Enerpac STB-Series User Manual
Page 39
8.0 90° SWEEP-BUIGING (ALLEEN 2 _ IN. T/M 4 IN.)
Afbeelding 8, 90° sweep-buiging
8.1 De sweep-schoenen met één slag-buigwerking
1.
Markeer de gewenste pijpstompafmeting (H) op de rechte
pijplengte (zie afbeelding 8).
2.
Zoek de maat van de pijp die u wilt buigen in tabel 6. Selecteer
de gewenste sweep-radius om de terugbuigafmeting (S) te
vinden.
3.
Meet de achterafmeting (S) aftrekken en pijp markeren).
4.
Markeer een bepaald aantal grepen (kolom A) op de in kolom
B verstrekte afstanden.
5.
Zet de draaischoenen in de op het voetstuk aangegeven maat
van het pijpgat. Maak de eerste buiging op de in kolom C
getoonde hoekgraad.
OPMERKING: Het kan raadzaam zijn om de eerste grip
enigszins te ver te buigen, om te compenseren voor de
cumulatieve terugvering.
6.
Maak alle volgende buigingen door de draaischoen (zonder
de optische hoekmeter) naar een gat te verplaatsen dat de
pijp parallel aan de rand van het voetstuk van het
buigapparaat houdt, maar met gebruik van dezelfde
buighoek.
Zie tabellen 3, 4 en 5 voor 15° en 30° slagen en offsets met een
sweep-buigapparaat.
9.0 INSTRUCTIES VOOR CONCENTRISCH BUIGEN
Afbeelding 9
Voorbeeld: Voor een 90° sweep-buiging op een 3
in. pijp met een radius van 27
1
⁄
4
, moet de pijp
zoals afgebeeld worden gemarkeerd met
informatie A, B, C en S in de 3 in. pijptabel 7.
Eerste
grip
Grip
Grip
Grip
Grip
Grip
Zie tabel 1.
Cilinder
Onderste buigplaat
Bovenste buigplaat
Pijp
Buigschoen
Eerste grip
Draaipen
Optische
hoekmeter
Draaischoe
Verplaats deze
draaischoen
voor alle
volgende grepen
Draaipen
Draaipen
Onderste buigplaat
Cilinder
Top Bender Plate
Buigschoen
Optische
hoekmeter
Tweede grip
Tabel 6
Pijp-
Middellijn- (S)
(A)
(B)
(C)
maat
radius Terugbuig.
Aantal Afstand Graden
(R)
grepen (90°)
tussen grepen
per grip
in. (mm)
in. (mm)
in. (mm)
in. (mm)
10
1
⁄
2
* (266
,
7)
9
3
⁄
16
(233,36)
3
5
1
⁄
2
(139,7)
30°
14
1
⁄
2
(368
,
3)
13
3
⁄
32
(332,58)
4
5
3
⁄
4
(146,05)
22°
2
1
⁄
2
"
18
1
⁄
2
(469
,
9)
17
1
⁄
32
(432,60)
5
5
3
⁄
4
(146,05)
18°
(63,5)
22
1
⁄
2
(571
,
5)
21 (533,4)
6
5
7
⁄
8
(149,23)
15°
26
1
⁄
2
(673
,
1)
25
11
⁄
32
(643,73)
8
5
1
⁄
4
(133,35)
11°
13 * (330
,
2)
11
3
⁄
8
(288,93)
3
6
3
⁄
4
(171,45)
30°
17
3
⁄
4
(450
,
85) 16
1
⁄
64
(406,80)
4
7 (177,8)
22°
3"
22
1
⁄
2
(571
,
5)
20
3
⁄
4
(527,05)
5
7 (177,8)
18°
(76,2)
27
1
⁄
4
(692
,
15) 25
7
⁄
16
(646,11)
6
7
1
⁄
8
(180,98)
15°
32 (812
,
8)
30
5
⁄
32
(765,97)
7
7
1
⁄
8
(180,98)
13°
17
1
⁄
2
* (444
,
5) 14
15
⁄
16
(379,41)
3
9
1
⁄
4
(234,95)
30°
22
7
⁄
8
(581
,
03)
20
3
⁄
8
(517,53)
4
9 (228,6)
22°
3
1
⁄
2
"
28
1
⁄
4
(717
,
55) 25
13
⁄
16
(655,64)
5
8
7
⁄
8
(225,43)
18°
(88,9)
33
5
⁄
8
(854
,
08)
31
1
⁄
4
(793,75)
6
8
3
⁄
4
(222,25)
15°
39 (990
,
6)
36
5
⁄
8
(930,28)
7
8
1
⁄
4
(209,55)
13°
20 * (508
,
0)
17
1
⁄
64
(432,20)
3
10
1
⁄
2
(266,7)
30°
26 (660
,
4)
23
1
⁄
64
(584,60)
4
10
1
⁄
4
(260,35)
22°
4"
32 (812
,
8)
29
1
⁄
4
(742,95)
5
10 (254,0)
18°
(101,6)
38 (965
,
2)
35
9
⁄
32
(896,,14)
6
10 (254,0)
15°
44 (1117
,
6)
41
5
⁄
16
(41312)
7
9
7
⁄
8
(250,83)
13°
• Deze radii komen overeen met 90° één slag-buigingen.
39