beautypg.com

Metz MECABLITZ 58 AF-2 digital Pentax User Manual

Page 98

background image

98

ń

14 Aanduiding van de belichtingscontrole

De aanduiding van belichtingscontrole „o.k.“ ተ licht

alleen op, als de opname in de TTL-/P-TTL-flitsfunctie,

c.q. de automatisch-flitsenfunctie correct werd belicht!
Verschijnt de aanduiding van de belichtingscontrole

‘o.k.’ ተ na de opname niet, dan is de opname onderbelicht en moet u de eerst-

volgend lagere diafragmawaarde instellen (bijv. diafragmawaarde 8 in plaats

van diafragmawaarde 11) of de afstand tot het onderwerp, c.q. het reflecteren-

de vlak (bijv. bij indirect flitsen) verkleinen en de opname herhalen. Let op de

aanduiding van de flitsreikwijdte in het display van de flitser (zie 15).

15 Aanduiding van de flitsreikwijdte

In het display van de flitser wordt de waar-

de van de maximale reikwijdte van het

flitslicht aangegeven. De aangegeven

waarde is gebaseerd op een reflectie-

graad van 25% van het onderwerp, die voor de meeste opnamesituaties geldt.

Sterke afwijkingen van de reflectiegraad, bijv. bij zeer sterk of zeer zwak reflec-

terende onderwerpen kunnen de reikwijdte beïnvloeden.
In de TTL- en automatisch-flitsenfunctie is het het beste wanneer het onderwerp

zich ongeveer in het midden van de aangegeven waarde bevindt. Daarmee

wordt de belichtingsautomatiek voldoende speelruimte geboden voor een gelijk-

matige verlichting. De minimale flitsafstand mag niet minder dan 10% van de

aangegeven waarde bedragen om overbelichting te vermijden! De aanpassing

aan de betreffende opnamesituatie kan bijv. door het veranderen van de dia-

fragmawaarde worden bereikt.
In de manual flitsfunctie M wordt de afstand tot het onderwerp aangegeven die

voor een correcte belichting moet worden aangehouden. De aanpassing aan de

betreffende opnamesituatie kan bijv. door het veranderen van de diafragmawaarde

van het objectief en door te kiezen tussen vol en een deelvermogen ‘P’ worden

bereikt.

De reikwijdte kan naar keuze in meter (m) of feet (ft) plaatsvinden (zie
7.7). Bij gezwenkte hoofdreflector wordt geen reikwijdte aangegeven!

Automatisch aanpassen van de aanduiding van de flitsreikwijdte

De camera's geven de flitsparameters (bijv. die voor de lichtgevoeligheid ISO,

brandpuntsafstand van het objectief, diafragma en correctie op de belichting)

door naar de flitser. De flitser past zijn instellingen daar automatisch op aan. Uit

de flitsparameters en het richtgetal wordt de maximale flitsreikwijdte berekend

en in het display aangegeven.
Daarvoor moet tussen camera en flitser een uitwisseling van gegeven plaatsvin-

den

16 Flitssynchronisatie

16.1 Normale synchronisatie

Bij de normale synchronisatie wordt de flits aan het begin van de belichting ont-

stoken (synchronisatie bij het opengaan van de sluiter).

De normale synchronisatie is de standaardfunctie die

dan ook door alle camera’s wordt ondersteund. Voor

de meeste flitsopnamen is dit de meest geschikte syn-

chronisatie. De camera wordt, afhankelijk van de er

op ingestelde functie naar de flitssynchronisatietijd

omgeschakeld. Gebruikelijk zijn tijden tussen 1/30 s.

en 1/125 s. (zie de gebruiksaanwijzing van uw

camera). Op de flitser hoeft voor deze functie niets voor te worden ingesteld en

vindt er ook geen aanduiding plaats.

P

F 4.5

AZoom 70

14 m

ISO 200

TTL

14 m

709 47 0237.A1 58AF-2 Pen/Sam 27.07.2010 15:17 Uhr Seite 98