Xerox iGen4 Digital Press con Xerox EX Print Server Powered by Fiery-16492 - Manual (Page 34)

Pagina 34
Overzicht van de
EX Print Server De iGen4 ® 90/110 Digital Color Press met Xerox EX-afdrukserver is een product op basis
van Paper Catalog. Het selecteren van media aan de hand van kenmerken wordt niet
ondersteund. Alleen media die al zijn gedefinieerd op de PSIP en in Paper Catalog van
de EX Print Server kunnen worden gebruikt. Deze moeten worden opgegeven aan de hand
van ID/naam in alle FreeFlow-toepassingen, niet aan de hand van kenmerken. U wordt geacht
specifieke Paper Catalog-media te selecteren in deze productieomgeving. Wanneer een taak
wordt verzonden zonder een Paper Catalog-mediaselectie, wordt de taak roze weergegeven
in Command WorkStation en wordt deze gemarkeerd met de foutmelding Medium niet
geselecteerd.
Voor taken waarvan een productieafdruk is gemaakt vanuit Makeready moet u de media die
in de taak zijn gedefinieerd wijzigen in media die in Paper Catalog zijn gedefinieerd. U kunt
dit doen vanuit het dialoogvenster Job Setup (Taakinstellingen) nadat u Production Print
(Productieafdruk) in Makeready hebt geselecteerd. Open vervolgens de papierbibliotheek om
een medium in Paper Catalog te selecteren. Paper Catalog-media worden weergegeven met de
toevoeging “(Printer)” achter de mediumnaam, bijvoorbeeld “Letter (LEF) (Printer)”. Media
met de toevoeging “(User)” achter de naam zijn geen Paper Catalog-media en kunnen niet
worden gebruikt.
Opgeslagen taaktickets zijn niet standaard bruikbaar. Wanneer u een taak laadt met een
opgeslagen taakticket waarin media aan de hand van kenmerken zijn opgegeven, moet u de
media wijzigen in media die in Paper Catalog zijn gedefinieerd, voordat u de taak vanuit
FreeFlow verzendt.
Voor taken die vanuit Scan and Print zijn afgedrukt moet u het scherm [More Options] (Meer
opties) selecteren om een in Paper Catalog gedefinieerd medium te selecteren vanuit de
papierbibliotheek van Scan and Print. Paper Catalog-media worden weergegeven met de
toevoeging “(Printer)” achter de mediumnaam, bijvoorbeeld “Letter (LEF) (Printer)”.
Vanuit FreeFlow Output Manager moeten taken die bestemd zijn voor deze printer media aan
de hand van de naam gebruiken. Als in een taak media worden opgegeven aan de hand van
kenmerken, moet de operator de taak bewerken op de FreeFlow Output Manager-server.
De geschiktheidsplanner moet worden ingeschakeld om te zorgen dat een taak waarin media
worden opgegeven aan de hand van kenmerken niet wordt gepland op de EX Print Server, als
de printer is gekoppeld aan andere printers die media aan de hand van kenmerken accepteren
in de wachtrij van FreeFlow Output Manager.
Deze beperking van de EX Print Server is van invloed op JDF-taken die zijn verwerkt door
FreeFlow Process Manager, Output Manager en JMF Service. JDF-taken waarin media aan de
hand van kenmerken zijn opgegeven, kunnen niet worden verwerkt door de EX Print Server.
Voor Process Manager en Output Manager kan de operator de taak bewerken zodat deze kan
worden verwerkt door de EX Print Server. Voor JMF Service is dit echter niet mogelijk.