beautypg.com

Bediening – HEIDENHAIN ND 2100G Quick Start User Manual

Page 26

background image

4

Bediening

Voorbereiden voor de meting

1. ND 2100 G inschakelen
• Controleer de aansluitingen op de

ND 2100 G.

• Druk op de AAN/UIT-kNOp om de

ND 2100 G in te schakelen. Nadat het

systeem is geïnitialiseerd, verschijnt

het scherm CURReNT VALUe.

2. Een meetreferentie bepalen
Voorafgaand aan de meting de

referenties voor encoderkanalen

bepalen.
een meetreferentie bepalen:

• Druk op de softkey MASTeR om het

scherm Master te tonen.

• Navigeer naar het veld MASTeR

VALUe van het gewenste

encoderkanaal.

• positioneer de encoder tegen het

referentievlak.

• Voer de gewenste referentiewaarde

(nul of de gewenste offset) in het veld

MASTeR VALUe in.

• Druk op de eNTeR-toets en

beantwoordt de bevestigingsvraag.

er verschijnt een groene punt naast

de waarde ACTUAL om aan te geven

dat het kanaal gekalibreerd is.

Metingen uitvoeren

1. Vlakken tasten
Tast één punt met één encoderkanaal,

of meerdere punten tegelijk met

meerdere encoderkanalen.
2. Meetgegevens invoeren
Druk op de eNTeR-toets wanneer

meetwaarden op het LCD worden

getoond. De meetgegevens worden

opgeslagen in de database van de

ND 2100 G.

Opmerking:

Geavanceerde formulefuncties kunnen

worden gebruikt voor sequentiële

en semi-automatische metingen. Zie

het Gebruikershandboek voor meer

informatie.

Toleranties toepassen

1. Een maat selecteren
• Druk op de softkey MeNU en

daarna op de softkey SeTUp om het

instelmenu te tonen.

• Navigeer naar het scherm Tolerances

en selecteer de gewenste

DIMeNSION met de softkeys DeC

en INC.

2. Tolerantiewaarden opgeven
• Voer de waarden in voor NOMINAL,

WARNING, LIMIT en MAx.

• Navigeer naar het veld AUDIO ALeRT

en selecteer NONe, WARNING of

LIMITS met de softkeys.

Opmerking:

Op maten kunnen vele soorten

toleranties worden toegepast. Zie

het Gebruikershandboek voor meer

informatie.

Meetgegevens bekijken

Meetresultaten kunnen worden

bekeken in grafieken, histogrammen

en gegevenstabellen, zoals eerder

beschreven. Zie het Gebruikershandboek

voor meer informatie.

Resultaten rapporteren

Resultaatgegevens kunnen naar

een USB-printer, USB-drive of pc

worden verzonden. Formaat, type en

bestemming van het rapport kunnen in

instelschermen worden gewijzigd. De

standaardinstelling staat hieronder.

Afdrukken:

druk op

de toets pRINT om

gegevens naar de USB-

poort te verzenden.

Gegevens naar een pc
verzenden:
• Druk op de softkey

MeNU om menu's

onder het LCD te

tonen.

• Druk op de softkey

exTRA om het menu

extra te tonen.

• Markeer de functie

SeND en druk op

de eNTeR-toets

om gegevens via

de RS-232-poort te

verzenden.

Opmerking:

Raadpleeg het gebruikershandboek van

de ND 2100 G voor alternatieven m.b.t.

afdruk- en verzendgegevens.

Gegevens opslaan en
opvragen

Van instellingen en meetgegevens van

de ND 2100 G kan een backup worden

gemaakt op een USB-drive, die op

een later tijdstip op een ander identiek

systeem kan worden teruggezet of

geladen. Gegevens opslaan of opvragen:

• Sluit een USB-drive aan op de

ND 2100 G

• Druk op de softkey MeNU en

daarna op de softkey SeTUp om het

instelmenu te tonen.

• Navigeer naar het scherm Supervisor

en markeer het veld pASSWORD.

Voer het wachtwoord in, indien nodig.

• Druk op de softkey SAVex om

instellingen en meetgegevens op te

slaan.

• Druk op de softkey LOADx om

instellingen en gegevens op te

vragen.

Opmerking:

Vaak gebruikte functies kunnen aan

toetsen op het frontpaneeel worden

toegewezen met de sneltoetsunctie

die in het Gebruikershandboek wordt

uitgelegd.