor
grotere maten moet u iemand vragen om u te
helpen.
2. Lange werkstukken
Bij schuine zaagsnedes in lange werkstukken
moet u een Triton Multi-Stand gebruiken om
ze bij het aan- en afvoeren te ondersteunen, of
vraag iemand om u te helpen.
Afb.3