Pioneer DJM-1000 User Manual
Page 74
VOOR GEBRUIK (BENAMING EN FUNCTIE VAN DE BEDIENINGSORGANEN)
74
Du
8. Kanaal 2 ingangskeuzeschakelaar
SOUND 2:
Speciale ingang voor DJ CD-spelers die geschikt zijn voor
digitale link (mini-DIN aansluiting).
LINE:
Klinkstekkertype (wanneer alleen een monosignaal naar het
L-kanaal wordt gevoerd, zal het signaal zowel naar het L-
kanaal als het R-kanaal worden gestuurd).
CD/LINE:
RCA-type aansluiting met lijnniveau-invoer.
PHONO:
RCA-type aansluiting met phononiveau-invoer.
9. Kanaal 3 ingangskeuzeschakelaar
DIGITAL:
RCA-type aansluiting voor digitale invoer via coaxiale kabel.
LINE:
Klinkstekkertype (wanneer alleen een monosignaal naar het
L-kanaal wordt gevoerd, zal het signaal zowel naar het L-
kanaal als het R-kanaal worden gestuurd).
CD/LINE:
RCA-type aansluiting met lijnniveau-invoer.
PHONO:
RCA-type aansluiting met phononiveau-invoer.
10. Kanaal 4 ingangskeuzeschakelaar
DIGITAL:
RCA-type aansluiting voor digitale invoer via coaxiale kabel.
LINE:
Klinkstekkertype (wanneer alleen een monosignaal naar het
L-kanaal wordt gevoerd, zal het signaal zowel naar het L-
kanaal als het R-kanaal worden gestuurd).
CD/LINE:
RCA-type aansluiting met lijnniveau-invoer.
PHONO:
RCA-type aansluiting met phononiveau-invoer.
11. Kanaal 5 ingangskeuzeschakelaar
DIGITAL:
RCA-type aansluiting voor digitale invoer via coaxiale kabel.
SUBMIC:
Klinkstekkertype voor submicrofoon-invoer (mono).
CD/LINE:
RCA-type aansluiting met lijnniveau-invoer.
PHONO:
RCA-type aansluiting met phononiveau-invoer.
12. Kanaal 6 ingangskeuzeschakelaar
DIGITAL:
RCA-type aansluiting voor digitale invoer via coaxiale
kabel.
SUBMIC:
Klinkstekkertype voor submicrofoon-invoer (mono).
CD/LINE:
RCA-type aansluiting met lijnniveau-invoer.
PHONO:
RCA-type aansluiting met phononiveau-invoer.
13. Kanaal 1-6 TRIM regelaars
Voor het instellen van het ingangsniveau van elk kanaal.
(Instelbereik: –
∞ tot +9 dB, nadert 0 dB in de middenstand)
14. Regelaars voor het hogetonenbereik van de
kanalen (EQ HI)
Voor het instellen van de hoge tonen van elk kanaal.
(Instelbereik: –26 dB tot +6 dB)
15. Regelaars voor het middentonenbereik van de
kanalen (EQ MID)
Voor het instellen van de middentonen van elk kanaal.
(Instelbereik: –26 dB tot +6 dB)
16. Regelaars voor het lagetonenbereik van de
kanalen (EQ LOW)
Voor het instellen van de lage tonen van elk kanaal.
(Instelbereik: –26 dB tot +6 dB)
17. Kanaalniveau-indicators
Deze indicators tonen het niveau van elk kanaal. Het
display heeft een 2-seconden piekvasthoudfunctie.
18. Hoofdtelefoon CUE toets/indicators
De bron die gemonitord moet worden via de hoofdtelefoon
wordt gekozen door op de CUE toets voor RETURN 1,
RETURN 2, kanaal 1-6, of MASTER te drukken. Wanneer
gelijktijdig meerdere toetsen worden ingedrukt, zullen de
gekozen geluiden gemengd worden. Wanneer een toets
nogmaals wordt ingedrukt, komt de selectie te vervallen.
De toetsen van de niet gekozen bronnen lichten zwak op en
de toetsen van de gekozen bronnen lichten helder op.
Fader-bedieningsgedeelte
19. CURVE ADJUST CH FADER regelaar
Voor het instellen van de curve-eigenschappen van de
kanaalfader. (blz. 77)
20. CURVE ADJUST CROSS FADER regelaar
Voor het instellen van de curve-eigenschappen van de
kruisfader. (blz. 77)
21. CROSS FADER ASSIGN schakelaars/indicators
Voor het kiezen van de kant van de kruisfader waar de
uitvoer van elk kanaal naar toe gestuurd wordt. (Wanneer
dezelfde kant voor meerdere kanalen is gekozen, zal het
gecombineerde totaal aan die kant worden toegewezen.)
A:
De kanaaluitvoer wordt naar de A kant (linkerkant) van de
kruisfader gestuurd. De A indicator licht op.
THRU:
De uitvoer van de kanaalfader wordt naar de hoofduitvoer
gestuurd, zonder dat deze via de kruisfader loopt. De A en B
indicator gaan uit.
B:
De kanaaluitvoer wordt naar de B kant (rechterkant) van de
kruisfader gestuurd. De B indicator licht op.
22. A indicator voor kruisfader-toewijzing (A)
Licht oranje op wanneer de stroom is ingeschakeld.
23. Kruisfader-schuifregelaar
Het geluid dat naar de A kant of B kant wordt gestuurd door
de CROSS FADER ASSIGN schakelaar voor elk kanaal,
wordt uitgevoerd overeenkomstig de kruisfadercurve die is
ingesteld met de CURVE ADJUST regelaar (CROSS
FADER).
24. B indicator voor kruisfader-toewijzing (B)
Licht groen op wanneer de stroom is ingeschakeld.
25. Kanaalfader-schuifregelaar
Voor het instellen van het volume van elk kanaal.
(Instelbereik: –
∞ tot 0 dB)
De uitvoer gebeurt overeenkomstig de kanaalfadercurve
die met de CURVE ADJUST regelaar (CH FADER) is
ingesteld.