Het stroomsnoer aansluiten (2), Aansluitingen – Pioneer AVIC-X3-II User Manual
Page 160
Het stroomsnoer aansluiten (2)
Paars/Wit (REVERSEGEAR SIGNAL INPUT)
Via deze draad wordt aan het navigatiesysteem doorgegeven of de auto vooruit of achteruit rijdt. U dient de
paars/witte draad te verbinden met de draad waarvan de spanning verandert wanneer de schakelhendel in
de achteruit wordt gezet. Als de sensor niet is aangesloten, kan deze wellicht niet goed waarnemen of uw
voertuig voor- of achteruit rijdt. De positie van uw voertuig zoals waargenomen door de sensor kan in dit
geval afwijken van de actuele positie.
Aansluitmethode
Laat het verlengsnoer en
de draad van het
snelheidsdetectiecircuit
op de afgebeelde wijze
door de stekker lopen.
Maak de
stekkerhelften met
een kabeltang dicht.
Maak het dekseltje dicht.
De positie van het snelheidsdetectiecircuit
en de positie van de handremschakelaar
variëren afhankelijk van het voertuigmodel.
Win advies in bij uw erkende Pioneer-dealer
of een vakkundige installateur.
Opmerking
• Als de ND-PG1 snelheidsimpulsgenerator (los
verkrijgbaar) wordt gebruikt, moet erop worden gelet
dat deze kabel wordt aangesloten.
• Wanneer u een achteruitkijkcamera gebruikt, zorg er dan
voor dat deze kabel is aangesloten. Anders kunt u niet
overschakelen op het beeld van de achteruitkijkcamera.
Opmerkingen
Gebruik alleen het meegeleverde
verlengsnoer. Het gebruik van een ander
verlengsnoer kan leiden tot brand, rook
en/of beschadiging van dit
navigatiesysteem.
BELANGRIJK
Roze (CAR SPEED SIGNAL INPUT)
Via deze draad wordt het rijsnelheidssignaal aan het navigatiesysteem doorgegeven. U dient
de draad te verbinden met het snelheidsdetectiecircuit van de auto of met de ND-PG1
snelheidspulsgenerator (afzonderlijk verkrijgbaar). Indien deze verbinding niet wordt gemaakt,
bestaat er een grotere kans dat de voertuigpositie foutief op het scherm wordt aangegeven.
5 m
Verlengsnoer
(voor snelheidssignaal)
De verborgen eenheid
WAARSCHUWING
Draad van
snelheidsdetectiecircuit
Motormanagement
systeem
Stekker
EEN ONJUISTE AANSLUITING KAN ERNSTIGE SCHADE
OF ERNSTIG LETSEL, MET INBEGRIP VAN EEN
ELEKTRISCHE SCHOK, TOT GEVOLG HEBBEN.
BOVENDIEN KAN EEN ONJUISTE AANSLUITING
LEIDEN TOT EEN VERSTOORDE WERKING VAN HET
ANTIBLOKKEERSYSTEEM, DE AUTOMATISCHE
TRANSMISSIE OF DE INDICATIE VAN DE
SNELHEIDSMETER.
Aansluitingen
Nl
160
Hoofdstuk
03