beautypg.com

Bediening – HEIDENHAIN ND 1200 Quick Start User Manual

Page 30

background image

4

Elementen construeren

U kunt elementen construeren door

het te construeren elementtype te

selecteren, de hoofdelementen te

selecteren en daarna op de toets

VOLTOOIEN te drukken.

1. Elementtype specificeren
Druk op een toets METEN om het

te construeren elementtype te

specificeren.

2. Voer een hoofdelement in
Markeer een hoofdelement in de

lijst met elementen en druk op de

ENTER-toets. Naast het hoofdelement

verschijnt een vinkje.

3. Alle andere hoofdelementen

invoeren

Ga verder met het markeren en invoe-

ren van hoofdelementen totdat alle ge-

wenste hoofdelementen zijn aangevinkt.

4. Construeren voltooien
Druk op de toets VOLTOOIEN om

het construeren te voltooien. Het

geconstrueerde nieuwe element wordt

in de lijst met elementen getoond.

Toleranties toepassen

U kunt toleranties toepassen wanneer

u een element selecteert, op de softkey

TOL drukt, tolerantiegegevens invoert

en op de toets VOLTOOIEN drukt.

1. Element selecteren
Gebruik de pIJLtoetsen om een element

in de lijst met elementen te markeren.

2. Softkey TOL indrukken
De tolerantietypes worden onderaan het

scherm getoond.

3. Tolerantietype selecteren
Druk op een softkey om het gewenste

tolerantietype te selecteren.

4. Gegevens invoeren
Voer nominale en tolerantiegegevens

in gegevensvelden op het

tolerantiescherm in.

5. Tolerantiegegevens toepassen
Druk op de toets VOLTOOIEN om de

tolerantiegegevens toe te passen. Toe-

gepaste toleranties worden aangevinkt.

Mislukte toleranties worden met een

kruis aangeduid. U kunt de tolerantiege-

gevens eventueel bewerken door op de

softkey BEWERKEN te drukken.

6. Tolerantie voltooien
Druk op de toets VOLTOOIEN om de

tolerantie te voltooien. Bij de softkey

TOL wordt aangegeven of de tolerantie

is uitgevoerd of mislukt.

Programmeren

programma's bestaan uit

opgenomen meetreeksen en andere

toetshandelingen van de operator die

door de ND 1200 zijn opgeslagen om

later te kunnen worden afgespeeld bij

de controle van identieke onderdelen.

In deze beknopte handleiding wordt

het opnemen en uitvoeren van

programma's behandeld.

Opmerking:

programma's kunnen ook worden

bewerkt, gekopieerd, gebackupt en

gewist. Zie het Gebruikershandboek

voor meer informatie.

1. Programma opnemen
• Druk op de toets MENU.

• Druk op de softkey pROG.

• Druk op de softkey OpNEMEN.

• Voer een programmanummer in.

• Voer de meting of andere stappen

op de gebruikelijke manier uit. Het

opnemen van een programma wordt

in de rechterbovenhoek van het

scherm aangegeven.

• Als u het opnemen wilt beëindigen,

drukt u op de toets MENU, drukt

u nogmaals op de softkey pROG

en vervolgens op de softkey

OpN. BEëINDIGEN. Het nieuwe

programma wordt opgeslagen.

• Druk op de toets VOLTOOIEN om de

programmeersessie te beëindigen.

2. Programma uitvoeren
• Druk op de toets MENU.

• Druk op de softkey pROG.

• Markeer een programmanummer.

• Druk op de softkey UITVOEREN.

Het scherm Huidige positie wordt

getoond.

• Druk op de softkey WEERGAVE om

tijdens het tasten het benaderen van

de tastposities te bekijken.

• Het programma stopt automatisch

wanneer alle programmastappen zijn

afgespeeld.

• Druk op de toets VOLTOOIEN om de

programmeersessie te beëindigen.

3. Een programma wissen
• Druk op de toets MENU.

• Druk op de softkey pROG.

• Markeer een programmanummer.

• Druk op de softkey WISSEN. Het

programma wordt gewist.

Opmerking:

Ga voorzichtig te werk bij het wissen

van programma's en maak eerst een

backup van het programma. Gewiste

programma's kunnen niet worden

teruggezet.

• Druk op de toets VOLTOOIEN om de

programmeersessie te beëindigen.

4. Programma's backuppen
Een programma worden gebackupt

door het op te slaan in een

instellingenbestand van de ND 1200 op

een USB-drive.

• Steek een lege USB-drive in de USB-

poort aan de zijkant van de ND 1200.

• Druk op de toets MENU.

• Druk op de softkey INSTELLEN.

• Markeer de menuoptie

SYSTEEMBEHEERDER.

• Markeer het gegevensveld

WACHTWOORD.

• Voer het wachtwoord van de

systeembeheerder in.

• Druk op de softkey OpSLAAN...

om de programma's met het

instellingenbestand van de ND 1200

op te slaan.

• Druk op de toets VOLTOOIEN om de

programmeersessie te beëindigen.

Resultaten rapporteren

Resultatenrapporten kunnen naar

een USB-printer, USB-flashdrive of pc

worden verzonden. De bestemming

van het rapport wordt opgegeven in

de schermen AFDRUKKEN, RS-232 en

USB INSTELLEN.

Opmerking:

Zie voor meer gegevens het

gebruikershandboek van de ND 1200 op

onze website: www.heidenhain.de.

• Druk op de toets

VERZENDEN om resultaten

te rapporteren.

Bediening