beautypg.com

Bediening – HEIDENHAIN ND 1400 Quick Start User Manual

Page 42

background image

4

3. Uitlijning uitvoeren
• Raak het tabblad METEN aan om de

pictogrammen voor 2D-metingen

weer te geven en raak daarna het

pictogram LIJN aan.

• Tast minimaal 2 punten op het

vlak van de referentiehoek van het

onderdeel en druk daarna op de toets

FINISH.

• Raak de knop UITLIJNEN op het

scherm van de DIGITALE UITLEZING

aan om de referentiehoek uit te lijnen.

Een nulpunt creëren

Tast, construeer of creëer een

referentiepunt en druk op de knoppen

NUL voor elke as op het scherm van de

DIGITALE UITLEZING.

Nulpunt voorinstellen

Tast, construeer of creëer een

referentiepunt, raak de aswaarden op

het scherm van de DIGITALE UITLEZING

aan en voer de voorinstelwaarden in

met het numerieke toetsenbord.

Het referentieframe opslaan

Het referentieframe voor metingen

moet worden opgeslagen wanneer het

onderdeel is gewaterpast en uitgelijnd

en er een nulpunt is vastgelegd.
• Raak het pictogram

REFERENTIEFRAME

aan en daarna het

pijlpictogram OPSLAAN.

Het referentieframe wordt

opgeslagen en er wordt een

nummer aan toegekend.

Een projetcievlak selecteren

Projectievlakken worden door

de gebruiker of automatisch

door de ND 1400 geselecteerd.

Raak de knop PROJECTIE aan

en daarna een projectievlak-

pictogram:

• 3D: er wordt geen

projectievlak geselecteerd.

• XY-, YZ- of ZX-vlakken

• Auto; ND 1400 selecteert

een projectievlak op basis

van getaste punten.

Elementen meten

Elementen worden gemeten door een

elementpictogram of het pictogram

MEASURE MAGIC op het tabblad 2D-

of 3D-METEN aan te raken, punten te

tasten en daarna de toets ENTER en

FINISH in te drukken.

1. Een punt meten
Raak het pictogram PUNT aan

en tast een punt.

2. Een lijn meten
Raak het pictogram LIJN aan

en tast minimaal 2 punten.

3. Een cirkel meten
Raak het pictogram CIRKEL aan

en tast minimaal 3 punten in

een willekeurige volgorde langs

de omtrek.

4. Een boog meten
Raak het pictogram CIRKEL

één keer aan om het pictogram

BOOG weer te geven, raak

daarna het pictogram BOOG

aan en tast achtereenvolgens

minimaal 3 punten van het

begin naar het einde van de

boog.

5. Een sleuf meten
Raak het pictogram SLEUF

aan en tast 5 punten in de

onderstaande volgorde:

• Twee punten aan een lange

zijde

• Eén punt aan het dichtst

bijzijnde einde

• Eén punt in het midden van

de tweede lange zijde

• Laatste punt aan het andere

einde

Punten kunnen

achtereenvolgens in iedere

richting worden getast.

6. Een hoek meten
Raak het pictogram HOEK

aan en tast minimaal 2 punten

aan ieder been van de hoek.

Druk na ieder been op de toets

FINISH.

7. Een afstand meten
Raak het pictogram AFSTAND

aan en tast 1 punt aan de beide

uiteinden van de afstand.

8. Een kogel meten
Raak het pictogram KOGEL aan

en tast minimaal 4 punten in

een willekeurige volgorde langs

het oppervlak.

9. Een vlak meten
Raak het pictogram VLAK aan

en tast minimaal 3 punten op

het vlak.

Bediening